Verkiezingen in Vlaanderen hebben het politieke debat over de afschaffing van de opkomstplicht weer op scherp gezet. Niet alleen vanwege de uitslag, maar vooral vanwege de lage opkomstcijfers. Bij de lokale- en provinciale verkiezingen van zondag 13 oktober werden stemgerechtigden in Vlaanderen voor het eerst niet meer verplicht om naar de stembus te gaan.
In dit fragment uit de UPD8 uitzending van 18 oktober wordt ingegaan op de politieke situatie in België:
België is één van de ruim twintig landen wereldwijd waar naar het stemlokaal komen verplicht is. Zo nu en dan is er een land waar de opkomstplicht afgeschaft of juist ingevoerd wordt. Het International Institute for Democracy and Electoral Assistance (International IDEA) adviseert overheden bij dit soort verkiezingshervormingen. Volgens Julian Tucker van International IDEA is het belangrijk om dit soort processen stapsgewijs te laten gaan om goed te kunnen reageren op onverwachte effecten. In het geval van opkomstplicht kan er bijvoorbeeld eerst geëxperimenteerd worden op lokaal niveau. “Opkomstplicht is in het verkiezingslandschap nauw verwant aan kiezersvoorlichting: hoe je aan kiezers communiceert hoe stemmen werkt en welk effect de veranderingen kunnen hebben,” aldus Tucker. Als het voor kiezers niet duidelijk is welke veranderingen aan het kiessysteem er plaatsvinden en waarom, dan kan dit leiden tot verlies van vertrouwen.
Bij afschaffing van de opkomstplicht kan er door een gebrek aan vertrouwen een negatieve spiraal ontstaan waardoor bepaalde groepen mensen steeds minder stemmen. Sarah Birch, hoogleraar politieke wetenschappen aan King’s College London, zegt dat bijvoorbeeld jongeren, armen en lageropgeleide mensen er sneller naar neigen om niet te stemmen. Daardoor worden zij minder vertegenwoordigd in de politiek. Birch over het gevolg hiervan: “De mensen die minder gerepresenteerd worden, zeggen dan dat politici niet in hun belang handelen, en daar hebben ze gelijk in.” Als dat resulteert in verder verlies van vertrouwen dan is de cirkel compleet: nog minder vertrouwen, nog minder stemmers, nog minder vertegenwoordiging.
Er zijn tal van argumenten voor en tegen de opkomstplicht te noemen, maar de algemene gedachte erachter is een democratische afspiegeling van het volk in de politiek. In de woorden van Sarah Birch zijn democratische besluiten er om mensen dezelfde dingen te laten doen. “Als je in een democratie niet met iedereen samenkomt om besluiten te maken, dan zijn je besluiten niet geheel democratisch.”
Het invoeren van een opkomstplicht brengt eveneens moeilijkheden met zich mee. Volgens Tucker van International IDEA is de administratieve last hoog. Er is een goed burgerregister nodig om te weten wie de stemmers zijn. Ten tweede noemt Tucker verschillende zaken waar allemaal rekening mee moet worden gehouden: hoe ga je om met vluchtelingen, met burgers die in het buitenland zijn, met rampen of natuurgeweld, met een pandemie… “Je kan niet van mensen verwachten dat ze gaan stemmen als ze niet kúnnen stemmen of niet weten hoe,” zegt Tucker. Al deze vraagstukken drijven de kosten op. “Dan wordt de vraag: welke instantie betaalt hiervoor?”