Deze week bereikt de zon het zogeheten zonnevlekkenmaximum: het hoogtepunt van een ongeveer elfjarige cyclus waarin de zonneactiviteit toeneemt. Dit maximum blijkt aanzienlijk actiever dan eerder verwacht. Wetenschappers gingen aanvankelijk uit van een zwak maximum, mogelijk zelfs zwakker dan het vorige dat rond 2014 plaatsvond. Nieuwe gegevens laten echter een forsere piek in zonneactiviteit zien.
Zonnevlekken zijn donkere plekken op het oppervlak van de zon waar sterke magnetische velden voorkomen. Het aantal zonnevlekken is een belangrijke maat voor zonneactiviteit: hoe meer vlekken, hoe actiever de zon. Sinds 1979 worden zonnecycli nauwkeurig gemonitord met behulp van satellieten. Daaruit blijkt dat de hoeveelheid zonnestraling op aarde samenhangt met de elfjarige zonnecyclus, hoewel de invloed op het klimaat beperkt is. De temperatuur op aarde varieert hierdoor gemiddeld slechts 0,03 graden Celsius. Langzamere schommelingen in zonneactiviteit lijken wel meer invloed te hebben, al is hierover nog veel onduidelijk.
Soms zijn zonnevlekken met het blote oog te zien, vooral bij heiig weer als de zon gedempt zichtbaar is. Dat gebeurt echter zelden; meestal zijn ze te klein om zonder hulpmiddelen waar te nemen. Daarom organiseren sterrenwachten in heel Nederland op zaterdag 6 juli de landelijke Zonnekijkdag. Tijdens deze dag kunnen bezoekers onder begeleiding van experts met speciaal uitgeruste telescopen veilig een blik werpen op de zon en haar activiteit.
In een bijbehorende audioreportage wordt uitgelegd welke effecten het zonnevlekkenmaximum kan hebben op aarde, bijvoorbeeld op satellieten, communicatie en poollicht. Ook wordt een bezoek gebracht aan een sterrenwacht tijdens de Zonnekijkdag.