Factcheck: Nee, zeer waarschijnlijk vindt niet 60% van de koppels elkaar tegenwoordig via het internet.

Factcheck: Nee, zeer waarschijnlijk vindt niet 60% van de koppels elkaar tegenwoordig via het internet.

In de uitzending van Goedemorgen Nederland (00:07:33) van 19 november 2024 beweert Tila Pronk, universitair hoofddocent bij de afdeling Sociale Psychologie aan de Universiteit van Tilburg, dat zestig procent van de koppels elkaar tegenwoordig via het internet vindt. Deze bewering haalt Pronk uit onderzoek van de Stanford University. Volgens Pronk is het aannemelijk dat de cijfers uit het onderzoek vergelijkbaar zijn met de situatie in Nederland. Na grondig onderzoek blijkt de claim zeer onwaarschijnlijk. Waarom dit zo is en wat dan wel waar is? Dat leest u in deze factcheck.

Deze factcheck is geschreven op 22-11-2024 met de kennis van dat moment.

Bron van de bewering.

Allereerst kijken we even naar het onderzoek dat Pronk aanhaalt en waar zij de informatie vandaan haalt. Het onderzoek van de Stanford University bevat een aantal interessante componenten waaruit blijkt dat het onwaarschijnlijk is dat zestig procent van de koppels elkaar via het internet vindt. Allereerst heeft het onderzoek lesbische, homofiele en biseksuele respondenten ‘oversampled’. Oversampelen is, volgens specialist in Onderzoek en Statistiek Foeke van der Zee, het ‘opzettelijk meer personen uitnodigen om aan het onderzoek deel te nemen in de hoop dat er uiteindelijk voldoende zijn die daadwerkelijk meedoen.’ Het aantal deelnemers aan dit onderzoek dat homofiel, lesbisch of biseksueel was, was dus relatief hoog.

Een ander feit, wat de claim zeer onwaarschijnlijk maakt, organisatie genaamd OUTtv haalt uit hetzelfde onderzoek als dat Pronk aanhaalt dat 65% van de homokoppels elkaar in 2017 elkaar online vond. In vergelijking met heterokoppels is dat hoog, want dat percentage ligt op 39%. Een andere website, genaamd Statista, meldt dezelfde cijfers.

Wat zegt een expert?

Relatietherapeut en liefdespsycholoog Mirella Brok geeft aan dat zij, ook na nader onderzoek, geen definitief antwoord kan geven op de vraag. Brok geeft aan ‘dat ze natuurlijk wel eens hoort van cliënten dat zij elkaar via internet hebben gevonden, maar dit is natuurlijk niet genoeg om het wetenschappelijk te onderbouwen.’, aldus Brok. Brok geeft aan dat zij zelf ‘ook wel eens achter deze informatie is aangegaan’, maar toen liep zij helaas alleen tegen ‘wat oudere cijfers van het CBS aan’. Aangezien dit de enige cijfers bekend zijn binnen Nederland gaan we er toch even naar kijken.

Nederlandse cijfers

Alle eerder genoemde cijfers komen natuurlijk uit de Verenigde Staten, maar hoe zit het in Nederland? Volgens Pronk is het ‘aannemelijk dat de cijfers uit de VS vergelijkbaar zijn met de cijfers in Nederland en ontbreken vergelijkbare data in Nederland.’ Maar wat blijkt, het klopt wat Brok zegt: het CBS heeft hier al wel onderzoek naar gedaan, weliswaar in 2013, maar het onderzoek dat Pronk aanhaalt komt uit 2017, dus die jaartallen liggen niet te ver uit elkaar dat een vergelijking maken onmogelijk is.

Wat zeggen dan die cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS)? Daarvoor halen we er een grafiek bij. In het onderzoek van het CBS is de manier waarop mensen hun relatie vinden onderzocht in de periodes 1998 – 2003, 2003 – 2008 en 2008 – 2013. Hoewel, zoals in de grafiek te zien is, het percentage personen dat hun relatie via het internet vinden de laatste weliswaar flink is toegenomen, maar het nog lang niet op het percentage zit wat Pronk noemt. Voor het gemak kijken we even naar de laatste periode en dan zien we dat het percentage ligt op 13%, ver onder de 60% waar Pronk het over heeft. Hoewel we nu ruim 10 jaar verder zijn, lijkt het onwaarschijnlijk dat het percentage gestegen is naar 60% en dat heeft de volgende reden:

Uit een recent artikel van de NOS (29-05-2024) blijkt namelijk dat de hoogtijdagen voor datingapps voorbij zijn. Het artikel meldt het volgende: ‘Match Group, het bedrijf achter veertig datingapps, waaronder Tinder en Hinge, zag zijn aandelenkoers meer dan 80 procent dalen ten opzichte van 2021, het jaar van de coronapandemie en de gloriedagen van de datingapps.’

Conclusie

Alles bij elkaar genomen kan je concluderen dat de claim ‘60% van de koppels vindt elkaar via het internet.’ zeer onwaarschijnlijk is. Na al het onderzoek zorgvuldig te hebben afgewogen en mee te nemen wat het CBS en verschillende andere bronnen schrijven over het onderwerp, mogen we concluderen dat de claim van Tila Pronk, gedaan in Goedemorgen Nederland zeer onwaarschijnlijk is.

Over de auteur