Voor veel moslims speelt het geloof in het hiernamaals een centrale rol in het dagelijkse leven. De overtuiging dat elke daad gevolgen heeft na de dood beïnvloedt keuzes op het gebied van gedrag, spiritualiteit en omgang met anderen.
Moslims zien het leven als een test. “Het doel in het leven van een moslim is niet gelukkig worden, maar de reiniging van je ziel”, zegt Anne Dijk, islamoloog. Volgens haar vormt het geloof in het leven na de dood een moreel kompas. “Je moet jezelf leren kennen en ontdekken om zo dichter bij god te komen.”
Er zijn bepaalde mate waarin dingen vaststaan in het leven. “Het moment van geboorte, overlijden en de voorzienigheid”, legt Dijk uit. “Dat zijn zaken die volgens de islam al vastliggen, en waar de mens geen controle over heeft.” Hierbij kunnen we ons voorstellen dat het leven wordt gezien als een reis tussen deze vaste momenten, waarin je verantwoordelijkheid draagt voor wat je doet met de tijd die je krijgt.
Die verantwoordelijkheid uit zich in het maken van morele keuzes, het verrichten van goede daden, en het zoeken naar balans tussen het wereldse en het spirituele. Zo spelen dagelijkse handelingen – zoals bidden, geven aan de armen, het tonen van respect – allemaal een rol in de voorbereiding op het hiernamaals.
Voor veel moslims is het geloof in het hiernamaals dus niet alleen een toekomstig vooruitzicht, maar iets dat het nu vormgeeft. Het beïnvloedt hoe je leeft, hoe je denkt over lijden, rechtvaardigheid, succes en falen. Het idee dat het leven tijdelijk is en dat er iets groters volgt, biedt zowel houvast als richting.