Afgelopen week is de Champions League weer van start gegaan, met een nieuwe opzet van het toernooi. Dit jaar doen er ook twee Nederlandse clubs mee aan het miljoenenbal, namelijk PSV en Feyenoord. Maar wat houdt die nieuwe opzet nou precies in?
Daarvoor gaan we even terug naar de oude situatie. Tot voorheen deden er 32 teams mee, die de eerste ronde afwerkten in een poulefase. Hierin speelde elke club twee keer tegen drie verschillende clubs, uit en thuis. Uit elke poule gingen uiteindelijk de twee best geklasseerde teams naar de volgende ronde.
Nieuwe opzet
Maar dat is nu compleet veranderd. Vanaf dit seizoen doen er in totaal 36 clubs mee, die de eerste ronde afwerken in een competitiefase. Elk team speelt één wedstrijd tegen acht verschillende clubs, waarbij de uiteindelijk acht best presterende teams direct naar de volgende ronde mogen. De nummers 9 tot en met 24 gaan vervolgens onderling uitvechten naar wie de laatste acht plekken gaan voor de volgende ronde.
Geld
Maar wat is de reden voor deze verandering? “Geld”, antwoord NOS-presentator Jeroen Stomphorst resoluut. “Natuurlijk is het ook leuk dat er in deze opzet meer topwedstrijden gespeeld worden. Daarnaast zal er ook meer spanning komen, want tijdens de poulefases wist je bijna altijd vooral al wie er doorging en waren er weinig verassingen, maar uiteindelijk draait het allemaal om geld.”
Dat is een kwalijke zaak, stelt Stomphorst. “In de nieuwe opzet spelen de teams dus wéér twee wedstrijden meer, terwijl de spelers al jaren klagen over een overvol speelschema. Ik heb het idee dat de spelers niet serieus genomen worden. Ik ben benieuwd hoelang het zal duren voordat de eerste spelers zullen gaan staken, want die geluiden hoor je steeds meer de laatste tijd.”
Hier een radio-interview met Martijn Krabbendam over de eerste Champions League speelweek.