Bedreigde taal Saterfries erg interessant voor onderzoek

Bedreigde taal Saterfries erg interessant voor onderzoek

Boeken over het Saterfries

Saterfries, de recordhouder van minst gesproken taal in Europa, loopt nog steeds gevaar. Slechts 1000 tot 2000 mensen spreken de taal. Toch wordt er veel onderzoek gedaan naar deze taal.

Saterfries is het laatst overgebleven onderdeel van het Oost-Fries, het Fries dat tot in de middeleeuwen gesproken werd in Duitsland. Door verschillende factoren zijn de meeste dialecten van deze taal uitgestorven. ‘Hoe dat komt weten we eigenlijk niet. Het zullen verschillende factoren zijn, mensen spreken gewoon graag dezelfde taal als hun buren’, aldus onderzoeker Bouke Slofstra. Behalve inwoners van het Saterland, een gebied in Noord-West Duitsland. ‘Het Saterland is heel geïsoleerd in het moeras, tot voor kort kon je er eigenlijk alleen via het water komen’, geeft Slofstra als uitleg.

Een andere onderzoeker, Henk Wolf, is al jaren actief onderzoeker naar het Fries, de laatste jaren vooral naar het Saterfries. Dit komt door een actie vanuit de gemeente volgens Slofstra, ze wilden graag ondersteuning van een prominente onderzoeker om aandacht te vragen voor hun uitstervende taal. Wolf neemt deze taak met grote eer aan. ‘Ik heb een baan die verder niemand heeft, die niemand ooit gehad heeft en ik hoop wel dat iemand anders hem na mij nog krijgt, maar tot nu toe ben ik de enige’, vertelt Wolf bij Spijkers met Koppen op Radio 2.

Volgens Slofstra is het belangrijk om de taal te behouden, ook vanuit taalkundig standpunt. Saterfries is een bijzondere taal die ook voor onderzoek belangrijk is. ‘Er zitten kenmerken aan het Saterfries die ook in de oude Germaanse talen voorkwamen, maar nu nergens anders meer. Het is dus voor de wetenschap heel interessant om te onderzoeken.’

De taal loopt dus ondanks dat nog steeds gevaar. Uit onderzoeken blijkt dat jongeren steeds minder dialect en streektaal spreken, ook als het wel wordt aangemoedigd. Naast het Duits, de officiële taal, is ook het Engels steeds populairder in het Saterland, en wordt de eigen streektaal dus steeds minder gesproken. ‘Als jongeren het niet meer spreken, kunnen ze het later ook niet doorvertellen’, aldus Slofstra. 

Voor meer informatie, kijk dan de explainer over de dialecten in Nederland: 

Om te zien hoe het zit met de dialectkennis van de Nederlanders is verslaggever Jarle de straten van Groningen en Utrecht op gegaan:

Over de auteur

Bram Wissink

Bram Wissink (1999) is een beginnend journalist aan de Hogeschool Utrecht. Bram is 25 jaar oud en woont in Arnhem. Hun interesses liggen vooral bij politieke journalistiek, langdurige onderzoeksjournalistiek, en LGBTQ+-onderwerpen. Bram is geboren en opgegroeid in het Achterhoekse Eibergen. Na een VWO-opleiding in Zutphen heeft die tijdens hun studie Geschiedenis afwisselend in Arnhem en Nijmegen gewoond. Tijdens die studie heeft Bram ontdekt dat hun passie bij journalistiek ligt. Hen heeft enkele artikelen geschreven en redactiewerk verricht op vrijwillige basis. Hierna volgde Bram een stage bij Follow the Money en heeft die freelancewerk gedaan voor verschillende platforms.