Er was eens een vink met de naam Vito. Maar Vito was geen gewone vink. Hij had een brilletje op zijn snavel, een jasje van mosgroene veertjes, en bovenal: een enorme fantasie. Terwijl de andere vinken tevreden waren met wat zaden en takjes, droomde Vito van vliegende kastelen, zingende regenbogen en een wereld waar bladeren konden praten.
Op een ochtend, terwijl de dauw nog op het gras lag, vond Vito een veer die schitterde als de sterrenhemel. “Een veer van verbeelding,” fluisterde een mysterieuze eekhoorn die ineens opdook en weer net zo snel verdween.
Zodra Vito de veer aanraakte, gebeurde er iets wonderlijks: zijn vleugels begonnen te gloeien, zijn gedachten werden luidop en voor hij het wist, vloog hij met duizelingwekkende snelheid omhoog—recht de Wolkenlanden in, een plek die alleen bestond in fabels (en in Vito’s hoofd).
Daar ontmoette hij pratende papegaaivissen, een uil met drie brillen en een kolibrie die sonnetten zong in vijf talen. Vito werd uitgeroepen tot Droomvogel des Rijken, en kreeg de taak om elke nacht een nieuwe fantasie de wereld in te sturen via een fluisterwind.
Maar op een dag vergat Vito zijn veer. De wind viel stil, de kleuren in de lucht verbleekten, en de dieren van de Wolkenlanden raakten in paniek. Gelukkig had Vito zijn grootste gave nog: zijn verbeelding. Hij dacht zo hard aan zijn veer dat deze uit de lucht kwam dwarrelen—recht in zijn vleugels.
Sindsdien hangt Vito elke ochtend bij een willekeurig kind op het raam, tikt even met zijn snavel, en fladdert dan weg—een fluisterwind achterlatend vol dromen, die ‘s nachts tot leven komen.
En wie weet… misschien tikt hij vannacht wel bij jou…