Volgens de Iraanse grondwet hebben vrouwen minder rechten in Iran dan mannen. De man wordt gezien als verantwoordelijke van het gezin, en is wettelijk de baas. Ook zijn er kledingvoorschriften, maar de vrouwen uit Iran komen langzaam maar zeker in opstand.
Iran (vroeger Perzie genoemd), is een land met een brede geschiedenis waar veel in is veranderd. Zo ook de vrouwenrechten in dit land. Sinds 1989 heerst religieus leider Ali Khamenei (Ayatollah), over Iran. Tijdens de Iran-Irak oorlog vond er verandering plaats in de denkwijze van de toenmalige ayatollah Khomeini. Vrouwen waren nodig op de arbeidsmarkt omdat de mannen vochten, maar tegelijkertijd wilde hij ook de traditionele rol van de vrouwen volgens de islam behouden. Volgens artikel 20 van de iraanse grondwet zijn alle individuele burgers van de natie zowel mannen als vrouwen, gelijk voor de bescherming van de wet en genieten ze alle menselijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten. Alhoewel, in het echt hier het tegendeel over wordt laten zien. Vrouwen worden onderdrukt.
Uit een onderzoek van amnesty international blijkt dat vrouwen in Iran tweederangsburgers zijn. Voorbeelden hiervan zijn dat bij een scheiding de kinderen vanaf 7 jaar oud bij de vader worden geplaatst door de overheid, vrouwen erven de helft van wat mannen krijgen, ze mogen niet zingen en ze mogen bijna niks zonder de toestemming van de man. De vrouw moet aan de man die dicht bij ze staat (vader, man, opa…) schriftelijke toestemming vragen om zelfs te kunnen studeren.
Soz A. is een vrouw afkomstig uit buurland Irak. ‘Het klopt dat er gebieden zijn waar vrouwen ernstig worden beperkt in hun autonomie en vrijheid, en waar zij zelfs te maken hebben met schendingen van fundamentele mensenrechten. Dit verdient terecht internationale aandacht en kritiek’, vertelt Soz.
Zoals eerder benoemd moeten vrouwen schriftelijke toestemming vragen om een vervolgopleiding te kunnen volgen. Dit is, in tegenstelling tot de westerse gedachten, in Nederland onvoorstelbaar. In 2023 studeerden er in Nederland 53,3% van de vrouwelijke studenten in het hoger onderwijs.
‘Het is ontzettend jammer (en zelfs gevaarlijk) dat het hele Midden-Oosten met betrekking tot het onderwerp van vrouwenrechten over één kam wordt geschoren. Dit is onterecht en doet geen recht aan de enorme diversiteit binnen de regio’, legt Soz uit. ‘Het is belangrijk om te beseffen dat het Midden-Oosten geen monolithische regio is. Door alles over één kam te scheren, negeren we deze nuances en doen we geen recht aan de vooruitgang die op veel plekken wordt geboekt,’ aldus Soz A.