Wie denkt aan Koningsdag, denkt aan spelletjes. Oud-Hollandse spelletjes als zaklopen, spijkerpoepen en koekhappen zijn al ruim honderd jaar een vast onderdeel van Koningsdag. Maar hoe is deze traditie eigenlijk ontstaan?
Volgens traditiedeskundige Ineke Strouken zijn spelletjes de basis van Koningsdag. ‘In de tijd dat Koningsdag werd uitgevonden was Nederland erg verdeeld.’ Daarom werd Koningsdag bedacht, een feest waarbij iedereen zich Nederlander voelde. De spelletjes vormde de basis hiervoor. ‘In die tijd was er veel armoede. Kinderen die meededen aan de spelletjes met Koningsdag konden zo leuke dingen winnen.’ De spelletjes pasten goed bij het volkse karakter van Koningsdag. Bovendien had je maar weinig nodig om de spelletjes te organiseren. ‘Iedereen had wel een stuk touw of een koek in huis liggen.’
Hoewel tradities veranderen, bleken de spelletjes tijdloos te zijn. Veel spelletjes van vroeger kennen nu we nog steeds. ‘Tegenwoordig worden er met Koningsdag soms digitale spelletjes gespeeld, bijvoorbeeld een spel met lazers’, vertelt Strouken. ‘Maar de echte spelletjes zijn koekhappen en spijkerpoepen, die blijven populair.’ Voor koning Willem-Alexander is sport en spel ook een belangrijk onderdeel. Sinds zijn troonbestijging worden elk jaar de Koningsspelen georganiseerd. ‘Je merkt dat elke koning of koningin er zijn eigen draai aan geeft’, aldus Strouken.
Toch blijft de mening van het volk het belangrijkst. Strouken: ‘De koning kan denken: we betrekken kunst of sport bij Koningsdag. Maar de spelletjes blijven zolang wij ze leuk vinden. Het is tenslotte een volksfeest.’