Utrecht-Centrum

Selecteer Pagina

Gemeente Utrecht pleit voor actieve steun van het Rijk voor jeugdzorg

Gemeente Utrecht pleit voor actieve steun van het Rijk voor jeugdzorg

De gemeente Utrecht slaat alarm over de dreigende bezuinigingen op de jeugdzorg. Ondanks jarenlange investeringen in preventieve maatregelen en buurtgerichte aanpak, dreigen de geplande besparingen de vooruitgang teniet te doen en de kwaliteit van zorg voor jongeren ernstig in gevaar te brengen. De gemeente waarschuwt dat zonder passende financiële steun van het Rijk de jeugdzorg in Utrecht op een onhoudbare manier onder druk komt te staan.

 

Wethouder Dennis de Vries en burgemeester Sharon Dijksma hebben zich de afgelopen tijd actief ingezet om aandacht te vragen voor de problemen rondom de financiering van de jeugdzorg. De Vries heeft meerdere keren in de media opgetreden om de urgentie van de situatie te benadrukken. Burgemeester Dijksma heeft op meerdere momenten, zoals in het programma Buitenhof, de zorgen van de gemeente Utrecht over de jeugdzorg onder de aandacht gebracht. Tijdens het recente Overhedenoverleg van 17 maart werd duidelijk dat er nog steeds geen concreet voorstel ligt over de uitvoering van het rapport “Groeipijn” van de commissie-Van Ark, wat de zorgen over de toekomst van de jeugdzorg verder vergroot.

 

Sinds gemeenten in 2015 verantwoordelijk zijn voor het verlenen van de jeugdzorg heeft Utrecht bewust gekozen voor een preventieve, buurtgerichte aanpak. De gemeente heeft geïnvesteerd in voorzieningen in de pedagogische basis, het onderwijs en de basiszorg, zoals buurtteams. Jochem Stoll, beleidsadviseur jeugd bij de gemeente Utrecht legt uit: ”Het verlenen van die basishulp staat voorop en daar ligt ook een visie aan ten grondslag en dat basishulp overal beschikbaar moet zijn.” In Utrecht is basishulp dus in elke wijk beschikbaar, zodat gezinnen altijd een plek hebben om terecht te kunnen als er gaten zijn in het opgroeien en opvoeden. Deze wijkgerichte aanpak zorgt ervoor dat kinderen en jongeren goed kunnen opgroeien met de ondersteuning van leerkrachten, jongerenwerkers en andere lokale professionals. Ouders die vragen hebben over opvoeden kunnen hier ook terecht voor hulp en advies.

 

Hoewel de vraag naar aanvullende hulp in Utrecht enigszins afbuigt, is er nog steeds sprake van een lichte groei. Dit komt door diverse externe factoren die de behoefte aan jeugdhulp blijven stimuleren. Zo legt  Jochem Stoll met als voorbeeld van een externe factor uit :  “We zien letterlijk dat als gevolg van de toeslagen affaire er kinderen uit huis zijn geplaatst en meer ondertoezichtstellingen zijn gekomen  dat heeft er niets mee te maken hoe wij de preventieve jeugdhulp regelen. Het heeft te maken met hoe wij omgaan met de belastingdienst systemen of we werken met vertrouwen of wantrouwen. Dat staat los van de jeugdhulp maar heeft er wel effect op.” Zo zijn er nog wel een aantal redenen op te noemen : gezinsproblematiek,woningnood,armoede of  prestatiedruk in het onderwijs zijn allemaal factoren die meespelen in de vraag naar jeugdzorg.

 

Tijdens de corona tijd waren er veel jongeren die te maken hadden met somberheid en eenzaamheid problematiek, toen zij in een jongerencentrum samen met het buurtteam tot een groep kwamen. Een deel van die jongeren stond al op de wachtlijst bij het buurtteam of KOOS om te werken aan hun sombere gedachten, maar na het werken in de groep was dit grotendeels niet meer nodig. Omdat deze eerste pilot van jongerenwerkers Utrecht en Buurtteammedewerkers tijdens de corona periode succesvol was, zijn er meer groepen gestart. Sinds 1 januari van dit jaar opgeschaald door de gemeente Utrecht naar alle wijken van Utrecht. Het Jongerenwerk Utrecht is in de lead en organiseert samen met Buurtteams Utrecht de groepen. Het doel is het programma met de BOOST groepen twee keer per jaar in elke wijk van Utrecht aan te bieden . De groepen komen tien keer bij elkaar en hebben veel invloed op de thema’s die besproken worden. Ook kunnen zij na de BOOSTgroep nog bij het jongerenwerk blijven komen. Hierdoor is laagdrempelig ook specialistische kennis beschikbaar met ook de mogelijkheid om specialistische zorg vanuit KOOS Utrecht en Spoor030 in te zetten, afhankelijk van het thema van de groep. “Het is een soort kruisbestuiving”, legt Rafaël Taapken, projectleider BOOST groepen uit

Over de auteur

Max van der Linden

Max van der Linden (26). eerstejaars student aan de school voor journalistiek. met een passie voor politiek, zowel nationaal als internationaal. Met aanvullende hobby's als Geschiedenis en het volgen van het nieuws hoopt hij bij te dragen aan een samenleving die goed geïnformeerd is zodat men met alle relevante informatie zelf hun eigen conclusies kunnen trekken.