In de jaren ’70, ’80 en zelfs ’90 was de libero of ‘vrije verdediger’ een vertrouwd gezicht op de voetbalvelden. Denk aan legendarische namen als Franz Beckenbauer, Franco Baresi, en dichter bij huis: Ronald Koeman. De libero was de man die achter de verdediging speelde, vaak de opbouw verzorgde, ruimte las als geen ander en regelmatig mee op avontuur ging richting het vijandelijke doel. Maar vandaag? De klassieke libero is bijna volledig uitgestorven.
De glorietijd: Koeman en zijn offensieve vrijheid
Ronald Koeman belichaamde als geen ander de moderne libero van zijn tijd. Bij PSV in 1988 – het jaar van de treble – scoorde hij als verdediger meer dan 20 goals, mede dankzij zijn dodelijke vrije trappen en afstandsschoten. In die tijd konden vleugelaanvallers zich meer focussen op de aanval, waardoor verdedigers als Koeman de ruimte kregen om in te schuiven en het spel te maken.
“Koeman stond officieel achterin, maar functioneerde in feite als extra middenvelder,” zegt sportjournalist Patrick Leemans. “Zoiets zie je nu bijna niet meer.”
Waarom verdween de libero?
De tactiek in het moderne voetbal veranderde ingrijpend. Tegenwoordig moeten alle spelers – ook vleugelaanvallers – meeverdedigen. Dat maakt het risicovoller voor centrale verdedigers om op te schuiven. “In het huidige topvoetbal zijn backs vaak de extra middenvelders geworden,” legt Leemans uit. “Ze komen op snelheid mee naar voren, terwijl de centrale verdedigers vooral georganiseerd moeten blijven om counters te voorkomen.”
Daarbij is pressing, ofwel druk zetten, essentieel geworden. Teams als Liverpool, Manchester City en Real Madrid werken met hoge pressinglijnen en snelle omschakelingen. Dat vraagt om verdedigende stabiliteit en positionele discipline — ruimte voor een libero is er nauwelijks nog.
Data ondersteunt de trend
Uit analyse van Opta-gegevens blijkt dat sinds 2010 het percentage centrale verdedigers met gemiddeld meer dan 1,5 schot per wedstrijd (een indicatie voor aanvallende inbreng) met meer dan 40% is gedaald in de top vijf Europese competities. Ook het aantal doelpunten van centrale verdedigers is in die periode gedaald: van gemiddeld 3,1 per seizoen in 2010 naar 1,9 in 2024.
Komt de libero ooit terug?
Volgens Leemans is het niet uitgesloten. “Voetbal is cyclisch. Wat vandaag ouderwets lijkt, kan morgen weer hip zijn. Als er een verdediger opstaat die én kan inschuiven én positioneel slim genoeg is om snel terug te schakelen, dan zie ik het wel gebeuren.”
Tot die tijd lijkt de rol van de libero begraven onder nieuwe tactische inzichten. Maar net als vinylplaten of vintage kleding, weet je het in het voetbal nooit zeker: alles kan een comeback maken.
Beluister hier de reportage, waarin ik sprak met Bas van Veenendaal, televisieverslaggever en presentator van Ziggo Sport, en met voetbaljournalist Patrick Leemans.