Factcheck: Nee, een verbod op uitpubliek is niet genoeg om voetbalgeweld te stoppen

Factcheck: Nee, een verbod op uitpubliek is niet genoeg om voetbalgeweld te stoppen

Beeld via Pixabay

In een recent opinieartikel in Het Parool roept columnist Max van den Berg op tot een verbod op uitpubliek rondom voetbalstadions. Van den Berg stelt dat deze maatregel het geweld en de overlast bij risicowedstrijden aanzienlijk kan verminderen. Schreeuwend, drinkend en uitdagend, lijken deze fans vooral bezig met provoceren, waardoor de sfeer grimmig wordt en de veiligheid onder druk komt te staan. Deze bevindingen ondersteunen de claim dat een verbod op uitpubliek rondom voetbalstadions kan helpen om geweld en ongeregeldheden tijdens risicowedstrijden te verminderen. Maar is dit werkelijk voldoende? Nee, een verbod kan een begin zijn, maar het biedt geen volledige oplossing. Rapporten en experts op het gebied van sportveiligheid benadrukken dat een gezamenlijke aanpak essentieel is om de veiligheid in en rond stadions daadwerkelijk te waarborgen.

Deze factcheck is geschreven op 06-11-2024 met de kennis van dat moment.

De huidige situatie

De Veiligheidsmonitor 2023/2024 van de KNVB, de nationale voetbalbond, geeft inzicht in de veiligheidssituatie rondom het betaald voetbal in Nederland. Het rapport wijst op een afname van het aantal incidenten in en rond de stadions, ondanks een toename van het aantal bezoekers vergeleken met de coronaperiode. Dit is een positieve ontwikkeling, maar het aantal incidenten blijft hoger dan voor de coronamaatregelen, wat aangeeft dat er nog werk aan de winkel is. Een belangrijk aspect van de monitor is dat er nu extra aandacht is voor de gastvrijheid van zowel thuissupporters als het uitpubliek. De KNVB heeft 50 maatregelen geïntroduceerd die niet alleen gericht zijn op veiligheid, maar ook op het creëren van een uitnodigende sfeer voor alle fans. Deze maatregelen omvatten initiatieven om de interactie tussen supporters te verbeteren, want dit verloopt nog steeds niet zoals het ‘hoort’.

Voetbalwedstrijden gaan regelmatig gepaard met incidenten die de veiligheid in en rond stadions onder druk zetten. Max van den Berg, columnist bij Het Parool en groot voetbalfanaat, ervaart rondom de Johan Cruijff Arena een sfeer van overmatig alcoholgebruik, geruzie en het gooien van voorwerpen, wat volgens hem aangeeft dat handhaving essentieel is.

Is een verbod genoeg?

Momenteel is er bij risicowedstrijden al een gedeeltelijk verbod op uitpubliek. Een risicowedstrijd in het voetbal is een wedstrijd waarbij een verhoogde kans op supportersgeweld bestaat, bijvoorbeeld door rivaliteit tussen clubs. Bij deze wedstrijden zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig, zoals meer politie en soms een verbod op uitpubliek, om ongeregeldheden te voorkomen. Ondanks deze maatregelen blijft supportersgeweld een probleem, wat de vraag oproept of een volledig verbod daadwerkelijk zou helpen. Van den Berg stelt dat een dergelijk verbod, gecombineerd met andere maatregelen zoals het verminderen van alcoholverkoop, bijdraagt aan rust en veiligheid rondom stadions. Hij vindt het ‘triest’ dat politie nodig is om hooligans in bedwang te houden en stelt dat een verbod, gecombineerd met meerdere maatregelen, zou kunnen helpen om potentiële rellen te voorkomen. Van den Berg: ‘Denk aan een alcoholverbod, dit zal voor veel voetbalfans een bittere pil zijn, maar alcohol werkt vaak als katalysator voor gewelddadig en chaotisch gedrag, waarbij onschuldige supporters meestal de dupe worden. Dit zou ook kunnen helpen.’

Een team, een taak

Toch is de KNVB sceptisch over het idee dat één maatregel, zoals een verbod op uitpubliek, voldoende zal zijn. In een verklaring benadrukt de bond het belang van een gezamenlijke aanpak waarbij alle betrokken partijen – KNVB, leagues, clubs, gemeenten, politie en supporters – samenwerken. De bond stelt: ‘Onze maatregelen richten zich erop om de échte supporters meer ruimte te geven en de nep-supporters en hun asociale gedrag aan te pakken.’

Daarnaast onderschrijft een rapport van Berenschot over voetbalbeleid en supportersgeweld deze visie, waarin ook gepleit wordt voor een integrale aanpak waarbij samenwerking tussen clubs en veiligheidsinstanties nodig is om supportersgeweld te verminderen. In het tegengaan van supportersgeweld speelt technologie volgens hen een cruciale rol. Het Berenschot-rapport wijst op het belang van CCTV, een beveiligingssysteem met camera’s die beelden opnemen en tonen in een gesloten netwerk voor toezicht en veiligheid, en draagbare camera’s om het gedrag van supporters vast te leggen en als bewijsmateriaal te gebruiken. Deze maatregelen verhogen niet alleen de pakkans, maar ontmoedigen ook ongewenst gedrag.

In combinatie met ‘all-seater’ stadions (alleen zitplaatsen), kaartverkoop op naam en een grotere inzet van stewards ontstaat een effectief systeem van crowd control. Toch benadrukt Berenschot dat deze technologieën slechts effectief zijn als ze deel uitmaken van een bredere, gezamenlijke aanpak van alle betrokken partijen. Dit sluit aan bij de zorg van de KNVB dat zonder gezamenlijke aanpak een verbod op uitpubliek alleen niet toereikend zal zijn.

Conclusie

Een verbod op uitpubliek kan op korte termijn enkele ongeregeldheden verminderen, maar lost niet de diepere oorzaken van supportersgeweld op. Zonder een gezamenlijke aanpak blijven risicowedstrijden vatbaar voor escalatie, wat de effectiviteit van zo’n verbod in twijfel trekt. Hoewel er nog werk aan de winkel is, wijzen de recente cijfers erop dat er meer grip op de situatie ontstaat, maar we zijn er nog lang niet. Een enkel verbod is dus niet genoeg; een integrale aanpak die gedrag, veiligheid en gastvrijheid combineert, is essentieel voor het verbeteren van de situatie in de stadions.
Het oordeel van de claim: deels waar.

Over de auteur

Femke Vogels

Mijn naam is Femke Vogels en ik ben al een tijdje bezig binnen de journalistiek en de media!! In de afgelopen jaren heb ik veel ervaring op mogen doen. Ik heb mijn kennis en ervaringen kunnen verbreden in het schrijven van teksten, het doen van onderzoeken en het maken van merkanalyses. Ook heb ik veel praktijkgerichte onderdelen mogen beoefenen, zoals het maken van videos en fotografie. Ik heb door de jaren heen met stages en school, maar ook hierbuiten veel mooie opdrachten mogen maken. Daardoor heb ik dan ook mijn journalistieke eigenschappen flink kunnen ontwikkelen. Kortom; ik heb al veel ervaring maar er is altijd ruimte voor meer kennis en praktijk waarin ik nog meer kom te weten, kan doen én durf te doen. Ik hoop dit allemaal te kunnen bereiken in mijn eerste jaren als beginnend journalist aan de Hogeschool Utrecht.