In het centrum van Utrecht worden buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) ingezet om seksuele intimidatie op straat tegen te gaan. De eerste resultaten hiervan zijn nu bekend. Hun aanwezigheid is een stap vooruit in het aanpakken van het probleem, maar wellicht niet voldoende.

Hoewel de inzet van boa’s wordt gezien als een positieve ontwikkeling, zijn niet alle inwoners overtuigd. ‘Vijf actiedagen waarop slechts vijf à tien “grensgevallen” zijn geconstateerd. Dat klinkt niet heel nuttig,’ reageert een vrouw kritisch onder een artikel van De Utrechtse Internet Courant (DUIC).

Famke (19), inwoner van Utrecht, geeft aan dat het geruststellend is te weten dat de gemeente nu meer aandacht aan dit onderwerp besteedt. Volgens een toezichthouder in het centrum van Utrecht worden er zelfs onder mannen screenshots gedeeld van het artikel over de boa’s die optreden tegen seksuele intimidatie. ‘Dit nieuws circuleert snel en zet mannen wellicht aan om voorzichtiger te zijn,’ aldus de toezichthouder.

Hoewel de inzet van boa’s een waardevolle eerste stap is in het bestrijden van seksuele intimidatie, wordt dit ook gezien als een onderdeel van een bredere en meer gecoördineerde aanpak. ‘Ik denk dat er ook zeker meer gefocust moet worden op de gevolgen van seksuele intimidatie,’ stelt Rosa (24), inwoner van Utrecht, die pleit voor een meer omvattende aanpak.

Stemmen, zoals die van Rosa, benadrukken dat er meer aandacht moet worden besteed aan de gevolgen van seksuele intimidatie en dat de focus niet alleen op handhaving moet liggen. Dit maakt duidelijk dat een bredere aanpak nodig is, zoals bewustwordingscampagnes, onderwijs over respectvolle omgangsvormen en psychologische ondersteuning voor slachtoffers.

Verslaggever Lotte Kalksma heeft een audio-interview afgenomen met Lisa den Oudendammer, woordvoerder van de gemeente Utrecht.