Het lerarentekort in de stad Utrecht blijft een hardnekkig probleem, vooral in wijken met een lage sociaaleconomische status. Hoewel het tekort in het primair onderwijs gemiddeld 9,1% bedraagt, lopen de cijfers in bepaalde wijken fors hoger op. In Overvecht is het tekort zelfs 19,1%, en in Leidsche Rijn 12,7%. Deze verschillen hebben directe gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs en de kansen van leerlingen.
Volgens een recente raadsbrief van het College van B&W aan de gemeenteraad is er een duidelijk verband tussen het lerarentekort en de complexiteit van de leerlingenpopulatie. “Het maakt uit waar de school staat en hoeveel leerlingen met een lage sociaaleconomische status er op school zijn,” aldus de brief. “Daarmee komt de kansengelijkheid onder druk te staan.”
De grafiek hierboven laat zien dat Utrecht met een lerarentekort in het primair onderwijs van 9,1% aanzienlijk beter scoort dan de andere grote steden in de G5. In Almere blijft bijna één op de vier banen onvervuld (23,6%), gevolgd door ’s-Gravenhage (17,4%), Rotterdam (16%) en Amsterdam (15%). Het landelijke gemiddelde ligt op 8,1%. Daarmee zit Utrecht slechts iets boven het landelijk gemiddelde en ver onder de rest van de G5. Volgens Joost Franssen, programmamanager Onderwijs Regio Utrecht Stad bij UtrechtLeert, zijn daar meerdere verklaringen voor. “Utrecht heeft het geluk dat er heel veel mensen na hun studie hier gaan wonen en ook graag een baan zoeken. Dus daarin zie je dat er al meer potentieel is om docent te gaan worden.” Ook de centrale ligging en korte reisafstanden spelen mee. Daarnaast noemt Franssen de stad “een aantrekkelijke werkgever”, mede doordat docenten in Utrecht goed worden betaald.
Het lerarentekort in Nederland is een structureel probleem dat het hele onderwijs raakt, van primair tot voortgezet en speciaal onderwijs. De oorzaken zijn veelzijdig: een vergrijzend lerarenbestand, een dalende instroom in de lerarenopleidingen (die is sinds vorig jaar weer aan het stijgen: Pabo’s zitten in de lift: sterke groei zichtbaar | AOb en een hoge uitstroom door werkdruk en beperkte loopbaanperspectieven. Volgens Floor de Booys, persvoorlichter bij de Algemene Onderwijsbond, is het tekort “niet in één nachtje ontstaan. Nu doen heel veel mensen alsof het een soort natuurlijk gegeven is, dat je nu eenmaal een lerarentekort hebt.” Ondanks herhaalde waarschuwingen de afgelopen decennia van uiteenlopende adviescommissies ontbreekt het aan structureel beleid. De Booys wijst op het gebrek aan langetermijnvisie: “Het onderwijs heeft eigenlijk als belangrijkste probleem dat we steeds kabinetten hebben die vier jaar, als ze dat al volmaken, regeren. En die willen nooit over hun eigen regeerperiode afspraken maken.” Ook de financiering speelt een rol. “Zaken die je eigenlijk structureel zou moeten bekostigen, worden betaald uit subsidies, die tijdelijk zijn,”aldus De Booys. Ze noemt het aflopen van de NPO gelden om de in corona ontstane onderwijsachterstanden in te halen, als voorbeeld, waardoor scholen nu personeel moeten ontslaan. “Er wordt de hele tijd allerlei losse eindjes aan elkaar geknoopt, terwijl je eigenlijk gewoon één grote bol wol moet hebben die je over een heleboel jaren kunt uitrollen, zodat er continuïteit is.”
De tabel hierboven laat zien dat de lerarentekorten in het primair onderwijs binnen de gemeente Utrecht sterk verschillen per wijk. In kansrijke wijken zoals de Binnenstad en Vleuten-De Meern zijn de tekorten relatief laag. In Overvecht daarentegen is het tekort met 19,1% bijzonder hoog: bijna één op de vijf banen als leerkracht blijft daar onvervuld. Ook in Leidsche Rijn en het Kranenburger Eiland liggen de tekorten boven het gemiddelde. Volgens Joost Franssen hangt dit nauw samen met de sociale context van deze wijken. “In de moeilijke wijken… daar zie je ook vaak veel problematieken. En daar zie je dus ook de grotere leraartekorten dan in de andere wijken.” Hij benadrukt dat het tekort niet alleen aan leerlingen ligt: “Misschien zijn het wel moeilijke docenten.” Onderzoek toont aan dat leraren liever werken in wijken waar het wonen aantrekkelijk is en leerlingen meer kansen hebben. Om het tekort in kwetsbare wijken aan te pakken, stuurt Utrecht actief op de plaatsing van stagiairs. “Wij bepalen met elkaar, natuurlijk in het kader van je leerdoelen, waar je stage gaat lopen… met name in die wijken waar we vaak problemen hebben.”