Stichtse Vecht

Selecteer Pagina

Amerikaanse rivierkreeft als grondstof, nieuwe oplossing in strijd tegen exoot?

Amerikaanse rivierkreeft als grondstof, nieuwe oplossing in strijd tegen exoot?

De Amerikaanse rivierkreeft zorgt in heel Nederland voor veel overlast. Ook in Stichtse Vecht blijkt het probleem groter dan gedacht. Na meerdere onderzoeken lijken er vooralsnog geen goede oplossingen te zijn om de invasieve exoot te bestrijden. In Loenen aan de Vecht wordt momenteel gesleuteld aan een innovatieve oplossing voor deze plaag.

Wat in de jaren ’80 begon als delicatesse, is inmiddels uitgegroeid tot een probleem in heel Nederland. Destijds werd de diersoort geïmporteerd vanuit Noord-Amerika en in Nederland geïntroduceerd. De exoot sprong van de borden en ontsnapte uit de aquariums. Sindsdien verjaagt hij de Europese rivierkreeft en verstoort hij het ecosysteem in de regionale sloten en stadse grachten.

Veel overlast
Sinds de exoot zich razendsnel begon voort te planten in Nederland, werd de overlast al snel duidelijk. De kreeft graaft holen in oevers, waardoor deze afbrokkelen en instabiel worden. Ze eten alles wat ze tegenkomen, van viseitjes tot waterplanten. Vooral dat laatste zorgt voor grote problemen. Hierdoor wordt het water troebel en schijnt er geen licht meer op de bodem. Doordat er geen waterplanten meer zijn, kunnen de vele voedingsstoffen in het water niet meer worden opgenomen en neemt de waterkwaliteit sterk af. Ook in Stichtse Vecht zijn de problemen zichtbaar.In veel gebieden van Stichtse Vecht neemt de ecologische waarde af’, vertelt Winnie Rip, expert van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Een kleine kanttekening, volgens Rip is het effect van de kreeft lastig te scheiden van andere stressfactoren zoals besmetting, het klimaat etc. ‘Maar we denken dat de toename van kreeft een grote rol speelt bij de afname van de ecologische waarde’, voegt Rip daar aan toe.  

Strenge regelgeving
Er gelden strenge regels voor het vangen en/of verplaatsen van uitheemse rivierkreeften. Het is niet toegestaan deze dieren zomaar te vangen en te verplaatsen. Momenteel zijn alleen geregistreerde beroepsvissers bevoegd om de uitheemse rivierkreeft te vangen met speciale korven en netten. Waterschappen, gemeenten en terreinbeheerders mogen dergelijke middelen niet gebruiken. Als particulier mag je de uitheemse rivierkreeft wél vangen, mits dit met een hengel gebeurt. Ook mag je de kreeft dan bijvoorbeeld verwerken in een recept. Het is dweilen met de kraan open, de populatie groeit sneller terug dan hij wordt verwijderd. De Unie van Waterschappen pleit ervoor dat niet alleen geregistreerde beroepsvissers mogen vangen, maar ook sportvissers en boeren.

Bestrijding
Eerdere maatregelen in Stichtse Vecht zorgden voor een flinke reductie in het aantal Amerikaanse rivierkreeften in de gemeente. In een van de plassen in de Molenpolder, de Distelvinkplas, werd van april 2018 tot en met zomer 2019 een kleinschalige pilot uitgevoerd. Met als gevolg dat het aantal kreeften daalde van 1,5 naar 0,9 per vierkante meter. In Molenpolder-West werden in 2021 meer dan 7800 kg Amerikaanse rivierkreeft gevangen. Naar schatting is bij deze actie 70% van de populatie gevangen en verwijderd.

‘We doen nu onderzoek naar hoe we het aantal kreeften in het relatief kleine gebied (ruim 2 ha)  van de Molenpolder kunnen verminderen, als dat lukt kunnen we dit op meer plaatsen in het Vechtplassengebied doen’, vertelt Aukje Schep, woordvoerder van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Er wordt gewerkt aan het herstel van het natuurlijk evenwicht van het ecosysteem. Dat gebeurt door het uitzetten van waterfilterende mosselen, verschillende waterplanten en het plaatsen van natuurlijke predatoren zoals de snoek en baars. Uiteindelijk is het doel dat het ecosysteem zelf weer voor de kreeftenpopulatie kan zorgen.

Initiatief vanuit Loenen aan de Vecht
In 2023 werd in Dronten een innovatieve oplossing gerealiseerd voor de kreeftenplaag. Door middel van de ‘Craybar’ worden de kreeften in de val gelokt. Nu komt er vanuit Loenen aan de Vecht een nieuw geluid. Particulier Bram van der Velde is bezig met een onderzoek naar het verwerken van de kreeft tot een product voor menselijke consumptie.

‘Wanneer het dier nu wordt gevangen, wordt het vaak vernietigd als reststroom. Er is weinig vraag naar het dier, slechts een heel klein deel komt in de horeca of bij particulieren terecht, terwijl het een hele mooie grondstof kan zijn voor bijvoorbeeld een proteïnepoeder’, vertelt Van der Velde.

Het grootste probleem waar Van der Velde tegenaan loopt, is de investering die nodig is om nieuwe producten te ontwikkelen. Een subsidie vanuit de provincie of Europa zou hierbij een grote rol kunnen spelen. Deze subsidies zouden een groot deel van de onderzoekskosten kunnen dekken. De ‘TIM-subsidie’ is een subsidie die het innovatieve karakter van het uiteindelijke product financiert. Helaas is Van der Velde voor de TIM-subsidie vorige maand uitgeloot. Het is dus nog maar even afwachten of we dit nieuwe initiatief in de praktijk gaan zien.

Tijd voor actie
Om de invasieve soort echt tegen te gaan, zal de regelgeving aangepast moeten worden. Dat gaat lastiger dan gedacht. In oktober 2023 werd de motie van Van Campen aangenomen. Hierin werd gepleit dat de bevissing met fuiken en kreeftenkorven breder moet worden toegestaan dan alleen voor beroepsvissers. In februari 2024 werd dit idee echter ontraden door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Daarnaast wil de motie van Van Campen een offensief opstellen tegen invasieve exoten, zoals de Amerikaanse rivierkreeft.

Begin juni 2025 heeft het Hoogheemraadschap van Delfland het ministerie opnieuw opgeroepen om direct actie te ondernemen tegen de Amerikaanse rivierkreeft. Er zijn echter nog geen definitieve nieuwe regels van kracht. Deze worden in de tweede helft van 2025 verwacht. Wel is duidelijk wat er gaat veranderen: binnenkort mogen waterbeheerders zelf met vanggereedschap de Amerikaanse rivierkreeften bestrijden, zonder ontheffing of inzet van beroepsvissers.



Over de auteur

Kees Kuipers

Ik ben Kees Kuipers, 19 jaar en kom uit Utrecht. Ik ben nu eerstejaars student aan de School voor Journalistiek. In 2022 behaalde ik mijn havo-diploma op het UniC in Utrecht. Het jaar daarop ging ik door met vwo maar kwam ik erachter dat dit toch niet iets voor mij was. Daarom heb ik afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan in Zuid-Afrika en Eswatini om mijn tussenjaar te vullen.