WITTEVROUWEN – Uit cijfers van de volksgezondheidsmonitor Utrecht blijkt dat stress onder studenten toeneemt en steeds meer jonge mensen kampen met mentale problemen. Ook Petri de Jager (25) ervaart de druk van studeren, werken en sociale verplichtingen, totdat haar lichaam en geest het niet meer aankonden. Op jonge leeftijd kreeg ze een burn-out, een ervaring die haar leven heeft veranderd.
‘Ik liep mezelf lange tijd voorbij. Voor mij was de burn-out niet een kwestie van niet meer wíllen, maar van niet meer op dezelfde manier door kúnnen gaan. Mijn lichaam en geest dwongen mij om stil te staan. Een complete instorting van het hele systeem. Ik stond er toen nog niet bij stil dat ik een burn-out had.
Ik kreeg verschillende signalen, maar herkende ze niet direct. Mijn haar viel uit, ik sliep slecht, had veel darmklachten, zware benen en rugpijn. Later werd ik ziek, kreeg ontstekingen, maar pas drie maanden later werd duidelijk dat ik een burn-out had. De paniekaanvallen dwongen me naar therapie, waar het uiteindelijk werd bevestigd.’
Erkenning en steun
‘Ik denk dat veel mensen met een burn-out in het begin de signalen niet herkennen en ze wegschuiven. Misschien is dat ook waarom je uiteindelijk in die burn-out belandt. Bij mij speelde het overlijden van mijn vader een grote rol. Mijn familie en ik zorgden voor hem terwijl hij doodziek en psychisch instabiel was, wat een enorme verantwoordelijkheid met zich meebracht. Tegelijkertijd woonde ik in Groningen, had ik geen opvangnet en was ik aan het afstuderen. Dit was de druppel en kwam alles samen. Mijn leven stortte vervolgens in en kon ik niks meer doen.
Therapie hielp me enorm, al had ik daar eerder nooit aan gedacht. Achteraf besef ik dat als ik eerder hulp had gezocht en bewuster was geweest van mezelf en mijn grenzen, ik de burn-out misschien had kunnen verminderen, maar niet kunnen voorkomen. Mijn familie, mijn vriend en mijn huisgenoten waren ontzettend belangrijk in mijn herstel. Ze spraken me dagelijks en, nog belangrijker, ze gaven me erkenning. Ze lieten me inzien dat ik niet ‘gek’ was.
Toch heb ik vaak getwijfeld aan mezelf. Soms dacht ik dat ik alles overdreef, dat mijn burn-out niet echt was. Wat me enorm hielp, waren gesprekken die ik maandenlang met een oud-teamgenoot heb gehad die door een soortgelijke situatie ging. Die erkenning gaf me rust.
Het grootste inzicht dat ik heb gekregen, is leren omgaan met situaties waar ik geen controle over heb. Ik had altijd de filosofie: als je iets écht wilt, dan lukt het. Dus probeerde ik in het begin hard te ‘genezen’. Ik las veel boeken, luisterde naar podcasts en deed yoga, bijna elke dag. Maar ik had daar helemaal niet de energie voor. Pas toen ik stopte met zo hard mijn best doen, begon ik me beter te voelen.’
Sterker uit de strijd
‘Ik weet dat sommige mensen zonder therapie uit een burn-out kunnen komen, maar ik vraag me af of dat voor mij had gewerkt. Therapie hielp me niet alleen herstellen, maar ook begrijpen waar mijn burn-out vandaan kwam. Ik besefte dat ik als kind in een instabiele omgeving mijn eigen gevoelens en behoeften aan de kant zette voor anderen. Zolang het op school of bij volleybal goed ging, dacht ik dat het met mij ook wel goed zat.
Mijn burn-out zie ik niet als falen. Mijn ecosysteem is volledig ingestort, maar dat maakt mij geen minder mens. Sterker nog, ik zie het als een aanwinst. Ik ben minder prestatiegericht, rustiger, veerkrachtiger en ik richt mijn relaties anders in. Waar ik eerder alleen maar pure wanhoop voelde, voel ik nu kracht.’