Volgens het Armoedefonds groeien er zo’n 230.000 kinderen op in armoede en het aantal gezinnen dat onder de armoedegrens leeft stijgt. Waar leeftijdsgenoten genieten van schoolreisjes, nieuwe kleding en vakanties, is dit voor kinderen die opgroeien in armoede vaak heel anders. Voor deze kinderen is er thuis niet altijd geld voor gezonde maaltijden, nieuwe kleren of sporten bij sportclubs.
In Nederland is er steeds meer aandacht voor kinderen die opgroeien in armoede: gemeenten werken veel samen met maatschappelijke organisaties om deze kinderen te ondersteunen. Er zijn regelingen voor bijvoorbeeld gratis schoolmaaltijden en vergoedingen voor sportverenigingen.
Kinderen die opgroeien in armoede zijn zich vaak bewust van hun thuissituatie, en ondanks dat er steeds meer aandacht is voor deze kinderen en dit ook steeds vaker voorkomt, schamen veel kinderen zich hier nog steeds voor. Ze vertellen vaak bijna niets over hun thuissituatie of liegen er zelfs over. “Ik zei weleens dat ik op vakantie was geweest naar Frankrijk. Dat was helemaal niet waar,” zegt Sophie Heesen, een politica die zelf ook in armoede is opgegroeid.
Ook heerst er een bepaald stigma rond dit onderwerp: “Er is in de politiek veel onbegrip, maar ook in de samenleving. Er zijn mensen die bijvoorbeeld de opvatting hebben dat de ouders van deze kinderen gewoon harder moeten werken of dat jongeren maar hadden moeten doorstuderen,” aldus Heesen. Het is dus niet gek dat kinderen die opgroeien in armoede zich soms schamen voor hun thuissituatie, omdat vaak wordt aangenomen dat armoede iemands eigen schuld is.
Meer weten over de gevolgen van opgroeien in armoede? Beluister dan de onderstaande reportage!