Na meer dan anderhalve eeuw komt er een einde aan het zogenoemde tijdperk ‘koninklijke rijtuigen’. De koninklijke familie heeft vanaf nu geen eigen treinstel meer. De SR10, de naam van het laatste koninklijke rijtuig, is vanaf vrijdag 20 september 2024 te bewonderen voor publiek in het Spoorwegmuseum.
De SR10, ofwel Salon Rijtuig nummer tien werd gebouwd in de jaren ’80 en was de opvolger van de SR1, 8 en 9. Het treinstel heeft zijn beste dagen inmiddels wel gehad en groot onderhoud was nodig geweest om de trein rijklaar te houden. De koning besloot geen onnodig geld hieraan uit te geven, omdat de trein inmiddels niet meer het meest functionele vervoersmiddel is. “Met de trein gaan betekent een vaste route rijden, op een vaste tijd en dat is voorspelbaar. Die voorspelbaarheid is juist niet de bedoeling, het kost dan veel beveiligingsmaatregelen en geld om alles veilig te laten verlopen”, vertelt Evertjan de Rooij, kenner van de SR10.
Waar werd de trein voor gebruikt?
In februari 1994 werd de SR10 voor het eerst ingezet voor een reis van de koninklijke familie naar Oostenrijk. Daarnaast werd de trein voornamelijk ingezet tijdens staatsbezoeken, Koninginnedag en bij bijvoorbeeld de openingen van stations en spoorwegen. Het rijtuig vervoerde ons koningspaar voor het laatst bij het staatsbezoek aan België in 2023.
Machinist
Een trein kan natuurlijk niet rijden zonder machinist. Inmiddels gepensioneerd machinist Pieter Heijnis was jarenlang de machinist van de SR10. “Het was heel bijzonder om dit treinstel te mogen besturen. Het is technisch één op één hetzelfde, dus het voelt vertrouwd, maar tegelijk is het zo anders.” Je dient met verschillende zaken rekening te houden. “Zorgen dat je precies op de juiste plek stopt voor de rode loper, de extra veiligheidsmaatregelen en je wilt écht niet dat de koninklijke familie schokken ervaart tijdens het rijden.”
Verslaggever Sam Wouters ging alvast een kijkje nemen in de koninklijke trein.