UTRECHT – De veelbesproken pilot om zwerfkatten te vangen en neutraliseren in de provincie Utrecht stopt. Uit recent onderzoek blijkt dat deze katten veel minder jagen op beschermde dieren dan aanvankelijk werd aangenomen. De provincie trekt daarom de stekker uit het experiment.
De proef, die in 2023 werd gestart, had als doel om schade aan beschermde fauna zoals vogels en reptielen door zwerfkatten terug te dringen. Katten zouden volgens eerdere aannames jaarlijks duizenden kwetsbare dieren doden. Na een jaar monitoren blijkt dat die aantallen veel lager liggen dan verwacht. Bovendien blijken andere factoren, zoals verlies van leefgebied en verkeer, een grotere bedreiging voor de biodiversiteit.
Zorgen niet bevestigd
‘Het beeld dat zwerfkatten massaal jagen op beschermde soorten blijkt sterk overtrokken’, zegt ecoloog Marije de Ruijter, die het onderzoek leidde namens de Stichting Ecologisch Evenwicht. ‘Onze veldcamera’s en braakbalanalyses tonen aan dat het dieet van zwerfkatten voor een groot deel bestaat uit muizen, ratten en ander onbeschermd kleinwild. Slechts een klein percentage van hun prooien bestaat uit beschermde soorten zoals vogels of hagedissen.’
De Ruijter benadrukt dat het belangrijk is beleid te baseren op feiten, niet op aannames. ‘Zwerfkatten zijn geen heiligen, maar ze zijn ook niet de massamoordenaars waarvoor ze vaak worden uitgemaakt.’
Pilot met gemengde gevoelens
De pilot bestond uit het vangen, castreren of steriliseren, vaccineren en vervolgens terugplaatsen van zwerfkatten in hun leefgebied, de zogenaamde TNR-methode (Trap-Neuter-Return). Deze aanpak riep vanaf het begin al gemengde reacties op. Voorstanders zagen het als een diervriendelijke manier om de populatie te beheersen, terwijl tegenstanders vreesden voor het welzijn van zowel katten als inheemse fauna.
Gemeenten en vrijwilligersorganisaties werkten samen met dierenopvangcentra om de operatie uit te voeren. In totaal zijn ruim 250 katten geholpen tijdens de pilot. Hoewel het aantal zwerfdieren licht daalde, bleef de verwachte impact op natuurherstel uit.
Reacties uit het veld
Volgens Koen van Dalen, beleidsadviseur bij de Federatie Dierenopvang Utrecht, toont dit besluit aan hoe belangrijk het is om natuur- en dierenbeleid voortdurend te evalueren. ‘We zijn blij dat de provincie openstaat voor nieuwe inzichten. Dit besluit voorkomt onnodige vervolging van zwerfkatten en geeft ruimte aan effectievere oplossingen voor natuurbescherming.’
Van Dalen wijst erop dat TNR in andere landen, zoals Portugal en de Verenigde Staten, al langer succesvol wordt toegepast. ‘Het gaat erom balans te vinden tussen dierenwelzijn en ecologie, en dat is precies wat deze evaluatie heeft gedaan.’
Rol van de mens
Uit het onderzoek blijkt bovendien dat menselijke factoren een veel grotere invloed hebben op de achteruitgang van kwetsbare diersoorten. ‘Verstedelijking, verkeer en verlies van natuurlijke leefruimte zijn veruit de grootste bedreigingen’, aldus De Ruijter. ‘Daar moeten we echt de prioriteit leggen.’
Een bijkomend punt is dat het voederen van zwerfkatten door bewoners soms leidt tot overlast en conflicten in woonwijken. Gemeenten zullen nu bekijken of aanvullende maatregelen nodig zijn om dit in goede banen te leiden.
Einde of nieuw begin?
De provincie Utrecht laat weten dat het beëindigen van de pilot niet betekent dat het probleem van zwerfkatten wordt genegeerd. Er komt geen actief vangbeleid meer, maar gemeenten kunnen op lokaal niveau wel maatregelen treffen in samenwerking met dierenopvangorganisaties.
Wat er met de huidige populatie zwerfkatten gebeurt, blijft voorlopig onduidelijk. Vrijwilligers blijven oproepen tot diervriendelijke aanpakken. ‘We hopen dat er nu juist meer ruimte komt voor structurele samenwerking tussen natuurorganisaties, gemeenten en dierenvrienden’, zegt Van Dalen.
De Ruijter sluit zich daarbij aan: ‘Als we écht verschil willen maken voor beschermde dieren, moeten we verder kijken dan de kat. Ecologische bescherming vraagt een brede blik, én beleid dat gebaseerd is op feiten.’