Absurdisme en humor gaan hand in hand samen in de wereld die Willem Bentvelzen onder zijn alias Argibald op papier zet. De illustrator voorziet zijn werk regelmatig met subtiele filosofische ondertonen waardoor de cartoons net wat dieper kunnen overkomen dan de eenvoudige tekenstijl doet vermoeden.
Op een zonnig terras in Utrecht zit Bentvelzen alvast met een kop gemberthee klaar. De cartoonist heeft een vriendelijke en open uitstraling. Voor het beantwoorden van de vragen kan je hem duidelijk zien denken en kiest hij nauwkeurig zijn woorden uit. Zijn antwoorden zijn uitgebreid geformuleerd en zijn zo nu en dan doordrenkt met filosofische omweggetjes. “Mag ik er eentje pakken?”, vraagt hij wijzend naar het pakje sigaretten wat op tafel ligt.
Wanneer Bentvelzen voor het eerst met strips in aanraking kwam, zou hij zich niet kunnen herinneren. “Tekenen is altijd een passie van mij geweest, vanaf jonge leeftijd tot nu. Mijn artistieke reis begon met het tekenen voor het middelbare schoolkrantje en het creëren van strips van bekende namen zoals Eric Schreurs’ “Joop Klepzeiker” en “De Familie Doorzon”. Bentvelzen wist al snel dat hij iets met tekenen wilde doen, waardoor hij na de middelbare school besloot om de vrije tekenacademie te volgen. “Ik raakte geïnteresseerd in het maken van korte animaties, zoals je vroeger op Villa Achterwerk voorbij zag komen. Toen besloot ik om de studie animatie op de HKU te volgen. Maar tijdens mijn studie kwam ik erachter dat ik toch wel moeite had om me langdurig op één project te concentreren.”
Tijdens de studie komt Bentvelzen er dan ook al gauw achter dat het animeren misschien niet voor hem is weggelegd. “Ik realiseerde me al snel dat ik veel meer voldoening haalde uit het maken van kortere fragmenten, in de vorm van kleine illustraties, wat uiteindelijk heeft geleid tot mijn huidige werk als cartoonist. Deze werkwijze past het beste bij mij omdat ik graag de verschillende ideeën die ik op een dag krijg meteen kan uitwerken en op papier kan zetten. In dit format kan ik mijn creativiteit ook veel beter uiten. Soms maak ik tien dingen waarvan er maar drie echt leuk zijn, maar dat is helemaal prima, zolang ik maar dingen kan blijven creëren.”
Proces
Schetsen maakt Bentvelzen niet. “Ik droedel gewoon iets op papier en zie dan later of gaandeweg wel wat ik ervan kan maken. Ik kom altijd wel iets tegen in mijn omgeving of uit mijn hoofd waarmee ik iets kan. Het creatieve proces is het leukst als het je overvalt, wanneer je begint met krabbelen zonder te weten wat het zal worden, net zoals een kind dat zou doen. Mijn meest interessante werken ontstaan eigenlijk uit het niets, maar het kan ook voorkomen dat ik iets bedenk en het vervolgens uitwerk. Het komt allemaal uit een plek waar soms mooie dingen ontstaan, maar soms ook niet. Je kunt dat niet echt afdwingen. Muzikanten of dichters zullen dat ook wel herkennen, dat je opeens lacht of schrikt van iets wat je zojuist hebt gemaakt.”
De simpele tekenstijl met duidelijk lijnwerk is een bewuste keuze. “Hoewel het natuurlijk geweldig is als je echt goed kunt tekenen, werkt dat niet altijd goed voor humor. Een eenvoudigere tekenstijl heeft geen ernst, waardoor het zich veel beter uitleent voor humor. Soms vragen mensen wel is of mijn kinderen een bepaalde cartoon hebben gemaakt, maar dat vind ik eigenlijk wel leuk.”
Inspiratie
Bentvelzen haalt de inspiratie voor zijn cartoons voor het grootste deel uit zichzelf, op basis van bijvoorbeeld een reactie op iets wat hij meemaakt. “Soms fascineert iets me, zoals halve zinnen of een vaag idee. Mijn notitieboekje staat vol met flarden die tot iets kunnen leiden, of niet. Soms kijk ik er later weer naar en probeer ik iets te oogsten uit die geordende chaos. Taal en poëzie kunnen me ook erg inspireren, omdat mensen zich vaak illustreren met de taal die ze gebruiken. Een bepaald karakter wordt gevormd door de taal die hij of zij gebruikt, en dat blijft fascinerend.”
“Qua cartoonisten zijn Gummbah, Kamagurka en Yrrah grote inspiratiebronnen voor mij. Ook de Franse Hongaar Topor heeft mij enorm geïnspireerd. Neem nou Kamagurka, wat eigenlijk staat op een soort hoog intellectueel schoolkrantniveau. Hij is een van de eersten die absurdisme vanuit literatuur naar de strip heeft gebracht. Er zit ook een hoog “dat wil ik ook doen”-sentiment in, alsof je een skatevideo kijkt en het meteen zelf wilt proberen. Het plezier van het maken is terug te zien in het eindproduct, en dat heeft me vroeger erg geïnspireerd. Zijn tekeningen lijken alsof ze zijn gemaakt door een zestienjarige tijdens een wiskundeles, maar de concepten komen veel intelligenter over dan dat.”
Doel
Een bepaald doel wat hij met zijn cartoons wil bereiken, heeft hij niet persé. “Natuurlijk vind ik het leuk als ik mensen hiermee kan vermaken, maar ik verwerk er geen politieke boodschappen in ofzo. Absurditeit heeft me altijd al meer aangesproken. Het is leuker als mijn cartoons de tand des tijds kunnen doorstaan, wat vaak moeilijker is bij politieke cartoons, die vaak alleen actueel zijn op de dag zelf. Natuurlijk heb ik mijn eigen kijk op bepaalde zaken, maar ik wil die niet aan anderen opdringen of mensen bekritiseren die er anders over denken. Dat is niet de functie van mijn kunst.”
Los van dat is Bentvelzen van mening dat alles in bepaalde zin relativeert kan worden. “Het is belangrijk dat er overal grappen over gemaakt kunnen worden. Het is slecht met de wereld gesteld als alle humor eruit wordt gekamd.”
Dat de cartoons van Argibald niet worden gemaakt met het doel om mensen te kwetsen, voorkomt natuurlijk niet dat mensen zich toch aangevallen kunnen voelen. “Jaren geleden heb ik een cartoon gemaakt waarin Jezus aan het kruis hing. Hij richtte zich tot de Romeinse wacht die ernaast stond, met het bijschrift “knuffelen?”. Door die cartoon zijn er veel brieven binnengekomen van gelovigen die dachten dat ze bespot werden, maar dat was helemaal niet mijn bedoeling. Eigenlijk was het bedoeld als een barmhartige boodschap.”
“Later heb ik ook een cartoon gemaakt waarin de Ku Klux Klan zich klaarmaakte om een persoon van kleur te verbranden. Er stond ook een klein puntmutsje bij dat hem de fakkel aanreikte en zei: “Toe maar jongen, het is tenslotte jouw snuffelstage.” Die cartoon ontstond doordat ik het woord “snuffelstage” erg lullig vond klinken te midden van alle serieuze zaken in de wereld. Dat vond ik eigenlijk het grappigste. Nu zou ik zoiets nooit meer maken, omdat dergelijke onderwerpen tegenwoordig veel gevoeliger liggen en ik meteen in een bepaald hokje zou worden geduwd,” volgens Bentvelzen is dit iets wat met de tijd is ontstaan. “Ik heb het idee dat het vroeger duidelijker was dat een kunstenaar zich in een bepaald kunstmatig gebied kon uitleven, terwijl tegenwoordig veel sneller allerlei zaken eraan worden gekoppeld. Niet dat ik daar heel bang voor ben, hoor. Ik denk dat veel mensen wel begrijpen dat ik mijn cartoons niet maak om mensen te beledigen.”
Een uur en 2 sigaretten verder eindigt het interview. Na een kleine nabespreking oppert Bentvelzen dat hij weer aan de slag moet, “maar ik zie je waarschijnlijke binnenkort wel in de Bastaard. Misschien kan je daar trouwens nog iemand voor interviewen, ik ben wel benieuwd wat ze over me te zeggen hebben.”
De Bastaard
In zijn vrije tijd is Bentvelzenvaak te vinden in theatercafé de Bastaard, waar hij een vaste gast is. “Hij zit altijd op dezelfde plek met een Duveltje,” zegt Job, een van de barmannen in de kroeg. Hij straalt een open en empathische indruk uit en is snel begaan met de mensen die hij mag.” Job kwam er pas een tijd na de eerste ontmoeting achter dat Bentvelzen achter het alias Argibald de cartoons maakte. “Hij loopt er niet te koop mee, wat ik sympathiek van hem vind. Ik ben wel fan van zijn werk.” Ook barman Seb sluit zich hierbij aan, “sommige cartoons bestaan uit typische poep en pies humor, maar er zitten er ook zeker wat tussen waarbij de betekenis erachter veel dieper is dan je in eerste instantie zou verwachten. Hij komt over als een intelligente en welbespraakte man met een mooie woordenschat, iets waar ik ontzettend van kan genieten. Je kan goed met hem praten over allerlei filosofische onderwerpen.”
Boek
Momenteel maakt Bentvelzen tekeningen voor een boek van Ronald Venema, wat gaat over zijn puberale dagboeken uit de jaren 90. “Toevallig had mijn redacteur een tekening van Argibald aan de muur hangen, waardoor we beide op het idee kwamen hem te benaderen voor mijn boek. Ik waardeer de absurde humor die zijn cartoons bevatten. Hierdoor sluiten goed aan bij mijn dagboeken, die ook wel dezelfde puberale humor hebben.”
Het tweede deel van de serie mijn onwijs eerlijke puberdagboeken met illustraties van Argibald, ligt aan het einde van het jaar in de boekwinkels.