In een volle Jaarbeurs Utrecht vindt op 15 oktober het congres ‘Een vuist tegen voedselarmoede’ plaats, als onderdeel van de Week van de Voedselbanken. Tijdens het congres wordt duidelijk hoe groot de noodzaak voor voedselhulp is. Toch hebben veel mensen in Utrecht en de rest van Nederland moeite om bij de voedselbank aan te kloppen.
Veel mensen durven niet naar de voedselbank te gaan, zelfs als ze het echt nodig hebben. Schaamte, angst en de vrees om als mislukking gezien te worden, weerhouden hen ervan om hulp te zoeken. Tijdens het congres vertellen ervaringsdeskundigen zoals Marine Visser over hun persoonlijke worstelingen. Visser wachtte 14 weken voordat ze bij de voedselbank durfde aan te kloppen. “De schaamte hield me tegen”, legt ze uit aan het publiek. Ook Annette Skip deelt haar verhaal. Zij kampte jarenlang met problemen en was uiteindelijk 13 jaar afhankelijk van de voedselbank. “Wat zouden de buren denken?” “Dat ik niet werk?” vertelt ze over de schaamte die haar tegenhield. Pas toen ze geen andere optie had, ging ze aankloppen bij de voedselbank.
Een van de locaties waar bewoners van de binnenstad naartoe kunnen gaan, is Voedselbank Overvecht. Bij deze voedselbank kunnen mensen zelf hun eten kiezen, net als in een supermarkt. Nico Jongerius, bestuurslid van Voedselbank Overvecht, leidt rond door hun nieuwe locatie, die is ontworpen om op een supermarkt te lijken. “Het voelt beter voor mensen als ze zelf hun producten kunnen kiezen”, legt hij uit. “We willen niet alleen voedsel uitdelen, maar ook waardigheid en respect bieden.”
Oplossingen
Tijdens het congres komen verschillende oplossingen naar voren om de schaamte te verlagen en de voedselbanken beter toegankelijk te maken. Een vierkante box met een ingebouwde microfoon werd doorgegeven, en iedereen wil zijn of haar mening delen. Communicatie en bewustwording komen steeds vaker naar voren. “We moeten ervoor zorgen dat mensen eerder hulp durven te vragen”, zegt Wikky Bolroens-de Groot, vrijwilliger bij de Voedselbank. “Het moet normaal worden om hulp te vragen, zonder schaamte.”
Daarnaast wordt er gesproken over de rol van scholen en wijkcentra om kwetsbare gezinnen te bereiken voordat ze in problemen komen. “Vaak weten mensen niet waar ze terecht kunnen of schamen ze zich te veel om hulp te zoeken. “We moeten hen benaderen, in plaats van te wachten tot ze ons vinden”, aldus een van de sprekers.
Een andere oplossing is het nieuwe programma Onder de radar dat op 15 oktober door Voedselbank Nederland is gestart. Een belangrijke pijler van dit project is een communicatiecampagne, ontwikkeld door bureau The Terrace, die zowel lokaal als landelijk wordt ingezet om bewustwording te vergroten.
Rol van vrijwilligers
De voedselbank kan alleen blijven functioneren dankzij de inzet van duizenden vrijwilligers. In Utrecht zet een grote groep vrijwilligers zich in voor de dagelijkse gang van zaken. William Kox, vrijwilliger bij de Voedselbank Houten, benadrukt dat het vrijwilligerswerk ook veel teruggeeft aan de mensen die zich inzetten. “De mensen met wie je werkt zijn enthousiast en het geeft veel voldoening om samen aan een doel te werken.”
Toch zijn er ook uitdagingen. Door efficiëntere productie bij supermarkten krijgen voedselbanken minder overschotten gedoneerd. Dit betekent dat voedselbanken zelf meer moeten inkopen, wat meer geld en giften vereist. “Het wordt steeds moeilijker om aan voldoende voedsel te komen”, zegt Kox. “En met de vermindering van subsidies van de gemeente wordt dat een groot probleem.”
Een beroep op de bewoners van Utrecht
De voedselbank draait op donaties en vrijwilligers, en beide zijn hard nodig om de toenemende vraag bij te kunnen houden. De binnenstad van Utrecht kan hierbij helpen, zowel door financiële steun te bieden als door zich in te zetten als vrijwilliger. “Iedereen kan iets doen”, zegt Wikky Bolroens-de Groot. “Het geeft je niet alleen een goed gevoel, maar je helpt ook je stadsgenoten.”
Chaska Pouwels heeft hierover een raportage gedaan.