Op dinsdag 22 april opende koningin Máxima de tentoonstelling Boven het maaiveld in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De expositie markeert het Jaar van de Nederlandse Archeologie en toont meer dan vijfhonderd vondsten uit tweehonderd verschillende locaties. Het gaat om objecten die in de afgelopen 25 jaar in Nederland en op de Caribische eilanden van het koninkrijk zijn opgegraven.
De expositie laat zien hoe archeologie niet alleen iets zegt over het verleden, maar ook over hoe we vandaag kijken naar identiteit, herinnering en erfgoed. Bezoekers lopen langs vitrines gevuld met prehistorische werktuigen, aardewerk, sieraden en menselijke resten. Elk object vertelt een eigen verhaal. In een apart gedeelte van de tentoonstelling wordt stilgestaan bij de emoties en maatschappelijke discussies die archeologische vondsten kunnen oproepen.
Een van de opvallendste onderdelen is de ‘Identiteitskamer’, waar bezoekers oog in oog staan met reconstructies van de oudste gevonden mens in Nederland – “Krijn” – en het jonge meisje “Gera”. Verderop confronteert een vliegtuigmotor uit de Tweede Wereldoorlog bezoekers met het recentere verleden. Ook de Nederlandse slavernijgeschiedenis komt aan bod, met als illustratie een klein glas vol schelpjes – een betaalmiddel voor tot slaaf gemaakte mensen.
Archeoloog Ivo van Wijk vertelde over zijn ervaringen in het veld en de soms complexe reacties van lokale gemeenschappen op opgravingen. Volgens hem is archeologie niet alleen wetenschap, maar ook een manier waarop mensen grip proberen te krijgen op hun eigen geschiedenis. Ook verteld Tentoonstellingsontwerper Anika Ohlerich over het idee en de waarde van de tentoonstelling.
Bekijk hieronder de video en ontdek wat er zich onder het Nederlandse maaiveld verborgen houdt.