Van hooligan naar huisman

Van hooligan naar huisman

"Cocaïne en voetbal hoort bij elkaar als koffie en de ochtend"

Supportersgeweld neemt toe: KNVB deelt fors meer stadionverboden uit en komt met plan’, ‘Oplaaiend supportersgeweld na corona door ‘opgekropte frustraties’. Deze artikelen komen beide uit 2021. In het tweede artikel (20 oktober 2021) staan al een aantal verontrustende cijfers:
“Over de eerste acht speelronden werden al 45 incidenten voorgelegd aan de aanklager van de KNVB. Die aanklager bekijkt in zo’n geval of een club iets te verwijten valt. Vóór de coronacrisis lag dat aantal tuchtzaken over een heel seizoen (34 speelronden) op 70 tot 90. Ook zijn er nu al 300 stadionverboden uitgevaardigd. Voorheen waren dat er gemiddeld 600 over een heel seizoen.” Nederland is dus absoluut niet onbekend met hooligans en supportersgeweld. Dit zou kunnen veranderen als de supporters hun leven zouden veranderen. Dit is makkelijk gezegd, maar niet makkelijk gedaan. Toch blijft niet iedereen in die wereld hangen. Dit artikel vertelt daarom het verhaal van Patrick*. Patrick zat lang in de wereld van hooligans maar heeft uiteindelijk rigoureus zijn leven omgegooid. Dit is zijn verhaal.

Patrick is 22 jaar oud en zit in de supporters bus naar Breda. Er hangt geen kalme sfeer in de bus. Het lijkt op een grote groep wilde, losgeslagen dieren die samen in een kooi zijn geplaatst. Deze sfeer komt mede door alle soorten drugs die er gebruikt worden zoals hasj en verschillende pillen. Zelf gebruikt Patrick maar één soort drugs: cocaïne. In zijn kring is dat ook meer dan normaal. Zoals een kop koffie hoort bij de ochtend, hoort cocaïne bij voetbal.
Dan staat de bus stil. Ze zijn gearriveerd. Als Patrick uitstapt zien hij en zijn maten dat de politie het plein waar ze moeten zijn heeft geblokkeerd. Maar juist daar moeten ze zijn, want daar zijn de NAC-supporters, en daar is de confrontatie. Nu omkeren is absoluut geen optie. Met een cocktail van adrenaline met als ingrediënten de groep in de bus en drugs sprint de hele groep op de barricade af. Met de doelgerichtheid van een roofdier die het laatste prooi wilt bemachtigen naderen ze het doel. Steeds dichter en dichterbij. De confrontatie nadert. De ME was hier al goed op voorbereid en delen al direct een paar rake klappen uit aan Patrick en zijn groep. Terwijl Patrick deze klappen ontvangt heeft hij geen medelijden met zichzelf. Hij vindt dat hij de klappen verdient, en ze maar moet accepteren.

Inmiddels is Patrick 31 jaar. Zijn kring bestaat vrijwel alleen uit mensen in hetzelfde circuit van geweld en drugs. Patrick gaat veel om met Ben* en komt regelmatig bij hem over de vloer. Ben komt ook uit dezelfde kring. Maar Patricks oog valt juist op iemand die niet in die kring valt. Door zijn contact met Ben valt zijn oog op de zus van Ben, Maria*. Maria heeft twee dochters en haar man is een paar jaar geleden overleden. Patrick blijft maar denken aan Maria en begint daarom een gesprek met Ben. Hij raapt al zijn moed bij elkaar en stelt Ben de vraag: “Die zus van je Ben. Zou je mij haar nummer kunnen geven?” Een korte pauze volgt en Ben kijkt gepuzzeld op naar Patrick. “Het nummer van Maria?”, reageert Ben, “Absoluut niet.” Dit was niet bepaald de reactie waar Patrick op had gehoopt. Desondanks weet hij dat hij niet op gaat geven. Zo lang hij maar veel bier voor Ben zou blijven kopen zal het vast wel een keer lukken. Het moet en zal gebeuren. Net zoals de zon in de ochtend op moet komen.

Het is een paar jaar later. De zon is iedere ochtend nog opgekomen, en inmiddels heeft Patrick een relatie weten te krijgen met Maria. Maria vertrouwd Patrick zelfs genoeg dat hij haar dochters weg mag brengen naar een schoolreisje. De avond daarvoor gaat Patrick nog naar het jeugd WK in het stadion. Het is Japan tegen Marokko. Een paar Marokkaanse supporters kijken regelmatig indringend de kant op van Patrick en zijn groep. De Marokkaanse supporters hoeven nog geen woord te zeggen. Als een soort gedachtelezer is Patrick ervan overtuigd dat ze vragen om een paar fikse klappen. Hij is na een korte tijd helemaal klaar met de supporters en besluit ze te geven wat ze willen. Waar Patrick zich niet snel genoeg van bewust was, waren de agenten die het hele spektakel konden aanschouwen. In wat voelt als een flits van een seconde hadden ze iedereen in de boeien geslagen. Normaal zou Patrick zijn schouders ophalen en accepteren wat hij rechtvaardig heeft verdiend. Deze keer is het niet zo simpel. Hij heeft nu mensen waar hij om geeft, mensen die hij niet wil teleurstellen. Zijn hart voelt zwaar alsof het door de grond wilt zakken. Het beeld van de dochters van Maria die hij door vanavond niet meer kan ophalen. Het beeld van het gezicht van Maria wanneer ze erachter komt wat er is gebeurd. Deze twee beelden herhalen zich continu in de gedachten van Patrick als een raceauto die vastzit op een rond circuit. Zijn hart lijkt daardoor steeds zwaarder en zwaarder te worden.

Wanhopig probeert Patrick nog een actie om tenminste de situatie iets te verlichten. Dit doet hij ondanks dat het er zo slecht uitziet dat het misschien al niet meer veel gaat veranderen. Achter zijn rug belt hij Maria om alles te vertellen. Een luide stem komt uit de telefoon. Maria is woedend en teleurgesteld. De stem uit de telefoon is niet de enige stem met woede. De agenten zien wat Patrick doet en kappen het af.
Patrick wordt hierdoor gedwongen in een harde spiegel te kijken en is allesbehalve tevreden met wie er vanuit de spiegel terug naar hem staart. Een zin blijft zich keer op keer herhalen: ‘Nu ben ik ze kwijt.’ Zijn relatie, zijn dochters, zijn kans op een nieuw leven. Met een voet staan in de wereld van hooligans, drugs en geweld en met de andere in een gezinsleven, zorgen bij Patrick voor een spagaat die hij onmogelijk vol kan houden. Om zijn evenwicht te behouden zal hij een van zijn voeten moeten verplaatsen.

Het is een rustige avond. Na jaren proberen los te komen uit het hooligan bestaan heeft Patrick beide benen in het gezinsleven gezet met Maria en haar dochters. Geen spagaat meer. Patrick zit met zijn dochters op de bank. De tv staat aan en het is donker buiten. Naast de tv zijn er weinig andere geluiden te bekennen. Zijn dochters hebben hun pyjama aan en kijken slaperig naar de programma’s. Patrick weet dit te bereiken doordat hij alles cold-turkey achter zich heeft gelaten. Een moeilijke taak omdat zijn zogenaamde vrienden hem beschouwen als verraders. Daarnaast het afkicken. Want ondanks dat cocaïne en voetbal zo normaal was als koffie in de ochtend, stopte daar de vergelijking ook. Lichamelijk was het stoppen ontzettend zwaar, maar het is Patrick gelukt. Al die moeite was het waard voor een avond als deze. Dan verstoord een hard geluid de rust van de avond. Drie keer wordt er hard gebonsd op de deur. Patrick loopt naar de deur toe om te zien wat er aan de hand is. Als hij de deur nadert ziet hij het al. Er staan twee agenten voor de deur. Het harde gebonk op de deur was niks vergeleken met hoe hard zijn hart begon te kloppen. Hij probeert moeizaam een keer goed in en uit te ademen en opent de deur. Een van de agenten kijkt op en begint te spreken “Goedenavond. Wij willen graag praten over je randzaken in het stadion.” Patrick voelt zich als een hert die in de koplampen kijkt. “Het stadion? Daar ben ik al lang niet meer geweest?” Reageert Patrick met een verbaasde toon. “Dat weten we. Maar we willen praten over toen je er nog wel heen ging.” De agent kijkt met een schuin oog naar binnen en ziet de kinderen op de bank zitten. Met een knikje richting de kinderen vervolgt hij: “Laten we nu afspreken dat je in de ochtend naar het bureau komt om dan verder te praten.” Godzijdank denkt Patrick in zichzelf. Een deel van zijn stress verdwijnt als sneeuw onder de zon. Hij hoeft nu tenminste zich niet vanavond zorgen te maken over het alleen moeten laten van de kinderen.

Patrick zit op het bureau. Hij zit midden in een verhoor en is inmiddels al de hele dag op het bureau aanwezig. De twee dagen die hieraan voorafgingen heeft hij geen oog dicht kunnen doen. Hij moet wel scherp blijven. Patrick is zich ervan bewust dat als hij ook maar een klein beetje aan nuttige informatie vertelt, hij alles kwijt zou zijn waar hij zo hard voor had gevochten. Ook deze dag zal hij moeten vechten. Voor Patrick is het letterlijk en figuurlijk vechten voor zijn leven. Zijn enige verdediging tegen de klappen van het verhoor was liegen. Blijven liegen betekend voor Patrick blijven staan, en dat betekent het gevecht overleven.

Er leek soms geen licht aan het einde van de tunnel te zijn maar dan schijnt het licht toch daar. Patrick mag eindelijk weg. Dit betekende niet voor Patrick dat alles was afgelopen op deze dag. Het bleek een heel groot onderzoek te zijn vanuit de politie. Een paar dagen later ontving hij een brief waarin stond dat zijn telefoongesprekken voor het onderzoek een paar maanden werden afgeluisterd. Het kwam zelfs in het nieuws toen er twee mensen uit zijn oude kring werden opgepakt voor hetzelfde waar hij voor op het bureau moest zijn. Met dit nieuws wist hij het zeker dat ze niet genoeg hadden om hem op te pakken. Men kent niet zomaar de opluchting die Patrick op dat moment voelde. Zijn verleden leek van hem af te druppelen als regendruppels die naar beneden gaan op een raam. Dit was het moment waarin Patrick echt volledig met zijn beide benen in zijn nieuwe leven kon, en kon blijven, staan. Het geweld, de drugs en het dealen zijn allemaal van het verleden. De toekomst is Maria en de kinderen.

*Namen zijn veranderd wegens het waarborgen van de privacy van de bron. Deze heeft verzocht anoniem te blijven. Namen zijn bekend bij redactie.

Over de auteur