Factcheck: Modaal verdienende gezinnen hebben moeite om vervoer te betalen

Factcheck: Modaal verdienende gezinnen hebben moeite om vervoer te betalen

Bron: eigen beeld

Een groot deel van de gezinnen in Nederland die modaal verdienen, komen maandelijks tussen de tweehonderd en achthonderd euro tekort voor vervoer. Dat stelde Marga Jagers, voorzitter van de Mobiliteitsalliantie, bij Goedemorgen Nederland op 1 oktober 2024. Die bewering is gedeeltelijk waar: Uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), waar Jagers haar uitspraak op baseerde, blijkt echter dat er toch meerdere haken en ogen aan deze uitspraak zitten.

Bewering:

Een groot deel van de gezinnen in Nederland die modaal verdienen, komen maandelijks tussen de tweehonderd en achthonderd euro tekort voor vervoer.

Oordeel:

Deels gerond, precieze aantallen zijn moeilijk te bepalen.

Bron van de bewering

Op 1 oktober 2024 stond een artikel in de Telegraaf over de betaalbaarheid van de mobiliteit in Nederland. Op basis van dit onderzoek, dat door het Nibud is uitgevoerd in opdracht van de Mobiliteitsalliantie, werd Marga Jagers bij Goedemorgen Nederland enkele uren later geïnterviewd over dit rapport. In dit programma doet zij ook de claim, die hierboven beschreven is. In het onderzoek staat beschreven dat veertig procent van de Nederlanders een modaal inkomen of lager heeft: dit is dan ook de groep die wordt bedoeld in de claim.

De aanleiding van het onderzoek was de bezorgdheid van de Mobiliteitsalliantie, een samenwerkingsverband tussen 25 partijen uit de mobiliteitssector, over de stijgende prijs van mobiliteit. Uit onderzoek van de ANWB blijkt dat de prijs van mobiliteit tussen 2015 en 2023 met dertig procent is gestegen: dit is vier procent meer dan de inflatie in deze periode. Ondanks dit minimale verschil komen toch veel gezinnen toch in de problemen, stelt de Mobiliteitsalliantie.

  

Bron: Onderzoek van het Nibud

Toelichting tabellen: In de tabellen is te zien hoeveel ruimte er volgens het onderzoek van het Nibud in de budgetten van de onderzochte groepen over zou blijven, wanneer er niet bespaart wordt op andere kosten om vervoer te kunnen betalen. Bij deze tabellen is rekening gehouden met een gemiddelde vervoersbehoefte. De linkertabel geeft weer, wat de ruimte in het budget zou zijn wanneer er veelal gebruikt gemaakt zou worden van fiets en auto. De andere tabel geeft de ruimte van het budget aan wanneer er vooral met de fiets en het openbaar vervoer gereisd wordt.

Maar klopt dit wel? In het onderzoek van het Nibud is veelal gebruik gemaakt van cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Deze cijfers zijn soms direct overgenomen en op andere momenten is er verder gerekend met deze cijfers. Daar is het Nibud heel duidelijk over. Er wordt echter soms ook niet beredeneerd hoe het Nibud aan bepaalde cijfers komt en die roepen vragen op.

Zo wordt er in het onderzoek gesteld dat de kosten voor de trein € 0,26 per kilometer bedragen. Wanneer dit bedrag naast een onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) over de betaalbaarheid van mobiliteit en eigen berekeningen van verschillende trajecten gelegd wordt, ontstaat er een discrepantie: uit het eigen onderzoek én het onderzoek van het Ministerie blijkt dat de prijs per kilometer geen € 0,26 bedraagt, maar tussen de € 0,15 en € 0,20. Daarnaast neemt het Nibud door ‘beperkte hoeveelheid data’ de groep ‘niet stedelijke huihoudens’ niet mee in het onderzoek. In het onderzoek staat wel vermeld dat deze groep van drie miljoen mensen waarschijnlijk de grootste behoefte, dus ook kosten, heeft aan mobiliteit.

Universitair docent economie van de Universiteit Leiden Max Lent, stelt ook dat, ondanks het feit dat er bij sommige cijfers uit het onderzoek vraagtekens geplaatst kunnen worden, er zeker een kern van waarheid zit in het onderzoek. “Huishoudens hebben het steeds moeilijker om rond te komen. Tegenwoordig kan het niet anders dan dat beide ouders werken in een gezin, zeker bij gezinnen met kinderen. Door de enorme stijging van vervoerskosten de afgelopen jaren hebben gezinnen steeds vaker tekorten en moet er bezuinigd worden op andere dingen om bijvoorbeeld de vervoerskosten voor werk te kunnen betalen. Zelfs bij deze gezinnen ontstaan er tegenwoordig tekorten van honderden euro’s.”

Dit wordt ook ondersteunt door het eerder genoemde rapport van het KiM. Dit onderzoek stelt, dat de betaalbaarheid van mobiliteit in Nederland de afgelopen jaren gedaald is. In dit onderzoek wordt echter gesteld dat het nog steeds voornamelijk gaat om mensen met een laag inkomen. Uit dit onderzoek blijkt, dat twee tot tien procent van de Nederlanders aangaf betaalbaarheidsproblemen met mobiliteit te hebben ervaren. Dit is dus een kleinere groep dan het Nibud stelde.

Conclusie

Ondanks dat de claim van het Nibud en de Mobiliteitsalliantie klopt dat een deel van de gezinnen met een modaal inkomen honderden euro’s tekortkomen voor mobiliteitskosten, kan er wel een vraagteken geplaatst worden bij sommige cijfers uit het onderzoek. Ook door het gegeven dat niet alle Nederlanders in het onderzoek zijn meegenomen en het feit dat het onderzoek van het KiM stelt dat het om een kleinere groep Nederlanders gaat, is het dus moeilijk te zeggen hoe groot de groep echt is en of de getallen kloppen. Wel kan er geconcludeerd worden dat de betaalbaarheid van mobiliteit een groeiend probleem is in Nederland.

Over de auteur

Jacey Zelissen

Jacey Zelissen, geboren in 2003 en beginnend student aan de Hogeschool Utrecht. Hier is zijn passie voor sport en journalistiek samengekomen. Zijn eerste stappen in de journalistiek zette hij als correspondent amateurvoetbal voor De Limburger, waar hij ervaring heeft opgedaan als schrijvend journalist. Met een passie voor sport, interesse in alles wat zich afspeelt in zijn omgeving en een scherp oog voor verhalen, is hij klaar voor alles wat er op zijn pad komt.