Onderdak, drie maaltijden per dag en een warme douche. Het lijkt heel vanzelfsprekend, maar dat geldt helaas niet voor iedereen. In 2024 kwamen er volgens het Centraal Planbureau duizenden asielzoekers naar Nederland. Voor deze mensen heeft Nederland in verschillende steden opvang geregeld.
In vijf gemeenten is er zelfs een bed-bad-brood regeling voor uitgeprocedeerde asielzoekers, maar op 4 september liet minister Marjolein Faber, van Asiel en Migratie, weten dat dit vanaf 1 september niet meer ondersteund zal worden.
Faber wil zich dan richten op het laten terugkeren van de uitgeprocedeerde asielzoekers. Volgens Sigrid Suetens, hoogleraar gedragseconomie aan de universiteit in Tilburg, zal de stop op het subsidiëren het verschil niet maken. “Een aantal steden hebben ook al aangegeven dat ze het zelf gaan financieren en ik kan me voorstellen dat andere gemeenten dit ook gaan doen”. Hierdoor zal er voor vluchtelingen geen druk ontstaat om zich bezig te gaan houden met Nederland weer verlaten. “Als gemeenten de regeling zouden opgeven en er mensen op straat terecht zouden komen dan zou er wat vlugger aan gedaan worden”.
Ook zijn vele vluchtelingen nog zeker niet bereid om terug te keren. Zo vertelt Merieta Draaibas, die nu zes maanden bij Stichting ROS in Rotterdam zit, dat het niet veilig is voor haar om terug te keren naar Suriname. Zij moet nu afwachten of ze een vergunning krijgt om in Nederland te blijven. Het is voor haar erg frustrerend. “Die zes maanden zijn zo voorbij, nu is het gewoon wachten of ik straks op straat kom te staan en daar is het super gevaarlijk, straks word ik ontvoerd of meegenomen”. Zij hoopt dan ook dat de gemeente Rotterdam opvangcentra, zoals stichting ROS, zullen gaan financieren. Zo kan er alsnog onderdak worden aangeboden en leefgeld worden uitgedeeld.
Videoreportage: