WITTEVROUWEN – Van broodjeszaak tot jazzcafé, allerlei soorten horecaondernemingen heeft Bart Broshuis (66) opgezet. Ervaring van 28 verschillende zaken, komt nu samen tot één wijnbar. Samen met zijn compagnon Pascal Muller en zijn vrouw runt hij ‘The Winetable’ met passie, vastberaden om zijn gasten keer op keer een bijzondere ervaring te bieden.
Hoe is uw passie voor de horeca ontstaan?
‘Ik ben op jonge leeftijd in de horeca gaan werken, school was namelijk niets voor mij, ik kon daar niet zoveel. Ik ben toen ik 17 was aan de slag gegaan als ober in een kelder bij een soort Van der Valk. Ik had te kleine schoenen aan, die had ik van mijn vader gepikt en ik had geen geld, en toch maar werken werken werken. Op mijn 18e begon ik bij Hotel Kerckebosch in Zeist, ik had toen veel drive en ik vond het écht leuk. Toen ik 20 was ben ik mijn eerste eigen café samen met mijn vader begonnen, die we na 6 jaar hebben verkocht. Toen ben ik alleen verdergegaan, waarna vele andere horecazaken volgden.’
Hoe gaat u om met de uitdagingen die de horeca met zich meebrengt?
‘Uitdagingen in de horeca zijn van alle tijden. Er zijn altijd discussies over stijgende kosten, of het nu over een hectoliter bier gaat of iets anders, alles wordt duurder. Dat is nooit anders geweest en zo zit de maatschappij in elkaar en ik probeer daarop te anticiperen. Ik heb bijvoorbeeld weinig personeel om de kosten te drukken. Maar je hoeft mensen echt niet op te lichten, want je kan ook andere opties aanbieden, goedkope wijn kan bijvoorbeeld ook hartstikke lekker zijn. Bij de Winetable kan je altijd nog betaalbaar een lekker glas wijn drinken en dat vind ik belangrijk.’
Wat maakt dat u, na al die jaren in de horeca, nog steeds met zoveel plezier doorgaat?
‘Ik ben gelukkig als ik elke dag weer naar mijn eigen zaak kan, dat is het fijnste wat mij die dag kan over komen. En ondanks dat mijn gezondheid niet altijd meezit, blijf ik door mijn drive werken. Ik denk voortdurend na over de horeca, ik droom er zelf over en dan schieten mij altijd nog nieuwe ideeën te binnen. En zolang de wagen pruttelt, blijf ik doorgaan, maar dit is waarschijnlijk wel de laatste horecazaak die ik heb opgericht.’
Waarom heeft u ervoor gekozen om ‘The Winetable’ te openen als uw laatste onderneming?
‘Naarmate ik ouder werd, groeide mijn voorkeur voor een concept waarin wijn en eten samenkomen. Daarom heb ik samen met mijn compagnon Pascal Muller een wijnbar opgericht. Een wijnbar is minder arbeidsintensief, maar biedt nog steeds het plezier van de horeca: afwisselend werk met goede wijnen en lekker eten. Pascal runt de keuken, ik de bediening. Bij ‘The Winetable’ bundel ik al mijn jarenlange horeca-ervaring, maar in tegenstelling tot eerdere zaken, ga ik dit project niet verkopen. Ik zie hier een toekomst, niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn jonge compagnon. Ook gezien mijn leeftijd zie ik dit als mijn laatste zaak, ik krijg midden dit jaar mijn pensioen en wil daarbij ook lekker van het leven gaan genieten, af en toe lekker naar de zon en een beetje sparen. En als het zover is en ik daadwerkelijk met pensioen ga, fiets ik overdag rustig naar ‘The Winetable’ om daar van een goed glas wijn te genieten.’