De Ramadan staat bekend als een maand van bezinning, discipline en spirituele groei. Maar naast het individuele aspect is er een minstens zo belangrijk element: de sociale verbondenheid die deze periode met zich meebrengt. Van gezamenlijke iftars tot liefdadigheid en een sterker gemeenschapsgevoel. De Ramadan draait niet alleen om wat je niet eet, maar vooral om wat je samen deelt.
Wanneer de zon ondergaat, verzamelen families, vrienden en soms zelfs vreemden zich om samen het vasten te verbreken. De iftar is niet alleen een moment van verlichting na een dag zonder eten en drinken, maar het is ook een ritueel dat mensen dichter bij elkaar brengt. In veel moskeeën en gemeenschapscentra worden gezamenlijke maaltijden georganiseerd, waar iedereen welkom is, ongeacht afkomst of geloof. Het delen van eten versterkt onderlinge banden en creëert een gevoel van saamhorigheid.
“Ramadan helpt ons om fysiek en spiritueel sterk te zijn en sterk te worden.“
Mohamed Azbay is een trouwe moslim die al zijn hele leven meedoet aan de Ramadan, ondanks zijn suikerziekte. “De Ramadan, het vasten, geeft ons kracht. We voelen ons sterker dan in normale tijden,“ vertelt Mohammed, “het vasten geeft ons energie en tevredenheid. Voor mijzelf geeft het ook rust.“
De Ramadan beperkt zich niet alleen tot moslimgemeenschappen. Steeds vaker doen ook niet-moslims mee aan het vasten, uit respect, nieuwsgierigheid of om hun solidariteit te tonen. Werkgevers organiseren inclusieve iftar-maaltijden, scholen besteden aandacht aan de betekenis van de maand en buren nodigen elkaar uit om samen te eten. Dit draagt bij aan meer wederzijds begrip en versterkt interculturele relaties.
De Ramadan laat zien dat vasten meer is dan onthouding, het is een maand van saamhorigheid, zorg en verbondenheid. In een tijd van individualisme herinnert deze periode ons eraan hoe waardevol het is om met én voor elkaar te leven.