Factcheck: De leesvaardigheid van leerlingen op het vmbo, met name op basis en kader, is het ondermaats

Factcheck: De leesvaardigheid van leerlingen op het vmbo, met name op basis en kader, is het ondermaats

Claim: De leesvaardigheid van leerlingen op het vmbo, met name op basis en kader, is het ondermaats.

Oordeel: gefundeerd

Link naar de officiële claim: klik hier.

Uit het artikel van het NOS blijkt, dat de leesvaardigheid van een deel van de vmbo leerlingen ondermaats is. De Inspectie van het Onderwijs heeft voor het eerst een landelijke peiling uitgevoerd naar de leesvaardigheid van middelbare scholieren. Uit de peilingen bleek dat havo en vwo ruim op niveau scoorden. Daarentegen hebben de leerlingen van het vmbo-basis en -kader nog onder het fundamentele niveau 2F gescoord.

 

Leesvaardigheid

Leesvaardigheid is het niveau van tekstverwerking op het tekstbegrip. Lezen is een belangrijk middel om informatie op te doen, daarop aansluitend is het nog zo belangrijk om te begrijpen wat je leest. Er zijn er grote zorgen over de lage leesvaardigheidsscores van de leerlingen door heel Nederland. Uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat 2 op de 3 leerlingen van vmbo-basis en -kader, niet voldoen aan het fundamentele leesniveau en dat de meeste van hen zelfs onder het 1F niveau scoorden.

“Je moet een bepaald leefniveau hebben om goed te kunnen functioneren in de maatschappij en dat noem je ook wel het 2F niveau,” zegt Mirjam Snel, hoofddocent Taal en Lezen op de Hogeschool Utrecht.

 

Onder de maat

Er bestaan verschillende leesniveaus zo heeft ook elk kind een ander niveau. Op de basisschool wordt het gemeten met de AVI-niveaus en op de middelbare spreken we over een referentieniveau. Uit het referentiekader is te zien dat niveau 1F het laagste niveau is en 4F het hoogste. Bij het niveau 1f wordt de informatie dat in de tekst staat herkenbaar en geordend opgegeven. Deze teksten hebben een lage informatiedichtheid, waardoor het eenvoudig is om te lezen en begrijpen. Bij het 2F niveau hebben we het over gestructureerde teksten, met duidelijke verbanden erin. Teksten zijn niet te lang en hebben een overwegend lage informatiedichtheid.

“Nederland is een kenniseconomie, dus het is echt wel van belang dat de leesvaardigheid in orde is,” Mirjam Snel.

Dit is immers het niveau dat nodig is om bijvoorbeeld een goede start te kunnen maken op een mbo-opleiding, overheidspapieren te begrijpen, bijsluiter van medicatie of simpelweg een handleiding te lezen en begrijpen. Bij het niveau 3F beheerst de lezer de leesvaardigheid goed. De persoon kan een grote variatie aan teksten met veel informatie en details zelfstandig lezen. Wanneer een persoon complexe teksten kan begrijpen beheerst hij de 4F niveau. In het onderwijs zijn er ook streefniveaus en een eindniveau. Voor het speciaal onderwijs is dat 1F en 2F. Bij het praktijkonderwijs 1F, Vmbo 2F, Havo 3F en Vwo 4F.

 

Peilingen

Het is de eerste keer dat de Onderwijs Inspectie een onderzoek doet naar leesvaardigheid op het voortgezet onderwijs. Wat de onderwijsinspectie opvalt is dat maar 36% van de tweedejaars leerlingen van het vmbo-basis en -kader het 1F niveau behaald. Op Havo en Vwo is dat percentage maar liefst 99%. Daarnaast mogen scholen zelf invullen hoeveel tijd ze besteden aan bijvoorbeeld het vak Nederlands. Bij het vmbo wordt er vaker een project gemaakt met daarin het Nederlands verweven. Dit is mogelijk een reden waardoor de resultaten tegenvallen.

De onderwijsinspectie geeft wel aan dat er geen conclusies getrokken kunnen worden over het verband tussen de oorzaak en gevolg van de slechte leesvaardigheidsscores. Een van die redenen zijn dat, bijvoorbeeld slechts 62 leerlingen hebben meegedaan vanuit het praktijkonderwijs. Dat is geen eerlijk beeld voor de andere leerlingen van het praktijkonderwijs. Er kunnen dus geen conclusies getrokken worden over het landelijk beeld. In het rapport wordt er uitsluitend gesproken over de samenhang tussen kenmerken en leespresentaties van leerlingen en door de eerdergenoemde reden dus geen harde conclusies.

 

Het belang van lezen, leesmotivatie en leesplezier

Uit onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de leerlingen nooit een boek leest voor hun plezier. Zij zouden hun ouders ook nooit zien lezen en Nederlands docenten lezen ook niet altijd jeugdliteratuur. In het onderzoek is er ook expliciet gelet op het verband tussen ouders, kinderen/leerling en docenten. Er zijn verschillende factoren die voor de lage leesvaardigheidsscore hebben gezorgd. Een daarvan begint bij de thuissituatie van de leerling. “Ouders die laaggeletterd zijn, geven hun laaggeletterdheid vaak over aan hun kinderen”, zegt Stichting lezen en schrijven. Kinderen die worden voorgelezen ervaren later voordelen zoals: een grotere woordenschat, een boekoriëntatie en een ontwikkeld reken-wiskundig vaardigheid blijkt uit een ander onderzoek.

 

“In Nederland krijgen wij leesvaardigheid als een apart vak, daardoor lopen de leerlingen in andere vakken in de knoei,” Mirjam Snel.

 

In Nederland is het begrijpend lezen een apart vak. In landen om ons heen zien we dat dit veel meer geïntegreerd is in de andere vakken. Op die manier leer je begrijpend lezen niet als losse vaardigheid, maar direct het aanpakken van een tekst op de juiste manier. Ook zien we dat er op het basisonderwijs korte teksten worden bestudeerd. Een gevolg daarvan is dat het op de middelbare school moeilijk kan worden voor leerlingen om met lange teksten te werken. Op de basisscholen worden er aparte programma’s georganiseerd voor de zwakkere lezers waardoor het gat tussen de goede lezers en de minder goede lezers als maar groter wordt. Er is weinig tot geen variatie in methodes van leesvaardigheidsonderwijs.De ambitie om aandacht te besteden aan leesvaardigheid in andere vakken is sinds het onderzoek ook in Nederland, maar die wordt nog niet gerealiseerd. Daarnaast krijgen leerlingen een boekenlijst van school waardoor het lezen niet altijd meer leuk is. Hierdoor gaat zowel de leesmotivatie als het leesplezier achteruit, met als gevolg dat leerlingen niet meer lezen en niet meer voldoen aan de fundamentele niveaus.

 

Conclusie

Er zijn meerdere factoren die vmbo-leerlingen het plezier en motivatie doen afnemen bij het lezen. Leerlingen met ouders die laaggeschoold zijn of niet vrijwel nooit lezen, nemen minder snel een boek in de hand voor hun plezier. Ook op school zijn er gek genoeg enorm veel redenen, waardoor het leesplezier bij leerlingen verdwijnt. Scholen die leerlingen verplichten om een door hen bepaald boek te lezen, dat de leerling helemaal niet interessant vind bijvoorbeeld. Leerlingen zijn simpelweg continue omringd met factoren waardoor hun leesmotivatie en leesplezier weg gaat. Dit zorgt ervoor dat leerlingen niet meer lezen en hun leesvaardigheid hiermee afneemt. Op het vmbo met name basis en kader leerlingen, hebben te maken met een afnemende leesvaardigheid. Dat is onlangs gebleken uit het onderzoek van de onderwijsinspectie.

Over de auteur

Aybuke Demirel

Aybuke Demirel is 20 jaar oud, tweedejaars journalistiekstudent op de Hogeschool Utrecht. Aybuke is geboren en getogen in Nederland, maar heeft een aparte liefde voor haar Turkse roots. Ze is islamitisch opgevoed en houd zich dagelijks ermee bezig. Op social media laat Aybuke ook bijna dagelijks weten welk maatschappelijk probleem, racistisch gebeurtenissen en/of juist andere (mooie of inspirerende) verhalen haar bezighouden. In 2022 maakte Aybuke een documentaire over de Oeigoeren, voor haar profielwerkstuk. Dat was het moment dat ze in aanraking kwam met haar passie voor onderzoeken. Ze besloot het online te zetten en kwam daardoor in aanraking met NOS en FunX. De waardering die ze ervaarde is wat de knop omdraaide, van architect was nu het doel om journalist te worden. Haar nieuwsgierige en kritische blik op de wereld werd eindelijk gehoord door de media. ‘Ik ben niet slim geboren, ik werk gewoon hard’- Aybuke. Van het vmbo-kader is Aybuke geklommen en heeft de havo gehaald. Aybuke hecht veel waarde aan dromen. De dag toen zij in haar droom zag dat ze door de ‘journalist’ titel op haar vest, in leven mocht blijven, wist ze honderd procent dat ze op het juiste pad was. Vol motivatie gaat ze voor de titel als: ‘journalist’. Haar eerste stappen heeft ze deze zomer gezet. In haar eentje ging ze naar de aardbevingsgebieden om daar hulp te bieden en om te voelen hoe het is als een opkomede journalist. Ook dat heeft ze op haar Instagram platform gedeeld. Samen met haar volgers haalde ze ruim 2500 euro op. Daarmee heeft Aybuke 700 pakketjes gemaakt, met speelgoedjes, lees- en kleurboekjes en potloden. Ook hebben ze een activiteiten dag kunnen financieren met dansjes, suikerspin, muziek en een bioscoopavond. Aybuke wil iedereen laten zien dat er een waarheid is die wij niet zien.