Utrecht-Centrum

Selecteer Pagina

Kloof tussen opleidingsniveaus het hoogst in Utrecht

Kloof tussen opleidingsniveaus het hoogst in Utrecht

Utrecht is nog steeds de meest hoogopgeleide gemeente van Nederland. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Met een aandeel van 54% laat Utrecht nummer twee Leiden, met 48,4% op gepaste afstand staan. Maar wat zegt dit nu eigenlijk? En vertelt dit wel het hele verhaal?

Het is geen verrassing dat Utrecht wederom goed scoort wat betreft het aandeel hoogopgeleiden. Utrecht is al decennialang de nummer één en het gat is ook aanzienlijk. Wat wel bijzonder is, is dat de rek er nog niet uit is. Het percentage is de laatste paar jaren nog steeds aan het groeien. Alleen vertelt dit niet het hele verhaal. Binnen veel gemeenten zijn de verschillen namelijk groot. Zeker de gemeenten die relatief hoog scoren. Deze verschillen zijn gevisualiseerd in de onderstaande tabel. Hierin is het aandeel hoogopgeleiden te zien in procenten.

chart visualization

Zoals te zien is in de tabel, zijn de verschillen ook binnen Utrecht zelf erg groot. Het hoge algehele percentage geeft dus een vertekend beeld. Zo scoort Overvecht relatief slecht met 31,1% hoogopgeleiden. Dit is niet eens zo heel ver onder het landelijke gemiddelde, maar toch wordt dit opvallend als we de afwijking van het gemeentelijk gemiddelde gaan vergelijken met andere steden.

Leiden bijvoorbeeld. Leiden is na Utrecht de meest hoogopgeleide gemeente van Nederland. De wijk Roodenburgerdistrict is de meest hoogopgeleide wijk van Leiden met een aandeel van 57,6% en de wijk Stevenshofdistrict heeft het laagste percentage met 30,2%. Roodenburgerdistrict scoort dus ongeveer 90% hoger. Al een flink verschil dus. Maar zodra we dit op Utrecht toepassen wordt de kloof pas echt duidelijk. Utrecht Noordoost is namelijk 119% vaker hoogopgeleid dan Overvecht.

Een enorm verschil. Dit gat zou overigens nog een flink stuk groter zijn als dit op buurtniveau bekeken wordt. Hooch Boulandt scoort met 80,4% het hoogste en Tigrisdreef het laagste met 18,1%. Dit is 344% hoger. Er is geen enkele gemeente waar deze verschillen tussen de hoog en laag scorende buurten en wijken zo groot zijn.

Maar hoe relevant is dit nu daadwerkelijk? Momenteel best wel relevant, aangezien het in de cijfers steeds duidelijker wordt dat een lager diploma kansenongelijkheid in de hand helpt. Huizenprijzen zijn de laatste jaren in Utrecht flink gestegen en met name de lonen in de laagopgeleide wijken zijn niet voldoende meegestegen. Zo is het gemiddelde inkomen in Overvecht net iets onder de €25.000, terwijl dit in Noordoost met bijna €42.000 bijna het dubbele is. Opleidingsniveau en inkomen zit hierin dus direct aan elkaar gekoppeld.

Hugo Verkley, schrijver van het boek “Mbo? dan zul je wel dom zijn!” en tevens voormalig docent op het mbo, erkent dit probleem. “Ik heb zelf op de universiteit gezeten en ook lesgegeven op het mbo. Wat je vaak ziet is dat mensen op het mbo gewoon meer tegenwind hebben. Gescheiden ouders, autistisch spectrum, vluchtelingenkinderen en voornamelijk armoede waardoor ze daar zitten”. Volgens hem zegt dit niets over hun intelligentie: “Ze kunnen vaak hartstikke veel, alleen wordt dit niet gezien en dat is zonde.”

En daar komt dus ook nog eens bovenop dat Utrecht steeds onbetaalbaarder wordt voor laagopgeleiden. Een exemplarisch voorbeeld van brain gain. De laagopgeleiden kunnen de stad steeds minder betalen, terwijl hoogopgeleiden uit andere plekken uit het land, evenals expats en andere migranten, naar de stad trekken. Inmiddels heeft al bijna 11,5% van de inwoners van Utrecht hun roots elders in Europa liggen. En ook tussen de wijken binnen Utrecht wordt deze kloof steeds zichtbaarder. Hugo Verkley heeft dit zelf ook meegemaakt: “Het merendeel van de mbo-studenten komt uit Overvecht en Kanaleneiland. Vaak met een grote mond”.

Dit zijn precies de wijken die laag scoren bij het aandeel hoogopgeleiden. Hieruit blijkt dat het opleidingsniveau vaak iets is dat direct gelieerd is aan een bepaalde klasse waartoe iemand behoort. Volgens hem zie je dit zelfs letterlijk in de locatie van een school terug: “Het is een soort kantorencomplex waar het mbo zit. De universiteit en hbo prominent aanwezig en het mbo ‘aan de andere kant van de wereld’ weggestopt, ver weg bij de rest vandaan in een lelijk kantoorpand. Een wereld waar niemand naar kijkt. Dit versterkt het gevoel dat de studenten zich dom voelen en dat ze zo gezien worden door de samenleving.”

Inmiddels zijn er wel meerdere initiatieven in het leven geroepen om een ommezwaai te initiëren. Zo is Utrechtse wethouder mbo, Dennis de Vries samen met Johan Spronk een initiatief gestart om meer aandacht voor het mbo-onderwijs in Utrecht te krijgen. Utrecht noemt zichzelf de mbo-stad van Nederland, maar het aandeel mbo’ers onder de inwoners is lager dan waar dan ook in Nederland. Opmerkelijk gezien ziet Dennis de Vries dit niet als een probleem. “Het is niet zo dat ik per se streef naar meer mbo-studenten. We zien sowieso een afname van het aantal studenten. Wat ik belangrijk vind, is dat mensen iets doen dat bij ze past. In Utrecht werken we erg naar het talentgerichte toe. Van selectiemaatschappij naar talentenmaatschappij.”

Om dit extra te stimuleren heeft Dennis de Vries zelfs een manifest opgesteld waarin hij onder andere pleit voor ander taalgebruik om het onderscheid in gevoel tussen mbo, hbo en wo te verminderen. Denk aan ‘vervolgonderwijs’ in plaats van ‘mbo’ en ‘hoger onderwijs’. Toch heeft dit volgens hem tijd nodig: “Het gaat in kleine stapjes en we veranderen de wereld er nog niet mee. Ik probeer er het goede voorbeeld in te zijn en ik jaag het gesprek aan binnen de organisatie. Het gaat om bewustwording.”

Of deze stappen de kloof in de toekomst zullen dichten, valt nu nog onmogelijk te zeggen. De toekomst zal het gaan uitwijzen.

Over de auteur

Thomas Schotman

Thomas is een beginnend journalist met een onderzoekend en nieuwsgierig karakter. Hij heeft een grote interesse voor met name politiek, bestuurskunde en informatica. Hij 24 jaar oud en woonachtig in Doetinchem. Voordat hij de journalistiek in is gegaan, is hij een aantal jaar werkzaam geweest in de IT-sector. Zijn specialisme ligt voornamelijk bij onderzoeksjournalistiek.