Floris Zevenbergen: van Bosch en Duin naar Kumasi

Floris Zevenbergen: van Bosch en Duin naar Kumasi

Floris Zevenbergen (26) staat elke dag voor zonsopgang op om de faciliteit te checken die hij vanuit het niets opbouwde in Kumasi, de tweede stad van Ghana. Er waren genoeg redenen om voor de zekerheid te kiezen, met zijn dubbele bachelor en master op zak, plus de mogelijkheid op een stabiele baan op de Zuidas, maar Floris besloot om de sprong te wagen. Hij ruilde zijn comfortabele huis in Amsterdam in voor het Ghanese platteland om spirulina te kweken en zo bij te dragen aan de aanpak van voedseltekorten, milieuvervuiling en dierenleed.

Jeugd

Floris’ jeugd begon in het pittoreske Bosch en Duin, waarna hij deze extreem veilige haven op zijn achttiende inruilde voor het grote Rotterdam. Hij werd lid bij het corps, kwam in een huis terecht met acht andere jongens en vormde een jaarclub met achttien vrienden. Dit waren de gebaande paden voor een jongen uit Bosch en Duin. Na zijn bachelor Economie en tweede bachelor Fiscaal Recht rondde hij zijn master Financial Economics af en rolde hij een werkstudentschap in bij een groot kantoor.

Na veel potjes tafelvoetbal, nietszeggende gesprekken met partners, blaten op borrels en een knagend gevoel weet Floris het zeker: ‘Dit leven is helemaal niets voor mij.’ Hij besluit het roer om te gooien en gaat aan de slag met een idee. Zijn goede vriendin Fenne Stamsnijder zag dit al van mijlenver aankomen. ‘Natuurlijk is het niets voor Floris om op 32-hoog opgesloten te zitten achter zijn laptop. Als kind heeft hij een wereldreis gemaakt en hier praat hij al bijna twintig jaar over. Hij moet gewoon buiten zijn, het liefst op avontuur.’

Jaren geleden heeft Floris een spirulinaproductie gezien. Het bleef in zijn hoofd spoken. In 2022 plant hij een bezoek aan zijn broer Jeroen die op dat moment een fabriek aan het bouwen is om van bamboe wc-papier te maken. Twee weken voor Floris’ trip belt Jeroen: ‘Hij vertelde dat het project stil kwam te liggen en hij direct terug moest naar Nederland. Ontzettend balen, want ik keek al maanden uit naar dit avontuur in Ghana.’ De teleurstelling wordt al snel omgezet in een enorme kans, want Jeroen weet Floris via via te koppelen aan een landbouwinstituut in Kumasi, waar hij twee weken later aankomt. Met enkel het idee van spirulina kweken, komt Floris aan bij het landbouwinstituut KITA. Waar de directeur Samuel en zijn collega Engineer hem met open armen ontvangen. Engineer, die eigenlijk Emmanuel Benyin heet, maar nooit bij deze naam wordt aangesproken, herinnert zich deze ontmoeting nog goed: ‘Ik dacht dat hij gek geworden was. Ik had nog nooit gehoord dat je algen kon eten, laat staan kweken, en waarom zou hij dat bij ons willen doen?’ Tegen zijn verwachtingen in, houdt Floris voet bij stuk. Hij trekt in op een slaapzaal met lokale studenten, heeft geen gordijnen, maar tralies en went aan het krakende stapelbed. Na een week heeft hij Samuel en Engineer leren kennen, de omgeving ontdekt en een klein beetje van de cultuur onder de geproefd. Hij vliegt terug naar huis en weet het zeker: in Ghana ligt zijn toekomst. Chalé Spirulina is geboren.

Fenne weet nog goed hoe Floris toen thuiskwam: ‘Hij was enthousiast en zag het helemaal gebeuren. Van alle obstakels die nog op zijn pad zouden komen, had hij echt nog geen idee.’ Floris pakt door en mailt al snel de Nederlandse ambassade in Ghana: ‘Ik had geen idee hoe je voet aan de grond krijgt in deze cultuur en connecties opbouwt, ik vroeg hen mailadressen van Nederlanders te delen, zodat ik mensen kon ontmoeten.’

Stressbestendigheid

Van het een komt het ander, Floris ontmoet andere duurzame ondernemers, stelt een businessplan op, gaat op zoek naar investeerders, komt in contact met de CEO van alga.farm, doet kennis op over algen, grondstoffen, verschillende soorten plasticbuizen en ga zo maar door. Waar Fenne dit proces vanuit Amsterdam meekrijgt en staat te kijken van Floris’ keuzes om het comfortabele en gezellige leven vol zekerheid in De Baarsjes in te ruilen voor een onzeker bestaan in Kumasi, volgt Engineer deze keuzes op de voet vanuit Ghana. ‘Ik was er vanaf de eerste dag bij en heb zo vaak gedacht: waarom stop je niet gewoon en ga je terug naar Nederland? We verkochten nog niets en de uitdagingen bleven zich opstapelen’, vertelt hij via FaceTime.

Waarom Floris niet stopt? Dat leek vanaf het begin al geen optie meer; investeerders waren ingestapt, maar zijn eigen ambitie was nog groter: ‘Ik koester de droom om echt wat toe te voegen. Als meer mensen overstappen op het nuttigen van algen, dan kun je de enorm vervuilende bio-industrie inperken en stoot je veel minder uit. Daarnaast weet ik vanaf het eerste moment zeker dat ik de spirulina ook wil doneren. De lokale scholen hebben schoollunches die voornamelijk bestaan uit rijst. De voedingsstoffen ontbreken en deze hoop ik toe te kunnen voegen met mijn eigen spirulina.’ Met dit soort doelen moet je stressbestendig zijn; juist als het helemaal in de soep lijkt te lopen, moet Floris doorpakken. Volgens Engineer was dit voor Floris best wel wennen: ‘Floris werkt op een andere manier dan mijn vorige Ghanese bazen. Dit is echt een cultuurverschil. Hij behandelt mij als een gelijke en bespreekt dan ook zijn stress en tegenslagen met mij, al hoeft hij het meestal niet eens uit te spreken. Wanneer hij rondstampt over de productiefaciliteit weet ik genoeg. Er zal wel weer een buis gescheurd zijn, de watertank tapt vies water, de algen zijn te dun om op te vangen, ze glijden door het filter of er speelt iets anders.’ Inmiddels kennen de twee elkaar lang genoeg om te weten dat ze voor alles een oplossing kunnen bedenken. Floris werkt al bijna twee jaar op de technische skills van Engineer: ‘zonder Engineer had ik de handdoek al lang in de ring gegooid.’

Floris legt leerlingen van een lokale school uit hoe het produceren van spirulina werkt.

Samuel, Engineer zijn vorige baas bij het landbouwinstituut KITA, wist meteen dat Engineer de overstap naar Chalé moest maken. ‘Bij KITA kon ik niet verder doorgroeien, bij Floris heb ik een veel uitdagendere toekomst. Samuel gunde zowel Floris als mij de overstap. Mijn leven is dan ook echt veranderd sinds ik bij hem aan de slag ben gegaan. In mijn ogen is hij een held.’ Inmiddels is het team uitgegroeid en is de Nederlandse Ruben Bun aangesloten, hij is verhuisd naar Ghana en begeleidt het gehele proces. Ook zijn twee oud-studenten van KITA aangesloten; Patricia en Gideon zijn als microbioloog en voedselveiligheidsexpert onmisbaar. In Nederland zit nog meer versterking: ‘We hebben twee stagiaires op het gebied van marketing en onderzoek,’ vertelt Floris trots. Daarnaast begeleidt hij voor de tweede keer een groep masterstudenten aan de universiteit in Wageningen. Zij werken aan casussen waar Floris in Ghana tegenaan loopt. 

Het Chalé team.

Heimwee

Soms denkt Floris na over zijn keuzes: ‘Mijn vrienden zijn inmiddels allemaal begonnen bij een groot kantoor, hebben een stabiel inkomen, spelen in het weekend potjes padel met elkaar om daarna lekker op een terras te zitten. Die zekerheid kan ik wel missen, net als de gezelligheid natuurlijk!’ Toch twijfelt hij geen moment aan de keuze om zijn eigen pad te volgen. Ook Fenne krijgt dit van dichtbij mee: ‘In onze kringen zijn sommige vervolgstappen redelijk vanzelfsprekend. Een bedrijf in Ghana opzetten valt daar niet direct onder. Maar wanneer Floris in Nederland is, staat iedereen te springen om de verhalen te horen, omdat Floris by far het spannendste leven leidt van ons allemaal.’ Floris voelt zich na twee jaar redelijk thuis in Ghana; hij doet zijn boodschappen bij dezelfde kraampjes langs de weg, luncht bijna elke dag kip met rijst bij dezelfde mevrouw en heeft een aantal vriendschappen opgebouwd. Engineer heeft zich ook hard gemaakt voor deze inburgering: ‘De cultuur is zo anders dat je elke dag wel iets uit kan uitleggen. Twee weken geleden at hij fufu (een traditioneel Ghanees gerecht) met een lepel. Nadat ik hem kort verbaasd aankeek en even moest lachen, heb ik hem uitgelegd dat je deze deegbal met soep gewoon met je handen eet.’

Af en toe smachten om thuis te zijn is geen grote verrassing vanuit Ghana; de eerste maanden had Floris geen douche en spoelde hij zich af met een emmer, inmiddels heeft hij een douche. Dat deze koud is, maakt voor Floris al lang niet meer uit. Aan zijn kleding kun je zien dat het waarschijnlijk ooit wit is geweest, maar door de onverharde wegen, grote hoeveelheden zweet en stof en de beperkte mogelijkheid om te wassen, hebben de kledingstukken allemaal dezelfde oranjebruine gloed. ‘Je moet inderdaad op het een en ander inleveren als je het vergelijkt met de levensstijl in Nederland, maar de vriendelijkheid en rust van Ghanezen kom je in Amsterdam echt niet tegen.’ Ook is Floris er inmiddels aan gewend dat afspraken maken lastig is: ‘als je om acht uur ‘s ochtends afspreekt, kan je zomaar om half vijf ‘s nachts gebeld worden met de boodschap dat iemand voor de deur staat. De kans dat de afspraak vier uur te laat komt of helemaal niet opdaagt, is ook altijd aanwezig. Dat is heel anders werken dan met de volgeplande agenda’s bij een groot kantoor, maar het went.’ Fenne blijft verbaasd over dit soort situaties: ‘Ik ken Floris als een punctuele jongen en kon me niet voorstellen dat hij dit zou trekken, maar blijkbaar heeft hij opeens geduld wanneer hij in Ghana aankomt.’

Engineer vervoert de constructie voor de schaduwdoeken.

Over de auteur