‘‘Er is een grote groep die beduidend minder heeft, terwijl de meest vermogende één procent huishoudens 26 keer zo veel heeft.”

‘‘Er is een grote groep die beduidend minder heeft, terwijl de meest vermogende één procent huishoudens 26 keer zo veel heeft.”

De kloof tussen arm en rijk lijkt alleen maar groter te worden door globalisering en technologische ontwikkelingen, waardoor inkomensongelijkheid is gegroeid. In een artikel van de Universiteit van Utrecht wordt duidelijk gemaakt hoe groot het probleem is: “Stel, je maakt van de hele bevolking honderd mensen. Dan hebben de tien bovenste mensen samen 61% van het totale vermogen in hun bezit,” legt Robeyns, hoogleraar Ethiek van Instituties uit. Het is dus een aanzienlijk probleem. Maar hoe heeft dit probleem zich ontwikkeld? Welke factoren dragen het meest bij aan deze ontwikkeling? En zijn er mogelijke oplossingen om deze kloof tegen te gaan?

De grote achteruitgang begint in de jaren 70. Volgens een studie van het Amsterdamse Instituut voor Arbeidsstudies (AIAS) van de Universiteit van Amsterdam naar inkomensongelijkheid tussen 1977 en 2011 komen zorgwekkende cijfers naar boven. “De onderkant van de inkomenspiramide, de 10 procent minstverdienende huishoudens, is er sinds 1977 in koopkracht 30 procent op achteruitgegaan, terwijl alle inkomensgroepen daarboven er juist op vooruitgingen. Uit de studie blijkt dat de armste 10 procent van de huishoudens ook van 1990 tot en met 2011 nog 10 procent aan reëel inkomen heeft ingeboet, bovenop de 20 procent achteruitgang in de jaren daarvoor.” En het stopte niet bij deze achteruitgang. Ook in het heden lijkt deze kloof alleen maar groter te worden.

“Er is een grote groep die beduidend minder heeft, terwijl de meest vermogende één procent huishoudens 26 keer zo veel heeft. Begin 2020 had de rijkste 10 procent huishoudens 1117 miljard euro aan vermogen (inclusief eigen woning) in handen. De 90 procent overige huishoudens moesten het doen met de rest, oftewel 713 miljard euro. Een aanzienlijk deel van deze huishoudens heeft bovendien een negatief vermogen,” stond in een rapport van het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek). Thijs Bol, hoogleraar Sociologie, beaamt deze cijfers door kort uit te leggen waardoor dit allemaal tot stand is gekomen: “Belastingbeleid en de afname van de sociale zekerheid spelen een rol. Daarnaast bevoordeelt de huidige economie vaak kapitaal meer dan arbeid, en ook dit zorgt voor een groter wordende kloof.” Maar het lijkt niet allemaal zo slecht te gaan. Volgens het CBS was het dieptepunt van de onderste helft van de huishoudens in 2013-2014. Zij hadden samen namelijk een totale vermogensschuld van 70 miljard euro. Begin 2020 kwam het voor het eerst in tien jaar weer boven de nul. Maar dit betekent niet dat er nog steeds veel moet veranderen.

Volgens Bol kunnen we veel leren van onze grote vrienden in het noorden: “Scandinavische landen doen het goed met progressieve belastingen en sterke sociale vangnetten. Nederland kan hiervan leren en beleid ontwikkelen dat meer focust op inclusieve groei. Denk aan het versterken van sociale voorzieningen en het heroverwegen van belastingstructuren.” Maar de wortels van het probleem liggen volgens de hoogleraar nog dieper. “Onderwijs is cruciaal. Toegang tot kwalitatief goed onderwijs beperkt de kloof. Helaas zien we dat ongelijkheid in onderwijskansen de economische ongelijkheid verder aanwakkert. Investeren in onderwijs, vooral in kwetsbare gemeenschappen, is essentieel.”

Om dit probleem te veranderen moeten er drastische maatregelen worden genomen. Het onderwijs in kwetsbare buurten moet een grote verbetering tegemoet gaan komen, sociale vangnetten moeten worden verbeterd en de aandacht naar het onderste deel van de huishoudens moet toenemen. Het kan niet verder op deze manier. Nederland is een progressief en vooruitstrevend land, maar op veel vlakken lijken wij totaal niet op het beeld dat aan de buitenwereld wordt vertoond.

Over de auteur

Jep van der Horst

Jep is een negentien jarige student aan de Hogeschool van Utrecht. Hiervoor heeft hij filosofie gestudeerd, al hoewel dit iets te zweverig was gebruikt hij zijn filosofische blik bij het schrijven van zijn artikelen. Hij woont momenteel in Amsterdam maar wilt de het liefst wonen in veel verschillende landen, zijn droom is dan ook om reizend te werken.