Utrecht-Centrum

Selecteer Pagina

De Utrechtse MUS: een makersmarkt waar strips ademhalen

De Utrechtse MUS: een makersmarkt waar strips ademhalen

In de Utrechtse bibliotheek vindt al enkele jaren een eigenzinnige stripmarkt plaats: de Utrechtse Markt voor Unieke Stripmakers – oftewel de Utrechtse MUS. Geen commerciele uitgeverij, geen bombastisch beurscircus, maar een markt vol gepassioneerde stripmakers. De volgende editie vindt plaats op 5 juni, in de Bibliotheek Neude. Eén van de drijvende krachten achter de MUS, Danibal, verteld hoe het festival ontstond, wat het bijzonder maakt, en hoe de stripwereld de afgelopen decennia veranderde. 

“Het is eigenlijk heel simpel,” vertelt Danibal. “Vroeger had je een kunststripbeurs tijdens het Holland Animatie Festival, en dat was heel erg tof. Echt een makersmarkt zonder uitgeverijen, en er kwam altijd een leuk publiek. Dat werkte heel goed, en dat misten we.” De drang om opnieuw zo’n plek te creëren bleef hangen. “Ik zat met het idee te spelen om dat nieuw leven in te blazen, maar ik zag ook op tegen alles wat erbij komt kijken. Uiteindelijk was er een andere tekenaar, Daan Landwehr Johan, die op eigen initiatief een kleine markt organiseerde. Hij had een lijntje met de bibliotheek, die graag meer met strips wilden doen, maar niemand hadden. Toen viel het allemaal samen.”

De samenwerking met de Bibliotheek Neude bleek goud waard. “Zij waren heel blij dat wij dit wilden opzetten, dus we hadden meteen een locatie. En we konden het klein houden zonder grote rompslomp of subsidieaavragen. Iedereen betaalt gewoon zijn eigen kraampje, en de bibiotheek zet ook iets in. Zo delen we een beetje de schade, en zo hebben we op een laagdrempelige manier een leuke stripmarkt, met zowel gevestigde als beginnende tekenaars. Als je dingen maakt, wil je ze ook kwijt. Tekenaars die we uitnodigen zijn Utrechts, en het is belangrijk dat ze een boekje hebben. We zitten in een bibliotheek, we moeten dus wel mensen hebben die potentieel ook in een bibliotheek zouden kunnen liggen.”

En het groeit, ondanks dat het een bescheiden evenement blijft. “Elke keer dat je het doet, weten meer mensen wat het is. We zijn een groter team ondertussen, maar we hebben niet meer kraampjes. Als we echt groter willen worden moeten we toch denken aan een stichting of subsidietraject, en dan een heel programma bedenken of de Neude afhuren zodat we daar kraampjes kwijt kunnen. Maar voorlopig blijven we gewoon klein.”

Een grote beweging in de stripwereld is volwassenwording. “Er is echt veel veranderd”, vertelt hij verder. “Vroeger waren strips echt een kinderzaak. Nu heb je mensen die graphic novels maken met literaire ambities. De makers zijn ouder geworden, en het publiek ook.”

Die ontwikkeling komt ook terug in andere initiatieven, zoals de Stripmaker der Nederlanden. “Die organiseert nu ook stripmakersdagen, waarbij er verbinding wordt gelegd met mensen uit de bedrijfswereld. Er wordt nu echt gekeken naar wat de functie is van verhalen vertellen in beelden, en dat kan ook voor bedrijven interessant zijn. Want beeldtaal heeft waarde. Als live cartoonist werk ik ook vaak bij evenementen of vergaderingen – dan maak ik tekeningen ter plekke, die daarna teruggekoppeld kunnen worden aan gebeurtenissen.” Verder is de volwassenwording ook in de grotere literaire wereld te zien. “Het ding met graphic novels is dat die ook gewoon in boekwinkels liggen. De Stripmaker der Nederlanden heeft ook een leeslijst gemaakt van strips die ook op scholen gelezen zouden kunnen worden omdat die gewoon literaire kwaliteiten hebben. Anderzijds zie je wel dat er minder striptekenaars zijn die tienduizenden boekjes verkopen, dus het is wel meer voor de liefhebbers geworden.”

Er is dus een grote verschuiving geweest in de wereld van strips. “HEnerzijds is er veel meer vraag naar beeld, en je kan wel een fotograaf gebruiken, maar tekenaars kunnen dingen visualiseren en inhoud vertalen naar beeld. Dat heeft waarde, en er zijn ontzettend veel manieren om het in te zetten. Anderzijds, als popcultuur, tieners die vroeger hele stripsverzamelingen hadden, dat is gewoon veel minder geworden. Men gaat liever uren gamen dan een stripboekje lezen.” De veranderende markt heeft dus voor- en nadelen voor de striptekenaar. “Er is niet oneindig tijd in een dag en strips zijn toch een beetje in verdrukking gekomen. Dat is in een klein taalgebied als Nederland heel voelbaar. Je hebt wel die andere afzetmarkt waardoor het toch heel interessant kan zijn, maar als striptekenaar zal je je toch op het buitenland moeten richten als je heel groot wil zijn.”

De strip als medium verandert ook technisch. “Je ziet dat er nu meer geëxperimenteerd wordt met digitale vormen. MIKBooks van Studio MIK is daar een mooi voorbeeld van. Die hebben interactieve strips, online, met verhalen voor kinderen of juist spannend voor volwassenen. Toen ik studeerde, zat ik ook al met interactieve ideeën. Nu is de tijd daar rijper voor – iedereen heeft een tablet of smartphone.” En dan is er natuurlijk de invloed van Japanse manga. “Die is enorm. Heel veel jonge makers zijn geïnspireerd door manga, dat zie je ook terug in hun stijl. En mensen lezen ook meer webcomics. Die zijn scroll-based, geen pagina’s meer. Dan kan je ook gewoon lekker scrollen.”

Het bestaan van als stripmaker is niet vanzelfsprekend. “Er is enerzijds meer vraag naar beeld dan ooit, voor communicatie of bij events, maar het stripboek is naar de achtergrond gedrukt. Ik noem mezelf eigenlijk ook geen striptekenaar meer, ik ben vooral live cartoonist. Ik maak heel veel korte scènes, maar een echte strip maken met een verhaal, is veel werk. Je moet het hele narratief opbouwen, elke pagina componeren, en als je er niet veel aan verdient, is het lastig om daar tijd voor vrij te maken.”

Juist daarom is de Utrechtse MUS zo waardevol: een plek waar strips, in al hun vormen, de ruimte krijgen. “Wij organisatoren zijn allemaal gewoon striptekenaars, en we hebben nu met hulp van de bieb de gelegenheid om een hele leuke, laagdrempelige stripmarkt neer te zetten. Het is heel leuk om allemaal tekenaars te ontmoeten die ook allemaal een beetje in hetzelfde schuitje zitten.”

Over de auteur

Daan Brouwer

Eerstejaars student Journalistiek aan de SvJ Utrecht. Geboren in Utrecht, maar al zo'n 20 jaar Amersfoorter. Met als achtergrond jaren werk als (zelf aangeleerd) prototype engineer, en veel opgedane kennis uit eigen passie op het gebied van geschiedenis en geo-politiek, hoop ik bij de SvJ Utrecht te leren hoe ik mijn kennis kan combineren met actuele gebeurtenissen om mensen te informeren of helpen. Zeer nieuwsgierig en kritisch van aard - er is wat mij betreft altijd wat te leren, en altijd wat te verbeteren.