Deze februari, 84 jaar geleden, vond de Februaristaking plaats. In 1941 sloten velen werkende mensen in Amsterdam de handen in één en legden hun werk neer. De staking bleef niet in Amsterdam, maar trok op de tweede dag door naar plaatsen als Hilversum en Utrecht. Na hardhandig ingrijpen van Nazi-Duitsland kwam de opstand tot een einde. Vandaag de dag worden vinden er nog altijd demonstraties plaats. Maar juist deze Februaristaking van 1941 wordt ieder jaar herdacht.
1941: Nederland is bezet geraakt door Nazi-Duitsland. Waar het leven aan het begin van de bezetting nog redelijk normaal doorging voor de Hollandse burger, liepen de spanningen langzaam steeds meer op. In onderstaande reportage vertelt Jaïr Stranders, voorzitter Comité Herdenking Februaristaking 1941, over deze gebeurtenis. Ook historicus Ben Braber komt aan het woord. Hij bracht onlangs een boek uit over de Joodse deelname aan de Februaristaking.
Veel Nederlanders werkten destijds samen om zich te uiten tegen de Duitse bezetter. Tegenwoordig zien demonstraties er anders uit dan in 1941. Het demonstratierecht staat hedendaags onder druk, vindt Politicoloog Carla Kabamba. ‘’Je moet gewoon op een doosje kunnen staan en je mening kunnen uiten’’, maar dit is niet het geval volgens Kabamba. ‘’Het zou normaal zijn om geduwd of geslagen te worden wanneer je demonstreert. Als mensen bang zijn om te demonstreren, zijn mensen bang om te uiten hoe ze zich voelen.’’ Er zijn volgens Kabamba 3000 demonstraties per jaar in Amsterdam. Daar zouden grote aantallen klachten uitkomen met betrekking tot de belemmeringen om te demonstreren. ‘’Het gaat erom dat je als mens in Nederland je mening moet kunnen uiten, zonder dat er klappen vallen. Op dit moment zijn er heel veel indicaties dat dit niet goed gaat.’’