Deze week is de Kinderboekenweek begonnen. De Kinderboekenweek is een periode van 10 dagen begin oktober. Tijdens de Kinderboekenweek wordt er extra aandacht besteed aan het Nederlandse kinderboek. Uit de analyse van een onderzoek van de Bibliotheek op School bleek echter dat kinderen naarmate ze ouder worden steeds minder lezen. Van de beginnende lezers van rond de zeven jaar leest gemiddeld 68 procent in hun vrije tijd dagelijks een boek. Aan het eind van de basisschool, op twaalfjarige leeftijd, is dit percentage gedaald naar 35 procent. Naast het feit dat er op oudere leeftijd minder gelezen wordt, doen ook leerkrachten minder rond lezen in de hogere leerjaren. Uit het onderzoek blijkt verder dat ook na het twaalfde levensjaar de leestijd van kinderen daalt. Van de vijftienjarigen leest nog 21 procent dagelijks een boek.
In een havo-klas en een havo/vwo-klas op het Haarlemmermeerlyceum blijkt dat het merendeel van de leerlingen één tot twee keer per week een boek leest. Dit blijkt uit een ingevulde vragenlijst van de twee klassen. Van de boeken die gelezen worden, zijn avontuurlijke en spannende boeken het populairst onder de leerlingen. Volgens meerdere leerlingen in de klassen zou het hen helpen als ze meer leuke boeken aangeraden zouden krijgen. Ook hebben ze door huiswerk weinig tijd om in hun vrije tijd te lezen; leesmomenten op school zouden volgens hen dus ook een oplossing kunnen zijn.
Dit probleem is echter groter in Nederland dan in andere Europese landen. Het leesgedrag van Nederlandse jongeren is namelijk minder dan dat van onze buurlanden. Dit bleek uit PISA, een internationaal onderzoek naar de leesvaardigheid van vijftienjarigen. Nederlandse middelbare scholieren scoren met 459 punten onder het Europese gemiddelde van 480 punten.