Een interview met mede-eigenaar en bedenker van Akiba District Jan Vermolen. Hij was eerder bekend van zijn heerlijke oliebollen en is opgegroeid in een kermisgezin, waar hij vanaf jonge leeftijd al meehelpt, bijvoorbeeld bij de kermis op de Maliebaan. Tijdens de coronaperiode heeft hij samen met mede-eigenaar Cengiz Murt een nieuw idee bedacht: een gamehall in Japanse stijl. Deze bevindt zich in Hoog Catharijne, met een oppervlakte van 2000 vierkante meter, is dit de grootste gamehall van de Benelux.
Jullie zijn 750 vierkante meter groter dan de GameState in Amsterdam, die hiervoor de grootste van de Benelux was. Heeft dit een reden?
‘Nee, dit is niet expres gegaan. We hebben naar meerdere locaties gekeken. Toen wij dit pand binnenstapten met de vastgoedeigenaar besloten wij hiervoor te kiezen, omdat er veel ruimte was voor uitbreiding.’
‘Daarnaast hebben wij gekozen voor deze plek in Hoog Catharijne, omdat Utrecht, vergeleken met andere grote steden, een jonge stad is die openstaat voor verandering. We hebben ook andere grote steden overwogen, maar daar was het moeilijker om een geschikte locatie te vinden. We komen zelf uit Den Haag, maar voor het idee van de gamehall hadden we al een ander project willen starten in Den Haag. Het plan dat wij bij de gemeente hadden ingeleverd, werd door de gemeente letterlijk gekopieerd. We werden eigenlijk weggejaagd en bedrogen, hebben we voor dit nieuwe project niet opnieuw bij de gemeente Den Haag aangeklopt.’
Jullie hebben gekozen voor een Japanse uitstraling in jullie gamehall. Waarom hebben jullie hiervoor gekozen?
‘Mijn compagnon Cengiz Murt kwam net voordat we op dit idee kwamen terug uit Japan. Hij heeft daar veel inspiratie en ideeën opgedaan voor dit project. Japan leeft de laatste paar jaar ook heel erg in Nederland. Dit merk je qua eten, je ziet steeds meer sushi en andere Japanse gerechten. Daarnaast leeft de Japanse cultuur ook heel erg onder jongeren. We wilden gewoon een leuk concept aan onze gamehall geven, dus hebben we alles naast elkaar gelegd en kwamen we uit op Japan.’
U komt zelf uit een kermisfamilie, heeft u hier nog inspiratie uit gehaald?
‘Ik ben zelf tiende-generatie kermisfamilie, daar ben ik in de coronatijd mee gestopt. Maar je ziet toch dat ik uiteindelijk weer kermis gerelateerde ambities zoek in het leven. Het is eigenlijk een soort binnenshuis kermis, maar de muntenschuifspelletjes en grijpkraantjes zet ik niet neer, wij willen er geen kindercasino van maken. Je betaalt bij ons een eenmalig bedrag om voor een bepaalde tijd te kunnen spelen.’
‘Mensen komen voor hun plezier, een dagje weg, zonder dat er gewonnen prijzen tegenover staan.’
Chengiz Murt had hiervoor ervaring in de groothandel, jij in de kermis en het oliebollenbakken. Hoe kwamen jullie samen op het idee om een gamehall te openen?
‘Kijk, je bent uiteindelijk beide ondernemers. Ik zat al als kind in de kermisproductie. In de kermisgemeenschap is het heel normaal dat je van jongs af aan meedraait in het bedrijf van je ouders. Op mijn 18de runde ik zelf al eigen kermissen. Zo leerde je al vroeg je eigen zaak te runnen, dit wordt er al met de paplepel ingegoten. Er komen daarom veel jonge ondernemers uit kermisgezinnen.’
‘Maar ja, hoe zo’n idee ontstaat… Allebei een “ondernemersgeest”. Daarnaast kijken wat wel en niet werkt, en veel brainstormen.’
Worden er ook oliebollen in de gamehall verkocht?
‘Nee, maar ik nodig wel iedereen uit om die bij mijn oliebollenkraam te komen halen! Hier ga ik wel mee door met mijn vader elke winter, heel bijzonder dat je dit nog met je vader mag doen. Maar in de gamehall moet je meer noedels verwachten en we willen iets doen met hotdogs in een Japans jasje.’
Wanneer is de officiële opening?
‘Wij zijn nog bezig met de officiële startdatum, die staat nog niet vast, terwijl er artikelen zijn die wel over een openingsdatum spreken. Wij willen het liefst voor april open, dit lukt waarschijnlijk, maar er kan vertraging op lopen door het testen van onder andere de brandveiligheid.’
Wat zijn jullie plannen voor de toekomst van de gamehall?
‘Er zijn nog heel veel dingen waar we in willen investeren en uitbreiden, we zijn nog jong, en we hebben natuurlijk ook met een budget te maken.’