Femicide komt in Nederland vooral voor in niet-Europese relaties. Dat claimde @jongeren_fvd, de jongerentak van Forum voor Democratie, op 8 april om 10:49 op X. In post wordt de zaak van Jamesly S. aangehaald, die vorige maand werd veroordeeld voor de moord op zijn 17-jarige ex-vriendin. De JFvD beweert dat de waarden van mensen van buitenaf een gevaar vormen voor de Nederlandse samenleving. Er is echter geen bewijs voor dat femicide in Nederland vaker voorkomt in niet-Europese relaties dan wanneer beide partners een Nederlandse afkomst hebben.
Femicide is volgens het College van de Rechten van de Mens ‘een extreme vorm van geweld tegen vrouwen in de privésfeer’. Femicide is gendergerelateerd en de term wordt dan ook gebruikt om duidelijk te maken dat vrouwen vanwege hun ongelijke positie in de samenleving in sommige situaties meer risico lopen om vermoord te worden dan mannen. Femicide wordt meestal door mannen gepleegd en vaak betreft het een partner/ex-partner of familielid van het slachtoffer.
Onderzoek
Waar de claim dat femicide voornamelijk voorkomt in niet-Europese relaties op is gebaseerd, wordt niet duidelijk uit het bericht van de JFvD. In Nederland is geen onderzoek gedaan naar de relatie tussen herkomst/etniciteit en femicide. UNWomen, een onderdeel van de Verenigde Naties dat zich inzet voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen, heeft wel onderzoek gedaan naar femicidegevallen wereldwijd. Hieruit bleek dat het aantal femicides in verhouding tot de omvang van de vrouwelijke bevolking in Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Oceanië en Azië hoger lag dan in Europa. Uit het onderzoek bleek ook dat femicides op deze continenten vaker dan in Europa gepleegd werden door familieleden in plaats van intieme partners.
Het is niet vast te stellen of de resultaten uit het onderzoek ook op niet-Europese relaties in Nederland toe te passen zijn. In de media wordt de claim van de JFvD bovendien door verschillende bronnen tegengesproken. Zo zegt Renée Römkens, emeritus hoogleraar Gender-Based Violence aan de Universiteit van Amsterdam en voormalig directeur van Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria dat ‘femicides in Nederland in migrantenkringen verhoudingsgewijs niet vaker voorkomen dan moorden gepleegd door witte, autochtone mannen’. Echter wordt er in deze artikelen ook geen wetenschappelijke onderbouwing gegeven dat er géén verband bestaat tussen herkomst en femicide.
Er zijn ook factoren waarvan wel bewezen is dat ze een groot risico vormen op femicide. Criminoloog Jane Monckton Smith ontdekte dat er in de meeste gevallen van femicide acht fases te onderscheiden waren. Dat begon met een relatie waarin er sprake was van een geschiedenis van huiselijk geweld bij de dader, tot een fase waarin sprake was van dwingende controle en waarbij een verlies van controle uiteindelijk kon leiden tot femicide. In dit onderzoek werd herkomst/etniciteit niet als risicofactor onderzocht.
Conclusie
De claim dat femicide een probleem is dat in Nederland meestal ontstaat in niet-Europese relaties blijkt ongefundeerd te zijn. Er is in Nederland geen onderzoek gedaan naar een verband tussen herkomst en femicide.