Utrecht-Centrum

Selecteer Pagina

Harddrugs verbod in het centrum, maar voor wie?

Harddrugs verbod in het centrum, maar voor wie?

Sinds 1 augustus 2023 geldt in Utrecht een verbod op het gebruik van harddrugs op straat, met als doel het terugdringen van zichtbaar drugsgebruik in de openbare ruimte. De maatregel is vooral bedoeld om overlast in het stadscentrum te beperken en te voorkomen dat bewoners, bezoekers en toeristen worden geconfronteerd met openlijk drugsgebruik. Door het gebruik in drukbezochte gebieden te verbieden, wil de gemeente de zichtbaarheid van harddrugs verminderen en daarmee ook het negatieve imago van de stad tegengaan.

Volgens cijfers van het CBS ervaarde 5,1% van de Utrechtse bevolking in 2023 overlast van drugsgebruik. Dat percentage werd gemeten na invoering van het verbod. Opvallend is dat meldingen van harddrugsgebruik in de binnenstad sindsdien sterk zijn afgenomen, wat duidt op een effect op de zichtbaarheid. Toch wijst data op een complexer beeld. Ondanks de afname in meldingen, steeg het aantal drugs- en hard-druggerelateerde misdrijven in 2023 en 2024. De algemene criminaliteit in Utrecht nam toe met 5% in 2023, hoewel dit niet direct met het verbod in verband wordt gebracht.

De Volksgezondheid Monitor laat zien dat in 2024 16% van de Utrechtse jongvolwassenen (16-25 jaar) harddrugs heeft gebruikt; in de binnenstad is dit zelfs 21%. Dat ligt ver boven het landelijke gemiddelde van 9%, wat aangeeft dat vooral onder jongeren het gebruik hoog blijft. Dit wijst op een verschil tussen het officiële beleid en het gedrag van jongere gebruikers (zie tabel bovenaan). Volgens Stan van Helten, student en frequente bezoeker van nachtclubs, is drugsgebruik onder jongeren genormaliseerd. ‘Het is best genormaliseerd onder jongeren om weleens drugs te gebruiken,’ vertelt hij.

Hoewel het nu illegaal is om harddrugs te gebruiken, lijken jongeren zich daar weinig van aan te trekken. Er zijn geen cijfers bekend van jongeren die sinds de invoering van het verbod zijn opgepakt voor drugsgebruik. Dit roept de vraag op of het beleid zich daadwerkelijk richt op jongeren, of alleen op het terugdringen van het aantal daklozen in het centrum.

Door het gebrek aan recente, gedetailleerde cijfers over de impact in Utrecht, is het lastig om definitieve conclusies te trekken. Daarom is het zinvol om de situatie te vergelijken met Amsterdam, waar vergelijkbare maatregelen zijn genomen.

Drugsgebruik en regelgeving in Amsterdam

 In tegenstelling tot Utrecht, waar sinds 2023 een verbod op harddrugsgebruik op straat geldt, begon Amsterdam al in 2004 met aanvullende regels via de APV en plaatste vanaf 2006 blowverbodsborden. Toch blijft het gebruik van harddrugs in Amsterdam, zoals xtc en cocaïne, hoger dan in Utrecht. Volgens de GGD nam het gebruik van xtc onder volwassenen toe van 12% in 2020 naar 16% in 2022, terwijl cannabis- en cocaïnegebruik stabiel bleven. In 2022 lag het cannabisgebruik in Amsterdam op 22%, boven het landelijk gemiddelde.

De Veiligheidsmonitor 2023 toont aan dat Amsterdammers zich het meest zorgen maken over criminaliteit gerelateerd aan cocaïnegebruik. In Utrecht stegen ondanks het verbod de druggerelateerde misdrijven in 2023 en 2024. Ook in Amsterdam registreerde de politie in 2023 1.550 drugsmisdrijven, een stijging van 25% ten opzichte van 2022. Uit de monitor blijkt dat 19% van de Amsterdammers vermoedt dat er in hun buurt drugs worden verkocht. Dit weerspiegelt vergelijkbare zorgen over criminaliteit in Utrecht.

De vergelijkingen maken duidelijk dat, ondanks verschillende maatregelen, de problemen rond harddrugsgebruik en bijbehorende criminaliteit lastig volledig te beheersen zijn. In beide steden blijft het drugsgebruik onder jongeren hoog, en de kloof tussen beleidsdoelen en realiteit op straat is groot.

Utrechts daklozenprobleem

In 2022 maakten 2.077 rechthebbende daklozen in Utrecht gebruik van opvang of hulpverlening. Gemiddeld waren er dagelijks 974 mensen in opvang of zorg bij Stadsteam Back Up. Dit wijst op een blijvend zorgwekkende situatie. Tijdens de koud-weerperiode 2024-2025 maakte ruim 600 mensen gebruik van de extra opvang aan de Savannahweg, een stijging ten opzichte van het jaar ervoor. Dit benadrukt de groeiende vraag naar opvang en de blijvende uitdaging om dakloosheid aan te pakken.

Anakin Vossebelt, inwoner van Utrecht, vertelt dat hij sinds het verbod een duidelijke daling van het aantal daklozen heeft ervaren. Ik kan me nog herinneren dat er rond de honderd daklozen zaten te gebruiken in park Lepelenburg, zegt hij. Je kon hier eigenlijk niet normaal langs lopen. Toch geeft hij aan nog steeds vaak last te hebben van daklozen die hem benaderen, soms op een bedreigende manier.

Volgens Anakin loopt het bedelen vaak uit op agressieve situaties. Hij vertelt dat hij nog steeds regelmatig wordt lastiggevallen door daklozen die blijven vragen om geld of sigaretten. Dit illustreert dat, hoewel het aantal zichtbare gebruikers lijkt te zijn afgenomen, de sociale overlast niet volledig is verdwenen.

Conclusie

Sinds de invoering van het verbod op harddrugsgebruik op straat in Utrecht op 1 augustus 2023 is het aantal meldingen in de binnenstad gedaald, wat wijst op een afname van zichtbaarheid van drugsgebruik. Echter, breder onderzoek toont aan dat het aantal druggerelateerde misdrijven is toegenomen, evenals de algemene criminaliteit, wat suggereert dat gebruik en handel zich verplaatst hebben naar andere delen van de stad, zoals buitenwijken en parken. Het gebruik van harddrugs onder jongeren in het centrum blijft ook hoog, ondanks het verbod, en de sociale acceptatie van partydrugs is onverminderd. Dit roept de vraag op of het verbod in wezen symbolisch is, zonder het onderliggende probleem effectief aan te pakken. Daarnaast is het daklozenprobleem in Utrecht niet volledig opgelost. Hoewel het aantal zichtbaar verslaafde daklozen in het centrum afnam, is er nog steeds een groeiende behoefte aan opvang en blijven meldingen van overlast voorkomen. De situatie in Amsterdam laat zien dat vergelijkbare maatregelen niet altijd leiden tot verminderd gebruik of criminaliteit, wat benadrukt dat effectievere, breder gerichte maatregelen nodig zijn, zoals betere begeleiding, preventie en meer zichtbare hulpverlening.

Over de auteur

Max Wolf

Mijn naam is Max Wolf en ik ben 18 jaar oud, afkomstig uit het pittoreske Montfoort. Als student Journalistiek van de HU ben ik gepassioneerd over het vertellen van verhalen die ertoe doen. Met een kritische blik op zowel de linkse als rechtse politiek, probeer ik altijd een evenwichtige kijk te bieden in mijn nieuwsteksten. Naast mijn journalistieke ambities ben ik een groot sportliefhebber, met een speciale interesse in vechtsporten. De discipline en doorzettingsvermogen die ik hierin heb geleerd, breng ik ook mee in mijn werk als journalist. Ik heb een grote nieuwsgierigheid naar geschiedenis, maar ben ook gefascineerd door nieuwe uitvindingen en ideeën die onze wereld kunnen veranderen. Ik droom ervan om uiteindelijk voor de camera te staan en mijn verhalen visueel te presenteren. Mensen omschrijven me als sociaal en communicatief vaardig, wat me helpt om connecties te leggen en de kern van een verhaal te raken. Ik kijk ernaar uit om mijn reis in de journalistiek te delen en de wereld te blijven informeren.