Op maandag 19 mei bezetten studenten van protestgroep Encampment.UU het universiteitsgebouw aan Drift 13 in Utrecht. Ze eisten dat de Universiteit Utrecht alle banden met Israëlische instellingen verbreekt. Diezelfde avond ontruimde de politie het pand met geweld. Beelden van het politieoptreden leidden tot ophef. De kwestie roept de vraag op: hoeveel ruimte is er aan de Universiteit Utrecht voor activistisch protest wanneer het botst met het dagelijks bestuur?
De actie begon en eindigde op 19 mei. Studenten van Encampment.UU trokken gebouw Drift 13 binnen, uit protest tegen de weigering van het College van Bestuur (CvB) om banden met Israëlische universiteiten en instellingen te verbreken. Die eis kwam na de motie die op 8 mei door de Utrechtse gemeenteraad werd aangenomen, waarmee Utrecht de eerste Nederlandse gemeente werd die de situatie voortaan expliciet als genocide zal benoemen.
Volgens de studenten gaf deze motie de universiteit het morele mandaat om te breken met Israëlische instellingen die volgens hen betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. Toen hun eisen na de motie niet werden ingewilligd, gingen ze over tot de bezetting van Drift 13. Ze stellen dat ze alle kalmere manieren van aanpak al geprobeerd hadden.
Politiegeweld
Nog diezelfde avond werd het gebouw door de politie ontruimd. Daarbij werden 49 studenten gearresteerd. Op sociale media verschenen video’s waarin ME-agenten studenten met wapenstokken sloegen en hen uit het pand sleepten. Meerdere raadsleden uit Utrecht vroegen om opheldering.
Burgemeester Sharon Dijksma liet kort na de ontruiming weten dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar het optreden van de politie.
College van Bestuur
Collegevoorzitter Anton Pijpers gaf in een schriftelijke reactie aan dat het bestuur begrip heeft voor de zorgen van studenten over Gaza. Volgens hem voelt ook het CvB de ernst van het humanitaire leed. Toch wees hij de oproep tot het verbreken van banden grotendeels af. Hij verwees naar het belang van academische vrijheid en stelde dat het bestuur al bezig is om samenwerkingen kritisch te herzien.
Over de bezetting zei Pijpers dat deze onacceptabel was, vanwege veiligheidsrisico’s en verstoring van onderwijs. Volgens hem is het CvB lang in gesprek gebleven met actievoerders en is er ruimte geweest voor protest op het universiteitsterrein, maar was het nodig om in te grijpen zodra het gebouw werd bezet.
Actievoerders
Studenten die deelnamen aan de bezetting stellen dat de politie buitenproportioneel heeft gehandeld. Volgens Palestina-activist Laleh Almarjani, die niet bij de organisatie betrokken was maar getuige was van de ontruiming, was het binnen rustig voordat de ME binnenviel. “Studenten zaten te lezen of te eten. Daarna veranderde de sfeer volledig. Mensen werden hardhandig verwijderd en met wapenstokken geslagen.” Hij noemt het optreden “intimiderend” en “onnodig gewelddadig”.
Encampment.UU laat weten dat de universiteit niet bereid is naar studenten te luisteren en dat de repressieve aanpak hun zorgen enkel versterkt. Ze beargumenteren dat hun activistisch protest binnen de universiteit legitiem is en noodzakelijk wanneer het gaat over mensenrechten en internationaal recht.