Factcheck: kinderopvang goed voor het gedrag van kinderen, toch zijn er belangrijke nuances

Factcheck: kinderopvang goed voor het gedrag van kinderen, toch zijn er belangrijke nuances

Kinderen die aan het spelen zijn op de kinderopvang samen met pedagogisch medewerkers

‘Kinderopvang goed voor kinderen’, dit was de kop van een opiniestuk uit de Telegraaf van Hester Zitvast. Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat deze claim genuanceerder is dan nu wordt vastgesteld. Kinderopvang is goed voor het gedrag van kinderen maar in welke vorm, met welke kwaliteit en wanneer zijn punten waarop onderzoekers nuances maken.

In het artikel van de Telegraaf wordt een wetenschappelijk onderzoek van medisch tijdschrijft The Lancet aangehaald. Er zijn twee recente onderzoeken gedaan door The Lancet, maar er wordt in het artikel van de Telegraaf niet gespecificeerd om welke het gaat. Daarom worden beide onderzoeken in de factcheck behandeld. In het onderzoek ‘Is childcare good or bad for children’s socio-emotional development? Context matters’, blijkt dat ‘kinderen die naar centrumgerichte kinderopvang gaan, hebben minder internaliserende symptomen en lagere niveaus van externaliserende symptomen, vergeleken met kinderen die door hun ouders werden verzorgd voordat ze naar de school gingen.’

Internaliserende problemen zijn emotionele problemen, die naar binnen gericht zijn. Bij externaliserend gedrag gaat het om emoties op een extreme manier uiten. Vaak als gevolg van een tekort in vaardigheden om gevoelens onder controle te houden. Dit lijkt de claim juist te bevestigen. Toch komt er later in het onderzoek naar voren dat de wetenschappers van dit onderzoek zich ‘geconcentreerd op centrumgerichte zorg. Dit roept de vraag op of alternatieve thuiszorg tot vergelijkbare resultaten kan leiden als centrumgerichte zorg of niet; mogelijk is dit afhankelijk van de mate van regulering voor dit soort zorg.’

Verschil in soorten kinderopvang

In het tweede onderzoek van ‘The Lancet Early childcare arrangements and children’s internalizing and externalizing symptoms: an individual participant data meta-analysis of six prospective birth cohorts in Europe’, gaat verder in op het verschil tussen deze verschillende soorten kinderopvang. Hoogleraar Kinderopvang en Educatieve voorzieningen voor het jonge kind Prof. dr. Ruben Fukkink (55), aan de Universiteit Amsterdam ligt toe dat centrumgerichte kinderopvang gaat om opvang buitenshuis van nul tot vier jaar, voor de basisschool. Bij informele zorg gaat het om ‘betaalde of onbetaalde kinderopvang, zowel thuis als buitenshuis, die niet onder de wettelijke regels voor kinderopvang valt’, volgens het CBS.

‘Vroege centrumgerichte kinderopvang wordt in verband gebracht met verminderde niveaus van internaliserende symptomen bij kinderen vergeleken met exclusieve ouderlijke zorg. Voor informele kinderopvang werden tegengestelde associaties waargenomen. Over het geheel genomen suggereren onze resultaten dat het bezoeken van kinderopvang in een centrum geassocieerd kan zijn met lichte positieve effecten op de emotionele ontwikkeling van kinderen en dat dit door overheidsbeleid moet worden aangemoedigd.’

Kwaliteit van de centrumgerichte kinderopvang

Prof. dr. Fukkink bevestigt het onderzoek van The Lancet, maar voegt de nuance toe dat de kwaliteit van de kinderopvang goed moet zijn om de positieve gedragseffecten te behouden. Hiervoor moeten we de regels rondom de centrumgerichte goed volgen, ze zijn volgens hem ‘het fundament van de kwaliteit.’ Wel vindt hij dat de kinderopvang positief bijdraagt aan de stap naar de basisschool. ‘Het is goed voor kinderen als ze, al voor de basisschool, in aanraking komen met andere kinderen en pedagogisch medewerkers.’

Ander wetenschappelijk onderzoek

In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in 2022 een onderzoek verschenen over de effecten van kinderopvang voor nul tot vier jarigen op de cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen op middellange en lange termijn. Met cognitieve ontwikkelingen bedoelen we het proces van leren. Sociaalemotionele ontwikkelingen zijn de ontwikkelingen van de persoonlijkheid van een kind.

In het onderzoek wordt allereerst aangegeven dat ‘uit het overzicht van recent internationaal onderzoek, geconcludeerd kan worden dat deelname aan universele programma’s voor kinderopvang, voorschoolse educatie of kleuteronderwijs vanaf twee à drie jaar positief bijdraagt aan de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen op middellange en lange termijn, met de sterkste positieve effecten voor kinderen die opgroeien in kansarme situaties.’

Aan de andere kant is het ‘…gebruik van universele opvang en educatie voor jongere kinderen onder de twee jaar, minder eenduidig. De resultaten van de verschillende onderzoeken lopen uiteen vanwege verschillende stelsels. Scherpe leeftijdsgrenzen zijn niet te trekken. Alles wegend, concluderen we dat heel vroege intensieve kinderopvang tot één à anderhalf jaar risico’s met zich meebrengt voor de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Deze risico’s zijn groter bij lagere kwaliteit van de opvang en groter voor kinderen voor wie het alternatief is opvang van hoge kwaliteit thuis door de ouders.’

Ook in dit Nederlandse onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dus dat er nuance zit in de positieve effecten van de kinderopvang.

Conclusie

Op basis van de onderzoeken en het interview met Prof. dr. Fukkink is de conclusie dat kinderopvang goed is voor het gedrag van kinderen. Met de nuance dat de positieve effecten komen door het soort opvang en vanaf welke leeftijd. Prof. Dr. Fukkink voegt hier aan toe dat ‘we de kwaliteit van de kinderopvang moeten bewaken en regels niet licht moeten nemen, want die vormen het fundament van die kwaliteit.’

Over de auteur

Nina Bakker

Mijn naam is Nina Bakker, ik ben studente journalistiek aan de Hoge School Utrecht. Ik ben geboren en woonachtig in Gorinchem. Momenteel ben ik 18 jaar. Voor mijn studie heb ik eerst de mavo (Cum Laude) en daarna de havo afgerond. Voor mijn mavo heb ik het jaarboek gemaakt van mijn examenjaar. In mijn eerste jaar als journalistiek student wil ik vooral basiskennis opdoen over het vak. Het maken van een eigen nieuwswebsite op SvJ media sluit hier ook mooi op aan, want als je iets in de praktijk veel doet leer je ook sneller. Ik heb dan ook erg veel plezier in het werk wat ik hiervoor moet verrichten. Mijn journalistieke interesses liggen vooral bij mode en cultuur. Ik ben hier in mijn vrije tijd dan ook graag mee bezig. Een voorbeeld hiervan is dat ik een bijbaantje heb bij de Douglas. Op het eerste gezicht is het misschien geen journalistiek werk, maar je bent wel continu bezig de klant te ondervragen om een product te zoeken wat goed bij die klant past. Het werk bij een parfumerie is natuurlijk ook iets wat weer aansluit bij het werk op een moderedactie. Voor info: nina.bakker@student.hu.nl