Veel meer roofkunst in musea dan officieel erkend: mogelijk tienduizenden objecten onrechtmatig verkregen

Veel meer roofkunst in musea dan officieel erkend: mogelijk tienduizenden objecten onrechtmatig verkregen

Nederlandse wereldmusea (wereldmuseum Leiden, Amsterdam en Rotterdam) bezitten ruim 1,2 miljoen kunstobjecten. Slechts 15.000 daarvan worden aangemerkt als mogelijk geroofd. Journalist Erik Dijkstra schat dat er van alle kunst in Nederland zo’n 5 tot 10 procent roofkunst moet zijn. Als je deze conclusie toepast op de vooral buitenlandse collectie van Nederlandse wereldmusea, zouden er minimaal 61.000 objecten (5%) onder de noemer roofkunst kunnen vallen. Dat is velen malen hoger dan de door het museum aangegeven 15.000.

De term roofkunst verwijst naar kunstobjecten die onrechtmatig in bezit zijn gekomen, bijvoorbeeld door geweld, dwang, koloniale overheersing of tijdens militaire campagnes. Ook objecten die schijnbaar werden geschonken of gekocht, kunnen daaronder vallen als sprake was van ongelijkwaardige machtsverhoudingen. De kunstvoorwerpen die vandaag in Nederlandse vitrines staan, hadden in het land van herkomst vaak een belangrijke culturele, religieuze of spirituele betekenis. Wat in Nederland als kunst wordt beschouwd, vertegenwoordigt elders soms een essentieel deel van het culturele erfgoed.

Veel van deze objecten kwamen het land binnen in de koloniale periode. Ze werden meegenomen tijdens expedities, door zendingswerkers, via handel of als oorlogsbuit. In sommige gevallen ging het om grootschalige onteigeningen of vervangingen van inheemse symbolen door christelijke of westerse objecten. Wat opvalt aan de data is dat veel uit Azië en Indonesië komt. Dit is te herleiden naar het koloniale bewind dat Nederland heeft gevoerd in Indonesië.

De afgelopen jaren is het bewustzijn rond dit thema toegenomen. Musea voeren steeds vaker herkomstonderzoek uit om te achterhalen waar objecten vandaan komen en onder welke omstandigheden ze verworven zijn. Toch gaat dat onderzoek langzaam. In veel gevallen ontbreekt gedetailleerde documentatie, zijn de herkomstlanden complex samengesteld uit verschillende gemeenschappen, of zijn de grenzen inmiddels veranderd. Dit maakt het vaststellen van onrechtmatigheid lastig.

Erfgoedprofessional Marianel Schipper licht dit toe: “Hoelang een herkomstonderzoek duurt, hangt volledig af van het object dat je onderzoekt. Stel, je hebt een object uit Ghana dat in de 18e eeuw is meegenomen door een Brit en uiteindelijk in Nederland is terechtgekomen. Dan moet je terug in de tijd om de Britse contacten te achterhalen, onderzoeken met welk schip het is vervoerd, en nagaan uit welk gebied en welke gemeenschap het object oorspronkelijk komt. Rond die periode vonden veel oorlogen plaats en veranderden landsgrenzen regelmatig, wat het nog ingewikkelder maakt om te bepalen van wie het object was. Bovendien komen stammen onderling er vaak niet uit en kunnen meerdere gemeenschappen aanspraak maken op hetzelfde object. En dan is er nog de vraag of de Brit het object eerlijk heeft verkregen, of dat het is gestolen of op een andere manier in zijn bezit is gekomen. Al deze factoren maken dat herkomstonderzoek veel tijd en zorgvuldigheid vereist.”

Sinds 2019 doet het Nationaal Museum van Wereldculturen structureel onderzoek naar de herkomst van objecten. Wanneer landen van herkomst daarom verzoeken, stellen musea zich open voor teruggave. Omdat het merendeel van de collectie eigendom is van de staat, ligt de uiteindelijke beslissing bij de overheid, op basis van advies van een onafhankelijke commissie.

Restitutie gaat echter verder dan het teruggeven van objecten. Het draait ook om erkenning van historisch onrecht, het herstellen van relaties en het delen van nieuwe verhalen tussen Nederland en voormalige koloniën. Hoewel Nederland inmiddels enkele honderden objecten heeft teruggegeven aan voormalige koloniën, ligt een groot deel nog in depots. De vraag blijft: hoeveel objecten zijn nog onterecht in Nederlandse handen, en hoelang duurt het voordat daar recht aan wordt gedaan?

Verantwoording data:

De data zijn verzameld uit de eigen databank van de wereld musea. Deze cijfers zijn vervolgens via Exel en Florish verwerkt tot een datavisualisatie. Via de onderstaande linkjes komt u bij de gebruikte dataset.

NMVW-Collectie. (z.d.). https://collectie.wereldmuseum.nl/#/query/e8bba0c4-0546-497d-9bae-bba586e87d66

NMVW-Collectie. (z.d.-b). https://collectie.wereldmuseum.nl/#/query/f9dbbe0a-a04e-4040-9334-3a7ba47cf4bb

Over de auteur