De Amerikaanse overheid heeft de militaire hulp aan Oekraïne hervat, maar de geopolitieke situatie in het Westen blijft instabiel. Dit roept de vraag op of een Europese defensiesamenwerking noodzakelijk is. Hoewel dit op het eerste gezicht logisch lijkt, vindt voormalig commandant der Landstrijdkrachten Mart de Kruif dit geen goed idee. 

Volgens De Kruif is het effectiever om binnen de NAVO een sterke Europese pilaar te vormen in plaats van een zelfstandig Europees leger op te richten. Europa blijft namelijk sterk afhankelijk van de Verenigde Staten, vooral op het gebied van kernwapens. Dit maakt een volledig onafhankelijke Europese defensiemacht praktisch onhaalbaar. De trans-Atlantische samenwerking met de VS blijft daarom cruciaal voor de veiligheid van Europa. 

Daarnaast zou een Europees leger grote politieke en logistieke uitdagingen met zich meebrengen. De EU-lidstaten verschillen sterk in defensiebeleid, militaire capaciteiten en strategische prioriteiten. Het opzetten van een gezamenlijke commandostructuur en het harmoniseren van militaire uitgaven zouden complexe en langdurige processen zijn. Binnen de NAVO bestaan deze structuren al, en versterking van de Europese bijdrage binnen dit bondgenootschap is volgens De Kruif een realistischere en effectievere oplossing. 

In het licht van de oorlog in Oekraïne en de bredere dreigingen voor de Europese veiligheid, is de rol van de NAVO belangrijker dan ooit. Het versterken van de Europese pijler binnen de NAVO, zonder de trans-Atlantische band te verzwakken, lijkt de meest strategische keuze om Europa te beschermen.