Uit onderzoek van Rutgers (Expertisecentrum van seksualiteit) is gebleken dat de slachtoffers van seksuele intimidatie online en offline heel verschillend zijn. Dit verschil is vooral te zien bij de seksuele geaardheid van slachtoffers. Rutgers bracht het onderzoek naar buiten over het fenomeen van seksueel geweld in Nederland op 8 augustus. Het is een aanvullende Analyse van een eerder onderzoek dat gedaan is door het Centraal Bureau van Statistiek in 2020.
Het doel van het onderzoek was om belangrijke soorten seksuele grensoverschrijding te onderscheiden en slachtoffer-pleger relaties beter in kaart te brengen. De resultaten zijn gebaseerd op antwoorden van 30.459 personen van 16 jaar en ouder, woonachtig in Nederland.
Verschil in seksuele voorkeuren
Er wordt tijdens het onderzoek van Rutgers onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen. Er wordt een onderscheid gemaakt in leeftijd, seksuele voorkeur, herkomst, opleidingsniveau, positie in huishouden, stedelijkheid en welvaart. Er wordt ook een scheiding gemaakt in het onderzoek van Rutgers tussen online en offline seksuele intimidatie. Bij non-verbale seksuele intimidatie bijvoorbeeld. Het ongewild delen van seksuele beelden of het ongewild tonen van een geslachtsdeel is er een groot verschil tussen de online en offline slachtoffers. De meerderheid van de lesbische vrouwen 9.8% ervaart offline meer non-verbale seksuele intimidatie in tegen stelling tot homoseksuele mannen 5.2%. Online ervaren homoseksuele mannen 11.9% juist meer non-verbale seksuele intimidatie in tegenstelling tot 0% van de lesbische vrouwen.
Online en offline intimidatie
Volgens Rutgers onderzoekster Fayaaz Joemmanbaks is het verschil in seksuele geaardheid van slachtoffers die te maken hebben met online of offline seksuele intimidatie wel te herleiden. ”De reden dat homoseksuele mannen vaker online in aanraking zouden komen met non-verbale seksuele intimidatie is omdat ze vaker online daten dan lesbische vrouwen. Lesbische vrouwen hebben vaker te maken met offline non-verbale seksuele intimidatie. Ze zouden minder vaak online daten dan homoseksuele mannen. Vrouwen zijn over het algemeen vaker slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Er is bekend dat de plegers van seksuele intimidatie zich storen aan het niet hetero gedrag van lesbische vrouwen en daarom geweld tegen hen plegen”, aldus Joemmanbaks.
Gevolgen van seksuele intimidatie
De gevolgen van seksuele grensoverschrijdend gedrag worden ook weergeven in cijfers. Mannen met 8,3% ,alleenstaande mannen met 11,8% en mannen in het laagste inkomenskwintiel 12,7% geven vaak aan lichamelijke of psychische gevolgen te hebben ondervonden. Vrouwen die niet stedelijk woonden 10,6% en vrouwen in het laagste inkomenskwintiel 11,8%, ondervonden vaak relatie en seksuele problemen. Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen spraken met 26,9% over seksueel grensoverschrijdend gedrag met familieleden en partner. 40,9% van de homoseksuele mannen en lesbische vrouwen bespraken het met zijn of haar vriend of vriendin. Uit het onderzoek blijkt ook dat er voor online en offline non-verbale seksuele intimidatie en fysiek seksueel geweld geldt dat de pleger meestal een bekende is. Dit kan een collega of teamgenoot zijn, maar ook een arts, religieuze leider of een online contact.
Sociaal probleem
Seksuele grensoverschrijding is een groot sociaal probleem volgens Rutgers. Ook online komt ongewenst seksueel gedrag steeds vaker voor blijkt uit het onderzoek. De impact op slachtoffers kan ook erg groot zijn blijkt uit de cijfers. Rutgers wil dit geweld terugdringen en voorkomen. Daarom blijven ze het onderzoeken, aanpakken en op de agenda zetten. Want alleen door het erover te hebben, verandert er iets volgens hen.
Verantwoording:
Ik heb gekozen voor het onderzoek van Rutgers over seksueel grensoverschrijdend gedrag omdat het een actueel onderwerp is dat veel speelt in het nieuws. Uit het onderzoek van Rutgers kwam naar voren dat vooral vrouwen seksueel grensoverschrijdend gedrag ervaren. Hetzelfde geldt voor biseksuele mannen en vrouwen. Uit de grafieken van Rutgers zag ik opvallende cijfers tussen homoseksuele mannen en lesbische vrouwen. Als het gaat om non-verbale ‘offline’ seksuele intimidatie dan hebben lesbische vrouwen met 9.8% hier meer last van in vergelijking tot homo seksuele mannen 5.2%. Bij non-verbale ‘online’ seksuele intimidatie heeft 11.2% van de homoseksuele mannen in vergelijking tot 0% van de lesbische vrouwen hier meer last van. Ik heb gekozen om de non-verbale seksuele intimidatie per seksualiteit met elkaar te vergelijken omdat ik flinke uitschieters zag tussen de online en offline intimidatie. Deze informatie kan nuttig zijn voor vervolg onderzoeken.
