Factcheck: Ja, er zijn minder mensen gaan volleyballen na de gouden medaille op de Olympische Spelen van 1996

Factcheck: Ja, er zijn minder mensen gaan volleyballen na de gouden medaille op de Olympische Spelen van 1996

In deze factcheck onderzoeken we de bewering van Bas van de Goor, oud-volleyballer van het gouden team van 1996, dat het aantal mensen dat is gaan volleyballen na de Olympische medaille is afgenomen. We bekijken de beschikbare gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de sportdeelname in de jaren negentig, de standpunten van de Nederlandse Volleybalbond (Nevobo), en de impact van grote sportevenementen zoals de Olympische Spelen op de sportdeelname. Uit de cijfers blijkt dat, ondanks de Olympische winst, het aantal volleyballers na 1996 niet significant is gestegen, en zelfs een lichte daling te zien was. In deze context wordt de uitspraak van Van de Goor bevestigd door de statistieken.

Deze factcheck is geschreven op 22-11-2024 met de kennis van dat moment.

Bewering:
Na de gouden medaille van het Nederlandse volleybalteam op de Olympische Spelen van 1996 zijn minder mensen gaan volleyballen.

Oordeel:
Juist

Bron van de bewering:

Tijdens de uitzending van Goedemorgen Nederland op 14 november 2024 vertelde Bas van de Goor, oud-volleyballer en lid van het gouden team van 1996, dat het aantal volleyballers na deze overwinning juist is afgenomen. De bewering lijkt niet gebaseerd te zijn op de cijfers van de Nederlandse Volleybalbond (Nevobo), zij gaven aan dat er geen digitaal archief bestaat over deze periode. Als het goed zou Nevobo de jaarverslagen wel in ons papieren archief moeten hebben opgeslagen maar zeggen daar niet zomaar bij te kunnen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft hier wel twee onderzoeken naar gedaan en hier zou de uitspraak vandaan kunnen komen. We hebben Bas van de Goor op diverse manieren geprobeerd te bereiken maar wij hebben geen contact met hem kunnen krijgen. Het blijft daarom onduidelijk waar Bas van de Goor zijn uitspraak op heeft gebaseerd.

Onderzoek:

De Satistieken van het CBS in de aangehaalde tabellen zijn gebaseerd op meerdere onderzoeken en registraties die jaarlijks of periodiek zijn uitgevoerd. Deze onderzoeken richten zich op sportdeelname en zijn uitgevoerd in de aangegeven jaren (zoals 1991, 1995, 1999, 2003, en 2007).

Het eerste onderzoek is voor het laatst gewijzigd op: 15 juni 2011.

Het tweede onderzoek is voor het laatst gewijzigd op: 19 oktober 2001.

  1. Algemene trends:
    • Het percentage Nederlanders dat sportte, steeg tussen 1991 en 2007 van 65% naar 76%.
    • Lidmaatschap van sportverenigingen daalde van 36% in 1991 naar 33% in 2007, ondanks een stijging in algemene sportdeelname.
  2. Volleybal-specifieke trends:
    • In de periode van 1991 tot 1999 bleef het percentage Nederlanders dat volleybalde stabiel rond de 4-5%.
    • In 1999 was er een lichte daling zichtbaar naar 4%.
    • Het lidmaatschap van volleybalverenigingen bleef relatief stabiel rond 49% gedurende de jaren negentig.

Deze cijfers wijzen erop dat volleybal in de jaren rond de Olympische Spelen van 1996 niet significant is afgenomen, maar er een hele lichte daling te zien is.

Invloed van de Olympische Spelen op sporten:

Olympische successen hebben vaak een inspirerend effect op sportdeelname, maar de impact blijkt in veel gevallen van korte duur. Direct na een groot sportevenement zoals de Olympische Spelen neemt de populariteit toe maar er wordt wel benadrukt dat grote sportevenementen slechts beperkt bijdragen aan een structurele toename in sportparticipatie. Langdurige effecten blijven doorgaans uit, tenzij er gericht beleid is om sporten toegankelijker te maken en niet-sporters te betrekken.

Standpunt van Nevobo:

Nevobo zelf vermoed dat na de winst van de gouden medaille er niet minder mensen zijn gaan volleyballen maar dat er juist meer aandacht voor de sport zou zijn gekomen maar dit niet zonder de documenten feitelijk kunnen onderbouwen. Ze erkennen echter dat gedetailleerde data over lidmaatschappen en trends van destijds niet gemakkelijk toegankelijk zijn. Nevobo zegt dat het mogelijk is dat Bas van de Goor ooit de data bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) of bij Nevobo zelf toen de tijd heeft gekregen maar dat niet kunnen bevestigen.

Conclusie:
De bewering van Bas van de Goor dat het aantal volleyballers na de gouden medaille op de Olympische Spelen van 1996 is afgenomen, blijkt te kloppen als we de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekijken. Volgens de statistieken van het CBS bleef de deelname aan volleybal in de jaren negentig relatief stabiel, maar er is wel een lichte daling zichtbaar vanaf 1999. Het lidmaatschap van volleybalverenigingen bleef stabiel, maar de algemene trend in die periode wijst niet op een significante toename na de Olympische overwinningen. Dit ondersteunt de bewering van Van de Goor dat er sprake was van een daling in het aantal mensen dat ging volleyballen.

Over de auteur

Danique van der Wal

Danique van der Wal (2005) is beginnend journalist en studeert aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Danique houdt zich bezig met het nieuws en de activiteiten in en rondom Utrecht centrum. ze is geïnteresseerd in de verhalen van de mensen die zij interviewt en vindt het dan ook leuk om reportages te maken. Kritische vragen stellen is voor haar natuurlijk ook geen enkel probleem. Ook werkt Danique mee aan het derde seizoen van Achter De Geraniums, dit is te vinden op YouTube. Haar interesse ligt niet specifiek bij 1 thema in de journalistiek en wil zich daarom focussen op verschillende onderwerpen in Utrecht centrum en dit op een goede manier verslagen. Danique wil een positieve impact maken en is vastberaden een goede carrière hieruit voort te zetten.