Utrechters blijven steeds langer op hetzelfde woonadres wonen. In 2019 woonde de gemiddelde inwoner nog 8,5 jaar op hetzelfde adres, in 2025 is dat gestegen tot 9 jaar. Dat blijkt uit cijfers van de gemeente Utrecht. De stijgende verblijfsduur is het meest zichtbaar in de wijk Vleuten-De Meern: daar is de verblijfsduur in de laatste vijf jaar gestegen met 1,8 jaar. Woningcorporaties herkennen het beeld en wijzen op de krappe woningmarkt als belangrijke oorzaak. Door het tekort aan woningen stokt de doorstroming en blijven mensen langer op dezelfde plek wonen, ongeacht of ze tevreden zijn.
Sinds 2020 neemt de gemiddelde verblijfsduur in Utrecht gestaag toe. In 2021 steeg die van 8,5 naar 8,7 jaar, en sindsdien blijft de lijn omhoog lopen tot 9,0 jaar in 2025. Mensen blijven langer wonen op dezelfde plek, of ze dat nou willen of niet. De sterkste groei heeft plaatsgevonden in de wijken Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn: een groei van respectievelijk 1,8 en 0,9 jaar. Geen enkele wijk is sinds 2019 gedaald. Wel zijn enkele wijken relatief stabiel gebleven: de wijken Oost, Binnenstad en Zuidwest zijn met hooguit 0,1 jaar of minder gestegen. Uit gegevens van de Utrecht Monitor blijkt dat de verhuisbeweging vooral stagneert onder ouderen en starters.
Volgens Geert van der Wilt, adviseur bij woningcorporatie Bo-Ex, is de belangrijkste oorzaak van de stijgende verblijfsduur het enorme tekort aan betaalbare woningen: ‘Door een gebrek aan bouwlocaties, hoge grondprijzen en langdurige procedures bij nieuwbouw, is het voor mensen steeds moeilijker om een eerste of volgende stap op de woningmarkt te zetten.’ Ook Dorien Tolhuis, persvoorlichter bij woningcorporatie Woonin, bevestigt dat het woningtekort een rem zet op verhuizingen: ‘We zien minder doorstroming, waardoor meer mensen in een woning wonen die eigenlijk niet bij hun situatie past. Denk bijvoorbeeld aan alleenstaande senioren in eengezinswoningen of gezinnen in kleine appartementen.’
De langere verblijfsduur heeft een domino-effect op de woningmarkt. Omdat mensen minder verhuizen, komen er minder woningen vrij. De druk op sociale huurwoningen blijft daarmee hoog. De gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in Utrecht is inmiddels ruim 11,5 jaar, blijkt uit gegevens van de Utrecht Monitor. ‘Dat betekent dat mensen die wel willen doorstromen, die kans vaak niet krijgen,’ aldus Tolhuis. De langzame doorstroom heeft veel gevolgen voor starters, ouderen en kwetsbare groepen. Voor jongeren betekent het dat ze langer bij hun ouders blijven wonen. ‘Belangrijke stappen in het leven – zoals samenwonen, studeren of een gezin beginnen – worden uitgesteld,’ zegt Van der Wilt. ‘Zonder passende huisvesting is het moeilijk om werk te vinden in de buurt, en dat heeft weer invloed op sociale en maatschappelijke participatie.’
Ook ouderen zitten vaker vast. ‘Als er geen passende woning in de buurt beschikbaar is, blijven mensen wonen in huizen die fysiek niet meer geschikt zijn voor hun levensfase. Dat kan leiden tot gezondheidsproblemen of eenzaamheid,’ legt Van der Wilt uit. Volgens hem is het voor veel ouderen bovendien cruciaal dat ze dicht bij hun vertrouwde netwerk kunnen blijven wonen. Voor kwetsbare groepen, zoals ex-daklozen, mensen die psychische uitdagingen hebben of statushouders, betekent het gebrek aan geschikt aanbod dat zij langer in opvanglocaties of tijdelijke instellingen moeten blijven. ‘Dat belemmert hun herstel of integratie en vergroot het risico op terugval,’ aldus Van der Wilt.
Beide woningcorporaties zijn het eens over de oplossing: er moeten meer woningen bij. Niet alleen sociale huur, maar ook middenhuur en betaalbare koop. ‘Alleen bouwen helpt echt,’ zegt Van der Wilt. ‘Dan ontstaat er weer beweging, en kunnen mensen vanuit de sociale huur ook doorstromen naar het middensegment. Dat levert vervolgens ruimte op voor starters en anderen die nu vastzitten.’
Woonin verwijst naar enkele bestaande regelingen die de doorstroming moeten bevorderen, zoals ‘Van Groot naar Beter’ voor senioren en huurvoorrang voor huurders die willen overstappen naar de vrije sector. De gemeente Utrecht heeft daarnaast tijdelijk een budget van €250.000 ingesteld voor een verhuispremie. Van der Wilt is daar gematigd positief over: ‘Financiële steun kan helpen, maar moet gericht worden ingezet. De huidige premie was breed beschikbaar, en ik vermoed dat een groot deel ervan terechtkwam bij mensen die toch al zouden verhuizen.’
De cijfers laten zien dat de woningmarkt steeds verder vast komt te zitten. Mensen blijven noodgedwongen langer op hun plek, niet uit luxe of tevredenheid, maar omdat het alternatief ontbreekt. Of het nu gaat om starters, ouderen of kwetsbare groepen: allemaal ondervinden ze de gevolgen van de haperende doorstroming. Het bouwen van nieuwe, passende woningen is dan ook volgens experts de enige structurele uitweg.