ZUILEN – Wim van Scharenburg, geboren en getogen in Zuilen, heeft zijn passie voor de geschiedenis van zijn geboortedorp omgezet in een uniek museum. Sinds 2009 is het Museum van Zuilen een feit, waar de rijke geschiedenis van de voormalige gemeente wordt bewaard en tentoongesteld.
‘Het zal niemand verbazen als ik zeg dat ik uit Zuilen kom. Ik ben geboren en getogen Zuilenees, geboren in 1948. In Zuilen ben ik naar school gegaan, naar de kerk en vijftig jaar geleden heb ik hier mijn winkeltje geopend. Dat heb ik later kunnen sluiten en ombouwen tot museum. Ik heb altijd een aanleg gehad voor verzamelen en dat wist ik lange tijd te onderdrukken, maar veertig jaar geleden kwam het echt naar boven. Ik begon de geschiedenis van de gemeente Zuilen te verzamelen, en dat leidde uiteindelijk tot het Museum van Zuilen.
Eerst verkocht ik sieraden, wekkers en klokken in mijn winkel. Maar vijftien jaar geleden, in 2009, werd het duidelijk dat ik meer tijd besteedde aan het museum dan aan de winkel. Mijn collectie groeide dagelijks en ik was intensief bezig met catalogiseren. Op een gegeven moment ben ik naar de gemeente gestapt en heb ik gezegd: ‘’Jullie moeten me helpen. Dit is te waardevol om te laten verdwijnen, maar als er geen steun komt, moet ik mijn focus weer op de winkel leggen.’’ De gemeente zag het belang in en gaf me subsidie om mijn winkel te sluiten en in te richten als museum.
Mijn verzameling begon met foto’s die de geschiedenis van Zuilen in beeld brengen. Op een dag repareerde ik een klok bij mijn overbuurvrouw, en zij vertelde me dat ze oude foto’s had. Dat was het moment waarop ik besloot actief beeldmateriaal te verzamelen. Mijn broer, ooit genomineerd als de verzamelaar met de meeste collecties, gaf me het advies om alles goed te catalogiseren. Dat heb ik gedaan, en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor.
Een van de grootste uitdagingen was het financiële plaatje. Destijds moest ik alles zelf doen. Samen met mijn zwager, een gepensioneerde meubelmaker, heb ik de winkel omgebouwd tot museumruimte. Voor tienduizend euro konden we het interieur realiseren. Tegenwoordig zijn de kosten veel hoger en zijn de financiële middelen beperkter.
Op de dag van de opening voelde ik vooral opluchting. Het was terecht dat werd ingezien hoe belangrijk het is om de geschiedenis van deze voormalige gemeente te bewaren. Alles wat in de wereld gebeurde, gebeurde ook in Zuilen. Er zijn zoveel bijzondere dingen die de naam van Zuilen eer aandoen. Bijvoorbeeld voormalig wielrenner Michel Stolker is hier geboren. En de eerste in Nederland geboren heilige, Ludgerus, komt ook uit Zuilen.
De toekomstplannen voor het museum draaien vooral om financiële haalbaarheid. We hebben een reddingsboei van de gemeente gekregen, maar er is nog een groot gat in de financiering. Zonder aanvullende middelen is er geen toekomst.
Wat mij het meest raakt in dit hele proces is dat de fabrieken Werkspoor en Demka, die Zuilen en Utrecht hebben gevormd, nog steeds relevant zijn. Iedereen in Nederland heeft op de een of andere manier te maken met Werkspoor en Demka, ook al zijn de fabrieken 40, 45 jaar geleden gesloten. Zo is bijvoorbeeld de zoetwaterinstallatie op Tenerife gebouwd door Werkspoor, en kwam het staaldraad voor de constructie van de Deltawerken van Demka. Dit museum vertelt het verhaal van de jongens die hier geschiedenis hebben gemaakt, niet alleen de geschiedenis die is opgeschreven.’