Politieke partijen die een huurbevriezing voorstellen, schetsen een onrealistisch beeld: ze misleiden huurders, aldus Anne Wilbers, bestuursvoorzitter van woningcorporatie Stadgenoot, in Het Parool op 14 april 2025.
Oordeel: Gedeeltelijk waar.
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. (25 april 2025)
Bron van de bewering:
De uitspraak komt uit een opiniebijdrage van Anne Wilbers in Het Parool. Volgens haar zijn de beloftes rondom huurbevriezing niet realistisch. Ze stelt dat een bevriezing van huren de financiële ruimte van woningcorporaties onder druk zet, waardoor investeringen in nieuwbouw en verduurzaming stil komen te liggen. Daarmee zouden huurders uiteindelijk juist benadeeld worden, ondanks het aanvankelijke voordeel van stabiele huurprijzen.
Deze lijn wordt bevestigd door Liesbeth Spies, voorzitter van Aedes (de branchevereniging van woningcorporaties), die op 16 april in een ander Parool-artikel zei: ‘Dan is het einde oefening met alle afspraken die we gemaakt hebben over nieuwbouw en de verbetering van bestaande woningen.’
Waarom is dit niet zo eenduidig?
De uitspraak impliceert dat huurbevriezing per definitie een misleiding is, maar dat is afhankelijk van welk perspectief je hanteert – financieel, politiek of sociaal.
Beleidsoverwegingen: wat heeft de overheid gedaan?
In de afgelopen jaren heeft de overheid juist beleid gevoerd dat woningcorporaties beperkte ruimte gaf voor investeringen:
- Verhuurderheffing: (2013–2023): Deze omstreden belasting op sociale huurwoningen kostte corporaties miljarden euro’s. In 2023 werd de heffing afgeschaft, maar de schade was toen al aangericht.
- Liberalisering huurmarkt: Sinds de jaren 90 is er steeds meer ruimte voor marktwerking gekomen, wat met name de middenhuur heeft geraakt: er zijn te weinig betaalbare opties over voor mensen met een middeninkomen.
- Regeldruk en trage besluitvorming: Corporaties noemen bureaucratie en gebrek aan doorzettingsmacht als belemmeringen bij nieuwbouwprojecten.
Conclusie: overheidsbeleid heeft de mogelijkheden van corporaties inderdaad beperkt. Maar dat betekent niet automatisch dat huurbevriezing ‘misleiding’ is.
Wat is het effect van een huurbevriezing op de woningvoorraad?
Volgens Wilbers en Aedes: minder investeringscapaciteit leidt tot minder nieuwbouw/verduurzaming.
Maar er zijn ook andere geluiden. Politieke partijen als de PvdA en SP stellen dat huurprijzen zo hoog zijn geworden dat ingrijpen noodzakelijk is. De PvdA wil zelfs alle huren bevriezen. Kamerlid Habtamu de Hoop (PvdA) benadrukte op NPO Radio 1 dat de maatregel voor iedereen moet gelden – sociale én vrije sector – om eerlijk te zijn.
Andere landen en alternatieven
In steden als Berlijn en Stockholm zijn tijdelijke huurplafonds ingesteld om de wooncrisis te verlichten. Zo is te lezen in dit Parool artikel. De resultaten zijn gemengd: sommige beleggers trokken zich terug, maar huurders kregen wel tijdelijk lucht. Een alternatief is compensatie: bij een huurbevriezing zou de overheid corporaties financieel kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld via subsidies of garantstellingen. Dat zou hun investeringsvermogen deels kunnen waarborgen.
Wat zeggen deskundigen en betrokkenen?
Susanne Heering, presentatrice van het AT5-programma Bouw Woon Leef, ziet huurbevriezing vooral als een politieke slogan. ‘Het klinkt sympathiek, maar in de praktijk is het onhaalbaar,’ stelt ze. Volgens Heering beseffen veel kiezers niet wat de maatregel op lange termijn betekent: minder geld voor nieuwbouw en verduurzaming, met als gevolg nóg meer woningnood. Ze merkt op dat partijen zoals de PVV met deze boodschap stemmen winnen, ondanks de twijfelachtige uitvoerbaarheid. Ook geeft het, volgens de AT5 presentatrice, woningcorporaties minder ruimte de bestaande woningen te isoleren of op te knappen, waardoor zittende huurders de dupe worden. Wel zegt ze dat pandjesbazen wel naar believen hun huren (buiten sociale sector) kunnen verhogen.
Heering is kritisch op het huidige beleid en vindt dat minister Mona Keijzer – die zich eerder sterk maakte voor realistische woonmaatregelen op de woontop op 11 december 2024 – in een onmogelijke positie komt als de huurbevriezing wordt doorgezet. ‘Dit is precies het tegenovergestelde van waar Keijzer voor stond. Als dit doorgaat, kan ze beter opstappen.’
Conclusie:
De stelling dat politieke partijen ‘huurders misleiden’ met beloftes over huurbevriezing is een waardeoordeel dat moeilijk hard te maken is. Er zijn inderdaad risico’s verbonden aan zo’n maatregel – vooral als deze niet gepaard gaat met compenserende maatregelen voor woningcorporaties. Tegelijkertijd is het ook niet misleidend om als partij te pleiten voor betaalbare huren als legitieme beleidskeuze, mits er een doordacht plan achter zit.
Het oordeel ‘gedeeltelijk waar’ is daarom passend: huurbevriezing zonder compensatie kán schadelijk zijn, maar het als misleiding framen miskent het politieke en maatschappelijke debat dat hierover gevoerd wordt.