Al zeker een eeuw lang roepen onderzoekers en taalliefhebbers dat Nederlandse dialecten hun langste tijd hebben gehad. De taalfanaten van de Volendamse werkgroep Grôsk òp ûis Vòlledams zien dat ook, en hebben daarom voor hun gesproken dialect een standaard spelling ontwikkeld.
Dialecten zijn kwetsbaar omdat het vaak alleen wordt gesproken. Een taal blijft beter bewaard als het op meer dan één manier wordt gebruikt, vertelt taalkundige en dichter Sijmen Tol van werkgroep Grôsk òp ûis Vòlledams. ‘Het dialect moet niet alleen in het gezin worden gebruikt, maar ook in winkels en op het gemeentekantoor. Als er een soort literatuur ontstaat in het dialect is dat ook weer een wijze waarop het dialect wordt vastgelegd’, zegt Tol die zelf gedichten in dialect voordraagt.
Écht dialect wordt al minder gesproken dan pak ‘m beet vijftig jaar geleden, bijvoorbeeld door dialectwoorden die niet meer worden gebruikt. Dat heeft meerdere redenen, maar een belangrijke factor is de steeds toenemende verbondenheid. Vroeger kwam men veel minder vaak buiten de eigen woonplaats en was er dus ook minder in aanraking met gemeenschappen buiten het dorp. Vandaag de dag is de situatie het omgekeerde: veel Nederlanders werken of studeren in een stad ver van hun woonplaats.
We hebben in Nederland honderden dialecten met eigen klanken, grammatica en woordenschat, volgens het Meertens Instituut, dat het kenniscentrum is van Nederlandse taal en cultuur. Actiegroepen als werkgroep Grôsk òp ûis Vòlledams proberen het dialect in hun gemeenschap levend te houden.
‘Steeds meer kinderen in Volendam worden opgevoed in Standaardnederlands’, vertelt Tiny Hoogland, lid van de werkgroep. ‘Grootouders zien het Volendams bij hun kleinkinderen verdwijnen.’
Hoe het welbekende vissersdorp nu op staat om de taal en cultuur te beschermen, hoor je in de reportage hieronder. Redacteur Jet Kramer sprak in Volendam met Tiny Hoogland. Volendamse taalkundige en dichter Sijmen Tol sprak in de studio over de betekenis van het dialect voor Volendammers.