De discussie over de financiële aantrekkelijkheid van werken in vergelijking met het ontvangen van een bijstandsuitkering is recentelijk opnieuw opgelaaid, nadat Thierry Baudet, lijsttrekker van Forum Voor Democratie, in een video stelde dat “voor Nederlanders die langs de kant staan, het niet loont om te gaan werken.” Deze uitspraak, met ondertussen 21,5k weergaves, roept vragen op over de werkelijke financiële situatie van bijstandsontvangers en de complexiteit van het Nederlandse uitkeringssysteem.
Oordeel: Ongefundeerd
Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van
publicatie.
De claim
Op 12 oktober 2024 werd er een video van een oud debat, welk plaatsvond op 22 november 2023, gepubliceerd op het platform X. Deze post werd gedaan op het account van de politieke partij Forum Voor Democratie (FVD), in de video is te zien hoe de lijsstrekker van de partij Thierry Baudet de claim maakt “Voor Nederlanders die langs de kant staan loont het niet om te gaan werken’’. Met “langs de kant staan’’ worden de mensen die leven van een bijstandsuitkering en momenteel niet werken bedoelt. Het zou volgens de claim, voor Nederlanders dus lonender zijn om te leven van een uitkering dan te gaan werken.
Bijstandsuitkering
De bijstandsuitkering is bedoeld om mensen te ondersteunen die tijdelijk niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. In Nederland is de hoogte van de bijstandsuitkering afhankelijk van verschillende factoren, waaronder leeftijd en gezinssituatie. Per 1 juli 2024 zijn de bijstandsuitkeringen in Nederland aangepast. Voor gehuwden en samenwonenden bedraagt de maandelijkse bijstandsuitkering € 1.775,75 en alleenstaanden ontvangen een maandelijkse bijstandsuitkering van € 1.509,42
Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan de levensonderhoudskosten en inflatie. Daarnaast kunnen aanvullende toeslagen, zoals huur- en zorgtoeslag, de totale financiële ondersteuning verhogen. Ontvangers van bijstandsuitkeringen hebben echter ook verplichtingen, zoals het actief zoeken naar werk en deelname aan re-integratieprogramma’s, wat van invloed kan zijn op de hoogte van de uitkering.
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft het gemiddelde aantal bijstandsuitkeringen voor 2023 vastgesteld op 336 duizend, dit is te lezen in de ramingen van het bijstandsvolume in de Macro Economische Verkenning (MEV) 2024. Voor de uiteindelijke cijfers van 2024 wordt er wel weer een stijging verwacht naar 346 duizend uitkeringen. Dit zal het gevolg nog zijn van dat er in 2022 een significante daling van de werkloze beroepsbevolking was.
Financieel Lonend
Financiële onzekerheid speelt een belangrijke rol in de aarzeling van mensen met een uitkering om te gaan werken. Dit blijkt ook uit een artikel gepubliceerd in de Volkskrant op 22 februari 2024. Hoewel werken voordelen kan bieden zoals arbeidskorting, stijgen de netto-inkomsten vaak niet significant door het verlies van toeslagen en extraatjes. In dit artikel wordt er verwezen naar een rekensom van de rechtswinkel uit Renkum. Het voorbeeld toont aan dat als een alleenstaande man 40 uur gaat werken, zijn bruto-inkomen met 700 euro verhoogd, maar netto slechts de helft daarvan overhoudt.
De complexiteit van de regels rondom uitkeringen maakt het moeilijk voor mensen om te begrijpen hoe hun financiële situatie zal veranderen, wat hen kan ontmoedigen om de stap naar werk te maken. Het kan financieel nadelig zijn om een baan te accepteren als het salaris onder de bijstandsuitkering ligt. Werklozen hebben recht op werkloosheidsuitkeringen (WW) als tijdelijke steun voordat ze bijstand aanvragen. Daarnaast kunnen beleidsmaatregelen in de WW en arbeidsongeschiktheid extra instroom in de bijstand veroorzaken, waardoor de zekerheid van een uitkering aantrekkelijker lijkt.
Persoonlijke voordelen
Stephanie Feller (42), is altijd werkend geweest maar kwam uiteindelijk ruim drie jaar in de bijstand terecht. Momenteel werkt ze weer als kok in een keuken in Amsterdam. Voor haar loonde een bijstandsuitkering niet, “ Vooral in deze tijd is het niet lonend, alles is duurder geworden.’’ Verteld ze. “Ik kwam niet rond met een uitkering, er konden alleen boodschappen gedaan worden, geld voor leuke dingen was er niet.’’ Stephanie ervaarde deze tijd als een beperking voor zichzelf. “Mensen willen niet met je afspreken, ze gaan er al vanuit dat je toch geen geld hebt.’’
Om uit de bijstand te komen was nog wel een uitdaging voor Stephanie. Ze was net moeder geworden en wilde liever niet weer de horeca in. Omscholen ging uiteindelijk ook niet, de meeste opleidingen waren namelijk niet goed te combineren met het moederschap. Wel had ze ooit al de koks-opleiding afgerond en wist ze wat ze waard was voor een baas. “Iemand die nooit heeft gewerkt weet ook niet wat diegene waard is en ik kan me voorstellen dat het voor deze mensen als gratis geld aanvoelt’’. Ze vindt dat geld niet alleen lonend kan zijn, maar ook de ontwikkeling die je als persoon doormaakt als je weer gaat werken. Stephanie is nog niet geheel onafhankelijk van uitkeringen, momenteel mag ze tot een bepaald bedrag verdienen anders worden bepaalde potjes minder, hier moet ze dan ook wel rekening mee houden om rond te kunnen komen.
Conclusie
De claim dat het voor bijstandsontvangers niet loont om te werken, benadrukt de complexe relatie tussen sociale zekerheid en arbeidsmotivatie. Hoewel bijstandsuitkeringen tijdelijke ondersteuning bieden, kunnen de afwegingen rond werk ontmoedigend zijn door ingewikkelde regels en het verlies van toeslagen. Het verhaal van Stephanie Feller toont aan dat werken niet alleen financiële voordelen, maar ook persoonlijke groei en sociale interactie kan opleveren. Of het vraagstuk lonend is, is afhankelijk van ieders zijn situatie, de claim is hierdoor ongefundeerd.