Nederlandse jongeren tussen de 10 en 18 jaar beschikken over onvoldoende democratische kennis en participeren te weinig in het democratische proces. Dit blijkt uit een rapport van ProDemos naar de democratische gezindheid van jongeren.
Het rapport toont aan dat veel scholieren moeite hebben om democratische principes, zoals vrijheid en gelijkheid, met elkaar in verband te brengen. Hoewel jongeren de democratie over het algemeen associëren met zaken als vrijheid, blijkt uit de resultaten dat slechts een klein deel van de jongeren een volledig beeld kan schetsen van wat de democratie inhoudt. Dit is een probleem. Er ontstaat een grotere achterstand, waardoor scholieren niet volledig op de hoogte zijn wat er in de samenleving gebeurt dat hen aan gaat. Daarbij worden grote verschillen gezien tussen scholieren van verschillende opleidingsniveaus: vmbo-leerlingen scoren lager op kennis over democratie dan hun havo- en vwo-leeftijdsgenoten.
Naast het kennisprobleem wordt er in het onderzoek ook gewezen op een gebrek aan actieve participatie in de politiek. Hoewel een groot deel van de jongeren aangeeft te willen stemmen en betrokken te zijn bij maatschappelijke kwesties zoals klimaatverandering en protesten, blijft hun daadwerkelijke politieke participatie relatief laag. Toch is er een positieve trend zichtbaar: steeds meer jongeren nemen deel aan protesten en maatschappelijke acties. Jongeren met een lagere sociaaleconomische status en leerlingen uit het beroepsonderwijs voelen zich minder betrokken bij de democratische samenleving en zijn minder geneigd deel te nemen aan politieke discussies of activiteiten. Dit kan leiden tot ongelijkheden in de democratische vertegenwoordiging op de lange termijn.
ProDemos vermeldt in het rapport dat scholen meer moeten doen om deze achterstand in te halen. Dit onderwijs moet gericht zijn op kennis van de democratie, begrip van botsende waarden en het versterken van politiek zelfvertrouwen. Daarnaast is het belangrijk dat burgerschapsonderwijs voor alle jongeren toegankelijk en gelijkwaardig moet zijn, zodat grote ongelijkheden niet verder toenemen. Dit kan helpen jongeren niet alleen de nodige kennis bij te brengen, maar hen ook te stimuleren om actief te participeren in de democratie.
Prinsjesdag is een belangrijk moment voor de samenleving: De miljoennota wordt bekend gemaakt. Maar wat weten scholieren van deze dag? En wat kan er gedaan worden om scholieren meer betrokken te krijgen? In deze reportage wordt er gesproken met maatschappijleraar Paul Simons en Nayobé Reemnet van UnicefJong over wat er moet gebeuren om scholieren meer te betrekken bij de politiek.