Gerhard Hof (72) is vanaf jongs af aan al bezig met fotografie. Hij begon met een analoge camera maar tegenwoordig maakt hij foto’s met zijn telefoon én met een drone. Tijdens de coronaperiode begon hij met een fotorubriek. Hij vloog met zijn drone langs de Vecht en plaatste elke dag een luchtfoto op Facebook. Zo liet hij mensen zien hoe mooi de omgeving is vanuit de lucht. Dinsdag 13 mei gaf Gerhard de lezing over de ‘making of’ van de tentoonstelling ‘Langs oude en nieuwe wegen in de Vechtstreek’ in het Vechtstreekmuseum. In dit interview vertelt hij over de tentoonstelling, waarom hij dronefoto’s maakt, en waarom hij wegen en fotografie zo interessant vindt.
Hoe bent u ooit begonnen met fotograferen?
‘Fotografie is altijd iets geweest wat ik interessant vind. Ik begon met een analoge camera. Vanaf mijn 12e maak ik al foto’s. Ik deed dit eerst met een analoge camera. Ik had dan een rolletje van 36 foto’s. In de zomer maakte ik de eerst en met de kerst pas de 36ste. Daarna kocht ik een digitale camera. Maar nu maak ik heel veel foto’s met mijn iPhone. Dat vind ik heel handig, ik heb mijn telefoon altijd bij me dus mocht er iets geks gebeuren kan ik altijd meteen een foto maken.’
U maakt ook foto’s met een drone, hoe kwam u bij het idee of vanuit de lucht te fotograferen?
‘Als ik naar de televisie kijk denk ik vaak, hoe doen ze dat, die beelden van boven? Vanaf boven is een standpunt wat je normaal niet ziet. In 2019 kocht ik een goedkope drone, dit was een drone mini. Een halfjaar later heb ik de kleine drone ingeruild voor een grotere en zwaardere drone.’
Waarom wilde u een grotere drone?
‘Een lichte drone is gevoelig voor de wind. Bij een windkracht 3 kon de kleine drone het al niet meer aan omdat het te hard waaide. Nu vlieg ik nog steeds met mijn grotere drone. In totaal heb ik nu al 1100 vluchten gemaakt met de drone en foto’s gemaakt.’
Wat deed u met de foto’s die u maakte?
‘In 2020 begon de coronaperiode, toen dacht ik: wat moet ik nou gaan doen? Ik had toen bedacht om foto’s te gaan maken met de drone. Ik had bedacht om te beginnen bij Utrecht met foto’s maken, en zo wilde ik helemaal langs de vecht gaan om te fotograferen. Langs Maarssen, Breukelen richting Nigte vecht tot Muiden. Ik maakte foto’s met de drone en plaatste deze op facebook. Ik zette elke dag een foto op facebook en na 263 dagen kwam ik terecht in Muiden. Bijna een jaar lang elke dag een foto. Uiteindelijk had ik in totaal 7500 likes, dus er waren best wat mensen die elke dag naar de foto’s keken.’
Wat wilde u met de foto’s laten zien?
‘De intentie was om mensen te laten zien hoe mooi de omgeving was. Als je bijvoorbeeld in Loenen staat zie je de Loosdrechtse plassen niet. Maar door de foto’s kon je dat allemaal precies zien. Je kan zelfs Hilversum zien en, als je goed kijkt, de tv-toren van Hilversum. Zover kan je kijken als je van 120 meter hoogte kijkt. Door de lucht foto’s zie je precies waar alles ligt.’
U gaf dinsdag de lezing de ‘making of’ van de tentoonstelling ‘langs oude en nieuwe wegen’ gegeven. Waar ging de lezing over?
‘Klopt ja, dinsdag waren er ongeveer 20 mensen. Ik had een PowerPoint gemaakt met allerlei foto’s. De foto’s gingen voornamelijk over nieuwe wegen in de Stichtse Vecht. Het waren 8 foto’s die de actuele situatie weer geven van het verkeer in Stichtse Vecht. De meeste foto’s zijn met een drone gemaakt. Ik vond het erg leuk om te vertellen hoe ik zulke foto’s maak en wat je allemaal ziet.’
Is infrastructuur altijd iets geweest wat u interesseert?
‘Ik studeerde vroeger fysische geografie. Ik vind het erg boeiend om te zien hoe wegen lopen en waar de bossen en huizen liggen. Dat vind ik heel interessant en wilde ik dus graag delen. Daarom wilde ik ook mijn foto’s op Facebook en Instagram delen.
Komen er in de toekomst nog meer tentoonstellingen aan?
‘Als ze volgende keer weer vragen of ik wil samenwerken met een tentoonstelling dan doe ik dat graag. Ik vind het leuk als ik een bepaald thema heb. De volgende tentoonstelling zou dus ook over iets anders kunnen gaan. Over de plassen bijvoorbeeld of de eilanden in de plassen. Ik sta zeker in voor een volgend onderwerp.’
